Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 januari 2013 met producties,
- de conclusie van eis in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid met productie,
- de conclusie van antwoord in het incident met producties.
2.De feiten voor zover van belang in het incident
3.Vordering en verweer in het incident
4.De beoordeling in het incident
NJ2007/561,
LJNAY4033, het zgn. Groenselect-arrest) heeft de Hoge Raad bepaald dat dit meebrengt dat arbitrage over geschillen betreffende bepaalde vennootschapsrechtelijke besluiten, zoals ontslag van de bestuurder, niet voor arbitrage vatbaar kunnen zijn. De Hoge Raad acht daarbij van belang:
JOR2011/7,
LJNBN8533, het zgn. Silver Lining-arrest). Daarbij komt dat een eventuele (rechterlijke of arbitrale) uitspraak op de vordering van [eiser] in de hoofdzaak niet van zodanige aard is dat het dient te gelden “ten opzichte van een ieder en niet alleen ten opzichte van degene die [daarom] heeft verzocht”.
NJ1998/219, waarin onder meer was gesteld dat arbitrage uitermate kostbaar is).