ECLI:NL:RBAMS:2013:5061

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 augustus 2013
Publicatiedatum
14 augustus 2013
Zaaknummer
C/13/541739 / KG ZA 13-580 SR/MB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Sj.A. Rullmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot intrekking aanspraak op vergoeding fonogrammenproducent en vaststellingsovereenkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 20 juni 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een Nederlandse DJ, eiser, en White Villa Entertainment B.V., gedaagde. Eiser vorderde de intrekking van de aanspraak van White Villa op de producentenvergoeding voor zijn tracks, die hij als fonogrammenproducent bij de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena) had geclaimd. De zaak draait om de uitleg van een vaststellingsovereenkomst die op 22 januari 2013 tussen eiser en White Villa was gesloten. Eiser stelde dat White Villa c.s. de overeenkomst niet nakwam door geen claims bij Sena in te trekken, terwijl White Villa c.s. betwistte dat de overeenkomst zo moest worden uitgelegd.

De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser voldoende spoedeisend belang had bij zijn vorderingen, omdat Sena de uitkeringen op basis van artikel 7 van de Wet op de Naburige Rechten (WNR) had geblokkeerd. De rechter concludeerde dat de schikkingsovereenkomst, die beoogde dat White Villa alle claims bij Sena zou intrekken, rechtsgeldig was en dat White Villa c.s. deze verplichting niet was nagekomen. De rechter gaf White Villa c.s. de opdracht om binnen drie dagen na betekening van het vonnis een aangetekende brief aan Sena te sturen, waarin zij verklaarde alle claims in te trekken.

Daarnaast werd een dwangsom opgelegd van € 1.000,- per dag voor het geval White Villa c.s. niet aan deze verplichting voldeed, met een maximum van € 50.000,-. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken in overeenkomsten en de noodzaak voor partijen om zich aan deze afspraken te houden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/541739 / KG ZA 13-580 SR/MB
Vonnis in kort geding van 20 juni 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te Deventer,
eiser bij dagvaarding van 24 mei 2013,
advocaat mr. B. Brouwer te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WHITE VILLA ENTERTAINMENT B.V.,
gevestigd te Ede,
2.
[gedaagde 2],
wonende te Ede,
gedaagden, vrijwillig verschenen,
advocaat mr. M. Koedooder te Amsterdam.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 5 juni 2013 heeft eiser, hierna: [eiser], na (voorwaardelijke) vermeerdering van eis overeenkomstig de aan fotokopie aan dit vonnis gehechte akte, gesteld en gevorderd overeenkomstig de eveneens in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat in het petitum onder A ‘22 januari 2012’ gelezen wordt als ’22 januari 2013’ en dat ‘productaandeel’ gelezen wordt als ‘producentenaandeel’. Gedaagden, hierna gezamenlijk (in vrouwelijk enkelvoud) White Villa c.s. en afzonderlijk White Villa en [gedaagde 2], hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. De voorzieningenrechter heeft de bezwaren van White Villa tegen de vermeerdering van eis en de daarbij gevoegde producties, wegens de niet tijdige indiening ervan, gepasseerd, aangezien de vermeerdering van eis geheel in lijn ligt met de aanvankelijke vordering en de producties beperkt in omvang zijn, zodat White Villa door de indiening ervan niet in haar processuele belangen is geschaad. Bovendien zijn deze (nadere) producties ingediend naar aanleiding van eerst anderhalve dag voor de zitting door White Villa c.s. ingediende (nadere) producties. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang:
aan de zijde van [eiser]: [eiser] met mr. Brouwer;
aan de zijde van White Villa c.s.: [gedaagde 2] met mr. Koedooder.
Tevens was aanwezig [A], [functie] van Cloud 9 Music N.V. (hierna: Cloud 9).

2.De feiten

2.1.
[eiser] is een Nederlandse DJ en maker van onder andere dance muziek (in het genre house en trance). Hij treedt op onder de artiestennaam [B] en handelt voorts onder de naam No Zapp Music en No Zapp productions.
2.2.
White Villa is een platenmaatschappij, waarvan [gedaagde 2] de oprichter en (middellijk) eigenaar en bestuurder is. White Villa c.s. is tevens eigenaar en exploitant van een opnamestudio te Ede.
2.3.
[eiser] is vanaf 2001 tot en met eind 2009 werkzaam geweest voor White Villa, onder meer in de functie van [functie], deels als zelfstandige (‘free lancer’) en deels – in de periode van april 2008 tot en met november 2009 – op basis van een arbeidsovereenkomst die op 27 november 2009 is beëindigd.
2.4.
Op 8 december 2004 zijn [eiser] en White Villa een Licentie-overeenkomst aangegaan (hierna: de Licentieovereenkomst, waarin [eiser] ‘de licentiegever’ of ‘de artiest’wordt genoemd en White Villa ‘het label’), waarin onder meer het volgende is bepaald:

NEMEN IN AANMERKING
Dat het label het voornemen heeft de in het addendum genoemde audio opname(n) van de (…) artiest te exploiteren, waartoe de licentiegever de exclusieve rechten hiertoe aan het label tegen vergoeding in licentie wenst te geven. Het label is gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomstMastereigenaarvan alle door het label uitgebrachte titels.
EN KOMEN DAARTOE OVEREEN ALS VOLGT:
(…)
Artikel 2. Duur overeenkomst:
Het label hanteert een licentielooptijd van 5 jaar. Deze periode gaat in op de releasedatum van de, in het addendum genoemde titels. Na deze periode zal de licentielooptijd stilzwijgend verlengd worden met 5 jaar, tenzij de licentiegever de licentieperiode schriftelijk (aangetekend) beëindigd.
(…)
Artikel 4. Audio opnamen (Master):De licentiegever zal na een daartoe strekkend verzoek van de zijde van het label de geluidsopnamen kosteloos aan het label ter beschikking stellen in de vorm van een productiekopie (master) welke aan de gebruikelijke kwaliteitseisen zal voldoen (…)
Artikel 7. Royalty’s:
Het label betaalt aan de licentiegever25%(…) van de netto winst van de exploitatie van de in het addendum genoemde audio opname(n). De netto winst is het bedrag na aftrek van de in het royalty statement genoemde kosten. De statements zullen worden verstrekt binnen 90 dagen na afloop van de betreffende periode.”
Na december 2004 hebben [eiser] en White Villa diverse addenda op de Licentieovereenkomst op schrift gesteld.
2.5.
White Villa heeft sinds 2004 (tenminste) 16 tracks van [eiser] (onder de naam [B], hierna ook: de [B] tracks) uitgebracht.
2.6.
Volgens een persbericht op internet gedateerd 27 april 2010 heeft Cloud 9 per 1 juli 2009 de muziek catalogus - ‘all master and license rights’- overgenomen van White Villa. Onder de gedingstukken (productie 35 van White Villa c.s.) bevindt zich een overeenkomst van overdracht van de White Villa catalogus aan Cloud 9, van 20 april 2010.
2.7.
Bij (aangetekende) brief van 31 januari 2011 heeft [eiser] de licentieovereenkomst per eerstvolgende licentievervaldatum opgezegd en aan White Villa c.s. verzocht een overzicht te verstrekken van de derden bij wie zij de desbetreffende titels zou hebben ondergebracht, inclusief voorwaarden en looptijd en een totaaloverzicht van de inkomsten en doorbetalingen op de betreffende titels conform artikel 7 van de Licentieovereenkomst.
2.8.
Op 19 januari 2012 heeft [eiser] zich als fonogrammenproducent aangemeld bij de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena) en aanspraak gemaakt op de producentengelden van zijn tracks.
2.9.
Bij brief van 25 mei 2012 heeft [eiser] Cloud 9 gesommeerd de exploitatie van (vijf van) de [B] tracks te staken en gestaakt te houden en aan [eiser] schadevergoeding te betalen.
2.10.
Bij (aangetekende) brief van 8 januari 2013 heeft [eiser] White Villa c.s.meegedeeld dat zij tekort geschoten is in de nakoming van de Licentieovereenkomst en deze buitengerechtelijk ontbonden.
In deze brief staat onder meer:

Ten slotte wordt opgemerkt dat door cliënt is geconstateerd dat door White Villa en/of Cloud 9 Music bij Senaten onrechte– zonder zijn toestemming en buiten zijn medeweten – aanspraak worden gemaakt op het producentenaandeel in de billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7 van de (…) (WNR(Wet op de naburige rechten, vzr.)
), terwijl geen van beide kan worden aangemerkt als fonogrammenproducent als bedoeld in dat artikel. Aangezien de betreffende opnamen door cliënt zelf zijn vervaardigd en bekostigd, is hij aan te merken als fonogrammenproducent in de zin van de WNR en komt de billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7 WNR volledig aan hem toe. De claim van White Villa en/of Cloud 9 Music op het producentenaandeel in de Sena-gelden dient dan ook onmiddellijk te worden ingetrokken.”
[eiser] heeft White Villa c.s. in deze brief gesommeerd om “
alle verdere exploitatie van (audio-opnamen van) de Muziekwerken van [eiser] (…) met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden”, alsmede om “
binnen zeven dagen (...) haar claim op (het producentenaandeel in) de billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7 WNR (…) [ in te trekken], door aan Sena mede te delen (…) dat op deze vergoeding niet langer aanspraak wordt gemaakt.”
Tevens heeft [eiser] White Villa c.s. in deze brief gesommeerd om alsnog volledig rekening en verantwoording af te leggen met betrekking tot de exploitatie van de [B] tracks, om alsnog royaltybetalingen te verrichten en om € 5.000,- als vergoeding voor de advocaatkosten aan [eiser] te voldoen.
De conceptdagvaarding voor het onderhavige kort geding was bij de sommatiebrief gevoegd.
2.11.
Bij brief van 22 januari 2013 heeft de raadsvrouw van [eiser] aan White Villa c.s. onder meer volgende meegedeeld.

Inmiddels kan ik bevestigen dat tussen [eiser] en Cloud 9 (…) een schikking tot stand is gekomen, waarin door Cloud 9 onder meer is bevestigd dat Cloud 9 de verdere exploitatie van de [B] catalogus van White Villa zal staken, dat alle claims ter zake het producentenaandeel bij Sena worden ingetrokken en dat over de exploitatie door Cloud 9 aan (…) [eiser] alsnog royalty’s worden afgerekend. (…) Zoals eerder al telefonisch aangegeven, is [eiser] bereid om af te zien van zijn vordering tegen White Villa om alsnog statements over te leggen (…) op grond van de licentieovereenkomst (…) en om alsnog af te rekenen op grond van artikel 7 daarvan, wanneer door White Villa wordt bevestigd: dat de Licentieovereenkomst en alle nog lopende licenties rechtsgeldig zijn geëindigd, dat geen verdere exploitatie in de toekomst meer zal plaatsvinden en dat door White Villa per omgaande medewerking wordt verleend aan de intrekking van alle dubbele claims op het producentenaandeel van de Sena-gelden ter zake de Muziekwerken.
(…) verzoek ik je dan ook om het volgende te bevestigen:
i. dat de Licentieovereenkomst (…), inclusief alle nog lopende licenties ter zake de Muziekwerken die op grond van de Licentieovereenkomst zijn verleend, door (…) [eiser] met onmiddellijke ingang rechtsgeldig is ontbonden door middel van mijn brief van 8 januari 2013 en dat het White Villa vanaf die datum niet meer is toegestaan om de lopende licenties nog verder te exploiteren.
ii. dat White Villa (…) de exploitatie van (de audio-opnamen van) de Muziekwerken (…) heeft gestaakt en ook in de toekomst gestaakt zal houden;
iii. dat White Villa omgaand alle claims bij Sena ter zake de Muziekwerken zal intrekken en verklaart dat zij ook in de toekomst geen aanspraak meer zal maken op deze gelden;
(…) Zoals hierboven aangegeven, zal [eiser] na ondertekening van deze brief afzien van al zijn vorderingen tegen White Villa om alsnog rekening en verantwoording af te leggen (…) en om daarover alsnog aan hem af te rekenen (…), alsmede van alle overige eventueel nog bestaande aanspraken op grond van de Licentieovereenkomst, behoudens hetgeen hierboven (…) is overeengekomen.”
[gedaagde 2] heeft deze brief namens White Villa op 22 januari 2013 voor akkoord ondertekend.
2.12.
In een e-mail van 7 februari 2013 heeft [C], medewerkster van Sena (hierna: [C]) aan de raadsvrouw van [eiser] onder meer het volgende geschreven:
“Sena is in deze kwestie slechtsde uitvoerende partij(…). (…) De heer [gedaagde 2] dient Sena schriftelijk te informeren dat hij zijn claims namens White Villa intrekt. (…) Wanneer de juiste informatie aan Sena is doorgespeeld en door Sena is verwerkt (…) zullen de gelden met terugwerkende kracht aan de heer [eiser] worden doorbetaald.”
2.13.
Bij e-mail van 18 februari 2013 heeft [gedaagde 2] aan de raadsvrouw van [eiser] onder meer geschreven:

Zoals ik je (…) aan de telefoon gezegd heb ben ik akkoord gegaan met het loslaten van de rechten voor zover ik daar überhaupt nog inspraak op heb, vanaf de datum van de overeenkomst die is gesloten. Met dien verstanden dat het hier slechts om een handeling ging omdat de Sena account nog op mijn naam staat. (…) Nu is gebleken dat jullie toch achter geld aan zitten en daarmee zouden kunnen veroorzaken dat ik gesommeerd wordt het aan Sena terug te betalen wordt het geheel een andere zaak. [eiser] is op de hoogte van het feit dat Sena al die tijd de belangrijkste inkomstenbron is geweest. Met andere woorden, ik zou dan al die jaren voor vrijwel niets aan zijn carrière hebben gewerkt, dat is toch op zich al niet te geloven. Ik ben om die reden in alle archieven gaan zoeken naar alle overeenkomsten die [eiser] en ik zijn aangegaan. (…) ik heb het document gevonden waarin [eiser] afziet van alle rechten met uitzondering van het auteursrecht en daarbij de nietigverklaring van de eerder gemaakte licentieovereenkomst, in ruil voor o.a. onbeperkte studio tijd in de White Villa Studio’s en hogere videoclip budgetten. Dit heb ik je telefonisch ook allemaal al verteld maar op dat moment wist ik niet dat ik het zelfs op papier had.”
2.14.
Onder de gedingstukken (productie 7 van White Villa) bevindt zich een kopie van een brief, gedateerd 29 augustus 2007, waaronder de handtekeningen staan van [gedaagde 2] en [eiser], met onder meer de volgende inhoud:

Middels deze overeenkomst spreken [eiser] en [gedaagde 2] met elkaar af dat de lopende licentie overeenkomst in zijn geheel ontbonden is en dat daardoor [eiser] wereldwijd en eeuwigdurend geen aanspraak meer kan maken op revenuen uit de exploitatie uit het verleden en in de toekomst met als enige uitzondering de Buma Stemra rechten.
(…) White Villa (…) is mastereigenaar van alle werken en dus enige inkomsten gerechtigde zoals maar niet beperkt tot royalty’s en producenten Sena.”
Een kopie van deze brief is eind februari 2013 naar de raadsvrouw van [eiser] gezonden.
2.15.
Bij e-mail van 19 februari 2013 heeft Loop aan de raadsvrouw van [eiser] onder meer het volgende geschreven:

(…) kan ik u melden dat ik inderdaad bevestigd heb dat de Sena gelden deze week aan de heer [eiser] uitgekeerd zouden worden, op basis van informatie die wij vrijdag tot onze beschikking hadden. Inmiddels hebben wij echter aanvullend bewijs ontvangen waaruit niet meer eenduidig kan worden opgemaakt en geconcludeerd dat de rechten inderdaad bij de heer [eiser] liggen. Sena kan op basis van deze tegenstrijdige informatie, op dit moment helaas toch niet tot uitkering overgaan. De Sena gelden worden geblokkeerd totdat partijen met meer duidelijkheid hieromtrent komen.”
2.16.
Bij e-mail van 19 april 2013 heeft (de raadsvrouw van) White Villa c.s. de schikkingsovereenkomst van 22 januari 2013 voor wat betreft punt iii (2.12) ontbonden, wegens onvoorziene omstandigheden, te weten dat [eiser] aan die bepaling een geheel andere uitleg geeft dan partijen volgens White Villa c.s. overeengekomen waren.
2.17.
Op 28 mei 2013 heeft [eiser] aangifte gedaan van valsheid in geschrifte door [gedaagde 2], gepleegd tussen 15 en 18 februari 2013. Volgens de aangifte is het onder 2.14 vermelde document (gedateerd 29 augustus 2007) vals.
2.18.
Bij brief van 31 mei 2013 heeft (de raadsvrouw van) White Villa c.s., onder verwijzing naar haar e-mail van 19 april 2013 aan (de raadsvrouw van) [eiser] meegedeeld tevens de (ver)nietig(baar)heid van de schikking van 22 januari 2013 ingeroepen wegens dwaling en zich (subsidiair) beroepen op de uitleg die White Villa c.s. geeft aan de gemaakte afspraken.
2.19.
Bij brief van (eveneens) 31 mei 2013 heeft de raadsvrouw van White Villa c.s. aan Sena het standpunt van White Villa c.s. uiteengezet, met betrekking tot de inhoud en reikwijdte van de schikking.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, samengevat, na vermeerdering van eis, (hoofdelijke) veroordeling van White Villa c.s.,
primair:
A. om, uiterlijk binnen drie dagen na de betekening van dit vonnis, haar claim op het (producentenaandeel in) de billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7 van de WNR voor de [B] tracks volledig in te trekken (dat wil zeggen voor de gehele periode vanaf het eerste releasejaar van de betreffende tracks), door uiterlijk binnen de genoemde termijn een aangetekende brief (met een kopie per e-mail) te zenden aan Sena, met de in het petitum van de dagvaarding genoemde opmaak en
inhoud;
subsidiair:
om aan het gevorderde onder A te voldoen met betrekking tot claims vanaf 1 juni 2009, althans vanaf 22 januari 2013;
B. om met onmiddellijke ingang alle verdere exploitatie van de [B] tracks te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het verlenen van sublicenties aan derden in verband met de exploitatie van deze tracks;
C. dwangsommen te betalen aan [eiser], voor zover niet of niet tijdig aan de veroordelingen onder A en B wordt voldaan;
D. tot betaling van in de proceskosten primair de volledige kosten overeenkomstig artikel 1019h van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) (in totaal
€ 22.303,03, volgens specificaties in productie 26 van [eiser]), subsidiair
de kosten volgens het forfaitaire tarief, alsmede de buitengerechtelijke kosten volgens specificatie;
E. (voorwaardelijk, in het geval geoordeeld wordt dat de schikking geheel of gedeeltelijk is of moet worden vernietigd):
om alsnog volledig rekening en verantwoording af te leggen met betrekking tot de exploitatie van de (audio-opnamen van de) [B] tracks vanaf 2004 tot en met heden (waaronder mede begrepen de inkomsten die White Villa c.s. heeft ontvangen in verband met de exploitatie door Cloud 9) door middel van een door een registeraccountant ondertekende verklaring, waarin per jaar, per track en per exploitatieactiviteit inzichtelijk is gemaakt welke exploitatie heeft plaatsgevonden en welke inkomsten daarmee door White Villa c.s. en aan haar verbonden vennootschappen en personen zijn gerealiseerd, alsmede een gespecificeerde opgave van daarmee gemaakte bruto en netto winst, waarbij deze opgave is gesubstantieerd door overlegging van alle onderliggende facturen en andere bescheiden.
3.2.
White Villa c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] heeft zijn vorderingen in de eerste plaats gestoeld op de stelling dat White Villa c.s. de bij 2.11 aangehaalde overeenkomst dient na te komen. Niet in geschil is dat deze overeenkomst kan worden aangemerkt als een vaststellingsovereenkomst waarmee werd beoogd de geschillen tussen partijen in der minne te regelen. Deze vaststellingsovereenkomst (hierna aan te duiden als: de schikkingsovereenkomst of ook: de schikking) heeft betrekking op de vergoedingen die Sena uitkeert aan de fonogrammenproducent van de [B] tracks, de zogenoemde ‘producentenvergoedingen’. De definitie van fonogrammenproducent in de WNR luidt als volgt:
‘de natuurlijke of rechtspersoon die een fonogram voor de eerste maal vervaardigt of doet vervaardigen’. In de door Sena gehanteerde definitie is daaraan toegevoegd: ‘en die daarvoor de financiële verantwoordelijkheid heeft’.
4.2.
De vorderingen van [eiser] kunnen in kort geding alleen worden toegewezen als voldoende aannemelijk is dat de rechter in een eventuele bodemprocedure deze ook zal toewijzen en van [eiser] niet kan worden gevergd de uitkomst van een dergelijke procedure af te wachten.
4.3.
Anders dan White Villa c.s. heeft aangevoerd, wordt aan het tweede deel van het onder 4.2 genoemde criterium voldaan. [eiser] heeft een spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen, nu vast staat dat Sena de door haar te verrichten uitkeringen op grond van artikel 7 WNR ter zake van de [B] tracks thans heeft geblokkeerd, zodat eventueel aan [eiser] uit te keren bedragen niet aan hem ter beschikking worden gesteld en er, ook voor de toekomst, onduidelijkheid bestaat over de positie van [eiser] ten opzichte van Sena. [eiser] heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat dit voor hem ook een belemmering vormt bij de onderhandelingen met de platenmaatschappij Spinnin’Records, met wie hij inmiddels in zee wenst te gaan.
4.4.
Met betrekking tot de schikkingsovereenkomst zelf heeft White Villa c.s. aangevoerd dat deze, althans de passage bij punt iii daarvan (zie 2.11) niet meer van kracht (namelijk ontbonden dan wel vernietigd) is, op grond van gewijzigde onvoorziene omstandigheden en/of dwaling aan de kant van White Villa c.s.
De onvoorziene omstandigheden zijn volgens White Villa c.s. daarin gelegen dat [eiser] de schikking thans heel anders uitlegt dan partijen volgens White Villa c.s. beoogden overeen te komen. Op dit punt deelt de voorzieningenrechter de zienswijze van White Villa c.s. niet. [eiser] heeft terecht aangevoerd dat een dergelijke omstandigheid niet valt onder ‘onvoorziene omstandigheden’ als bedoeld in artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek (BW), aangezien het daarin gaat om omstandigheden die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst nog in de toekomst liggen en dus pas nadien zijn ingetreden en het daarbij in de regel zal gaan om een wijziging in de feitelijke omstandigheden. Daaronder valt niet de omstandigheid partijen ieder een andere uitleg blijken te geven aan een eenmaal afgesloten overeenkomst.
4.5.
Kern van de zaak is dat partijen van mening verschillen over de vraag wat de schikking precies inhoudt, en met name over de uitleg van het bepaalde bij iii:

dat White Villa omgaand alle claims bij Sena ter zake de Muziekwerken zal intrekken en verklaart dat zij ook in de toekomst geen aanspraak meer zal maken op deze gelden”. Volgens White Villa c.s. werden daarmee alleen bedoeld de aanspraken op de nog uit te keren bedragen, terwijl het volgens [eiser] c.s. ook de in het verleden (over de periode 2004 tot 2010) door Sena aan White Villa c.s. reeds uitbetaalde bedragen betrof. In concreto gaat het hierbij om een bedrag van rond de € 47.000,- dat Sena over de jaren 2004 tot 2010 heeft uitgekeerd aan White Villa c.s. Het beroep op dwaling van White Villa c.s. komt pas aan de orde als zou blijken dat de schikking in de door [eiser] bepleite zin dient te worden uitgelegd, zodat eerst op het geschil over de uitleg zal worden ingegaan.
4.6.
Zoals uit het voorgaande blijkt, hebben partijen de schikkingsovereenkomst onder iii elk in verschillende zin opgevat. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, is, ook nu sprake is van een vaststellingsovereenkomst, niet alleen de tekst van de overeenkomst van belang, maar dient tevens acht te worden geslagen op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan het beding waarvan nakoming wordt gevorderd en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Met toepassing van deze criteria kan de zienswijze van [eiser] niet zonder meer als juist worden aanvaard, op grond van het navolgende.
4.7.
[eiser] heeft gesteld dat de tekst van de schikkingsovereenkomst niet anders kan worden opgevat dan dat White Villa c.s. afstand doet van al haar rechten met betrekking tot de [B] tracks, vanaf de eerste releasedatum, met als consequentie dat Sena deze in de optiek van [eiser] alsnog aan [eiser] zou moeten uitkeren en de reeds uitgekeerde bedragen van White Villa zou kunnen terugvorderen. White Villa c.s. heeft in de eerste plaats terecht aangevoerd dat dat in ieder geval niet met zoveel woorden in de tekst van de schikking staat. In de schikking is ook niets vermeld over al dan niet door White Villa c.s. (terug) te betalen geldbedragen.
4.8.
Aangaande de letterlijke tekst van de schikking wordt voorts overwogen dat niet voor de hand ligt dat met ‘claims’ de reeds uitbetaalde bedragen worden bedoeld, aangezien de betekenis van het woord ‘claim’ volgens Van Dale (woordenboek der Nederlandse taal) ‘aanspraak’ of ‘vordering’ is. Dat in de schikking is vermeld “ook voor de toekomst”, wat impliceert dat in elk geval óók sprake is van ‘claims’ uit het verleden, maakt dat niet anders, aangezien [eiser] heeft erkend dat ook thans nog aanspraken op vergoedingen over voorgaande jaren kunnen bestaan en worden uitbetaald. Op basis van de letterlijke tekst van de schikkingovereenkomst is dus vooralsnog niet onaannemelijk dat (partijen hebben moeten begrijpen dat) met “
alle claims bij Sena ter zake de Muziekwerken” wordt gedoeld op alle
nog uit te kerenvergoedingen ter zake van de muziekwerken, waaronder ook eventueel nog uit te betalen vergoedingen over reeds voorbije jaren. Als partijen hadden bedoeld om ook de al in de voorgaande jaren uitbetaalde bedragen bij de schikking te betrekken had dat uitdrukkelijk in de schikkingsovereenkomst – zoals nu in het petitum – vermeld kunnen worden, wat – zoals gezegd – niet is gebeurd. Voorts heeft [eiser] tegenover de betwisting daarvan door White Villa c.s., niet aannemelijk gemaakt dat dit punt tijdens gesprekken in de aanloop naar de schikking aan de orde is geweest. In de brief van
8 januari 2013 (2.10) staat ‘dat op deze vergoeding niet langer aanspraak wordt gemaakt’ hetgeen niet zonder meer betekent dat al uitbetaalde bedragen zouden moeten worden terugbetaald. Daar komt bij dat in de door de raadsvrouw van [eiser] aan White Villa c.s. toegezonden tekst van de schikking de nadruk wordt gelegd op de toekomst. Er wordt melding gemaakt van de beëindiging van “
alle nog lopende licenties”over beëindiging van de Licentieovereenkomst
(…) “door middel van mijn brief van 8 januari 2013”en van het feit dat het White Villa
“vanaf die datum(8 januari 2013 dus, vzr.)
niet meer”is toegestaan om de lopende licenties
“nog verder te exploiteren”In die context is goed verdedigbaar dat partijen beiden hebben moeten begrijpen dat de melding dat
“door White Villa per omgaande medewerking wordt verleend aan de intrekking van alle dubbele claims op het producentenaandeel van de Sena-gelden” ook – uitsluitend – ziet op nog uit te keren gelden en niet op in het verleden al uitbetaalde bedragen. De term ‘dubbele’ claim kan in dat verband zien op het feit dat naast White Villa (c.q. Cloud 9) vanaf januari 2012 ook [eiser] zich bij Sena heeft aangediend als ‘producent’ van de [B] tracks.
4.9.
[eiser] heeft ter ondersteuning van zijn opvatting, behalve naar de tekst van de schikking, verwezen naar de e-mails van Sena, waarin Sena volgens hem kenbaar heeft gemaakt bereid te zijn de vergoedingen over de afgelopen jaren alsnog aan [eiser] uit te betalen als White Villa c.s. al haar ‘claims’ intrekt. Dit zou volgens [eiser] voor de reeds uitbetaalde gelden betekenen dat Sena deze alsnog bij White Villa c.s. zou moeten terugvorderen. In de eerste plaats wordt opgemerkt dat de zin in de e-mail van 7 februari 2013 (2.12) dat ‘
de gelden met terugwerkende kracht aan de heer [eiser] worden doorbetaald’ niet zonder meer betekent dat ook gelden die al aan een ander zijn uitbetaald alsnog aan [eiser] zullen worden betaald, aangezien de zin ook kan slaan op aanspraken uit het verleden die nog niet zijn uitgekeerd. Gesteld echter dat Sena inderdaad tot betaling zou overgaan van de (eerder aan White Villa c.s. uitgekeerde) aanspraken van [eiser] vanaf 2004, dan betekent dat nog niet dat daarmee vast staat dat White Villa c.s. haar rechten over het verleden heeft prijsgegeven en/of akkoord zou gaan met terugvordering. De mailtjes van Sena dateren van na de schikking en vooralsnog is onvoldoende aannemelijk dat White Villa c.s. de gestelde opvatting van Sena op dit punt kende, laat staan deelde. Sena was immers geen partij bij de totstandkoming van de schikking en haar oordeel over de inhoud van de afspraken tussen [eiser] en White Villa c.s. is voor de uitleg daarvan niet bepalend. Ook aan het gegeven dat Cloud 9 in haar schikking met [eiser] kennelijk wel heeft ingestemd met betaling van het producentenaandeel aan [eiser] kan niet de gevolgtrekking worden verbonden dat White Villa c.s. daarmee ‘dus’ ook akkoord is gegaan.
Cloud 9 had anders dan White Villa c.s. tenslotte geen contractuele relatie met [eiser].
4.10.
Ook heeft [eiser] nog gesteld dat de uitleg die White Villa c.s. aan de schikking geeft onaannemelijk is, omdat [eiser] daarbij zijn rechten op royalty’s prijs geeft en White Villa c.s. daar in dat geval niets tegenover stelt. White Villa c.s. heeft daar tegenin gebracht dat [eiser] nooit aanspraak heeft gemaakt op royalty’s omdat hem bekend was dat de eventuele inkomsten daaruit niet opwogen tegen de door White Villa c.s. gemaakte kosten. In de visie van White Villa c.s. was het [eiser] er met name om te doen om de rechten voor de toekomstige exploitatie van de nummers op zijn naam te krijgen. Deze stelling van White Villa c.s. komt niet onaannemelijk voor, te minder nu niet is gebleken dat [eiser] in de voorbije jaren ooit om uitbetaling van royalty’s heeft verzocht, noch (althans niet voor eind 2011) om de in artikel 7 van de Licentieovereenkomst genoemde Statements en White Villa c.s. tal van kostenposten heeft opgevoerd die voor haar rekening zijn gekomen. Weliswaar heeft [eiser] die op zijn beurt betwist, maar daaraan kan zonder nader onderzoek naar de feiten, dat dit kort geding te buiten gaat, voorshands geen beslissende betekenis worden toegekend. Verder heeft [eiser] niet betwist dat, zoals White Villa c.s. heeft gesteld, ook hij op basis van de tracks aanzienlijke inkomsten, zoals uit Buma/Stemra rechten, heeft ontvangen. Dat [eiser] er niet mee bekend zou zijn geweest dat White Villa c.s. de producentenvergoedingen ontving komt de voorzieningenrechter overigens niet aannemelijk voor, tegen de achtergrond van de langdurige nauwe samenwerking van partijen, de functie die [eiser] bij White Villa vervulde, waarbij hij zich naar White Villa onweersproken heeft gesteld ook bezig hield met contracten, en de niet betwiste stelling van White Villa c.s. dat er binnen het bedrijf – in aanwezigheid van [eiser] – op gedronken werd als de Sena vergoedingen binnen waren gekomen.
4.11.
[eiser] heeft ter ondersteuning van zijn stellingen er voorts nog op gewezen dat hij in de aan de schikking voorafgaande sommatiebrief duidelijk het standpunt heeft ingenomen dat White Villa c.s. zich ten onrechte als fonogrammenproducent van de [B] tracks heeft opgesteld en dat hij de conceptdagvaarding heeft meegezonden, waaruit eveneens kan worden afgeleid dat [eiser] meent dat de producentenvergoeding – ook voor het verleden – voor de [B] tracks aan hemzelf dient te worden uitgekeerd, en niet aan White Villa c.s. Dat maakt de uitleg die [eiser] aan de schikking geeft weliswaar verdedigbaar, maar daaruit volgt niet dat White Villa c.s. dit ook zo heeft begrepen of moeten begrijpen en zet hetgeen in 4.9 en 4.10 is overwogen niet zonder meer opzij, te minder nu de sommatiebrief eindigt met het verzoek te bevestigen dat alle ‘
verdere’ exploitatie van de muziekwerken wordt gestaakt en dat aan Sena zal worden meegedeeld dat ‘
niet langer’aanspraak wordt gemaakt op vergoedingen, wat juist meer het standpunt van White Villa c.s. lijkt te ondersteunen.
Ter beoordeling van een en ander is ook op dit punt een nader onderzoek nodig, bijvoorbeeld door middel van het horen van getuigen over de gang van zaken over de gesprekken voorafgaand aan de schikking, waarvoor het kort geding zich niet leent.
4.12.
Uit het vorenstaande volgt dat voorshands niet voldoende aannemelijk wordt geacht dat de rechter in een eventuele bodemprocedure de zienswijze van [eiser] ten aanzien van de uitleg van de schikking zal volgen, zodat niet behoeft te worden toegekomen aan het beroep op dwaling van White Villa c.s.
Ten overvloede wordt daarbij opgemerkt dat voor zover White Villa c.s. zich erop beroept dat zij gedwaald heeft bij de totstandkoming van de schikking omdat [eiser] bij overeenkomst van 29 augustus 2007 al afstand zou hebben gedaan van zijn rechten op royalty’s en dergelijke (zodat de schikking geheel overbodig was) die stelling – los van de vraag of die overeenkomst een vervalsing is, hetgeen [eiser] stelt, maar White Villa c.s. uitdrukkelijk betwist – wordt verworpen. [gedaagde 2] heeft immers ter zitting desgevraagd meegedeeld de overeenkomst van
29 augustus 2007 weliswaar niet direct in zijn administratie te hebben aangetroffen, maar de inhoud ervan wel ‘in zijn hoofd’ te hebben gehad, tijdens de totstandkoming van de schikking. De inhoud van die brief heeft hij dus bij de totstandkoming van de schikking kunnen betrekken. Ook de verklaring van White Villa c.s. dat zij de [B] tracks royaltyvrij aan Cloud 9 heeft overgedragen, wijst erop dat [gedaagde 2] er al voor het sluiten van de vaststellingsovereenkomst van uitging dat [eiser] afstand had gedaan van zijn rechten op royalty’s en dergelijke.
4.13.
[eiser] heeft gesteld dat in het geval de schikkingsovereenkomst ontbonden of vernietigd zou zijn en dus alle daarin gemaakte afspraken ongedaan zouden moeten worden gemaakt, de producentenvergoeding eveneens aan hem toekomt, omdat niet White Villa maar hijzelf als fonogrammenproducent in de zin van artikel 1 WNR en voor Sena dient te worden aangemerkt. Los van de omstandigheid dat de schikking vooralsnog rechtsgeldig wordt geacht, kan die stelling voorshands evenmin worden onderschreven, aangezien vooralsnog niet kan worden aangenomen dat White Villa c.s. sowieso niet als fonogrammenproducent van de [B] Tracks kan worden aangemerkt, omdat [eiser] zijn betwisting van de stelling dat White Villa c.s. het uitbrengen van de tracks heeft gefaciliteerd en daarin heeft geïnvesteerd, door het ter beschikking stellen van de studio en dergelijke (en dus kan worden aangemerkt als degene die de muziekwerken voor het eerst heeft vervaardigd of doen vervaardigen en daarvoor de financiële verantwoordelijkheid had) niet, althans onvoldoende, heeft onderbouwd.
4.14.
Tussen partijen is niet in geschil dat met de schikking in ieder geval werd beoogd dat White Villa c.s. afstand zou doen van alle Sena vergoedingen die na de datum van de totstandkoming van de schikking nog worden uitbetaald en dat zij dat aan Sena zou meedelen, overeenkomstig het bepaalde in punt iii van de schikkingsovereenkomst. Dit heeft zij echter tot op heden niet gedaan. De vordering van [eiser] onder A voldoet dan ook aan het onder 4.2 genoemde criterium en is met inachtneming van het voorgaande toewijsbaar, waarbij de aan Sena mee te delen tekst zal dienen te luiden zoals overeengekomen in de schikking, zonder de thans gevorderde toevoegingen van [eiser], maar ook zonder commentaar van White Villa, met dien verstande dat het (de raadsvrouw van) White Villa c.s. wel vrijstaat om, nadat aan de veroordeling is voldaan, haar standpunt ten aanzien van het begrip ‘claims’ richting Sena te verwoorden. Hoe Sena de mededeling van White Villa c.s. zal interpreteren en wat zij vervolgens zal gaan uitkeren, respectievelijk terugvorderen, ligt thans niet ter beoordeling voor aan de voorzieningenrechter.
4.15.
Voor toewijzing van de vordering onder B bestaat geen aanleiding aangezien [eiser] de mededeling van White Villa c.s. dat zij sinds april 2010 de [B] tracks niet heeft geëxploiteerd, noch sublicenties aan derden heeft verstrekt, niet heeft weersproken. White Villa c.s. heeft bovendien ter zitting desgevraagd nog uitdrukkelijk bevestigd dat ook in de toekomst niet te zullen doen.
4.16.
Nu uitgegaan wordt van de rechtsgeldigheid van de schikkings-overeenkomst wordt niet voldaan aan de voorwaarde waaronder de vermeerdering van eis is ingesteld. Deze behoeft dus geen bespreking.
4.17.
De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd, als na te melden.
4.18.
Gezien de uitkomst van dit geding waarbij partijen over en weer op punten in het (on-)gelijk worden gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt White Villa en [gedaagde 2], gezamenlijk en afzonderlijk, om binnen drie dagen na de betekening van dit vonnis een aangetekende brief te zenden aan Sena, afdeling Repartitie, t.a.v. mw. [C] en mw.mr. [D], met kopieën per e-mail naar de adressen: [mailadres 1] en [mailadres 2], met de navolgende inhoud, op briefpapier van White Villa in gebruikelijk, goed leesbaar lettertype, zonder nader commentaar, met ondertekening door [gedaagde 2], en met afschrift naar de raadsvrouw van [eiser]:

Geachte mevrouw [C] en mevrouw [D],
Hierbij bericht ik u als volgt.
Bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft een kort geding plaatsgevonden waarin door [eiser] als eiser, tegen ondergetekende en White Villa Entertainment B.V. (“White Villa”) als gedaagden, een vordering is ingesteld tot nakoming van de tussen [eiser] en White Villa gesloten vaststellingsovereenkomst van 22 januari 2013, waarvan een kopie is bijgevoegd.
Op grond van het vonnis van 20 juni 2013 van de voorzieningenrechter in voormeld kort geding deel ik u hierbij mede dat White Villa op grond van die vaststellingsovereenkomst per omgaande alle claims bij Sena ter zake de Muziekwerken van [eiser] intrekt en bij deze verklaart dat zij ook in de toekomst geen aanspraak meer zal maken op deze gelden. Een kopie van het vonnis is eveneens bijgevoegd.
(ondertekening)”
5.2.
bepaalt dat White Villa c.s. hoofdelijk een aan [eiser] te betalen dwangsom verbeurt van € 1.000,- voor iedere dag dat zij niet of niet volledig aan het onder 5.1 genoemde gebod voldoet, met een maximum van € 50.000,-;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sj.A. Rullmann, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2013.