Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- dat [vennootschap 1] op korte termijn een contract zou sluiten met het bedrijf [vennootschap 2] met betrekking tot het aanleveren van kaarten van West-Europa door [vennootschap 1] aan [vennootschap 2] en/of
- dat de winst van [vennootschap 1] in 2009 zou verdriedubbelen ten opzichte van de winst in 2008,
- op 2 april 2009 1000 aandelen [vennootschap 1] aangekocht en/of
- op 3 april 2009 1653 aandelen [vennootschap 1] aangekocht,
- dat [vennootschap 1] op korte termijn een contract zou sluiten met het bedrijf [vennootschap 2] met betrekking tot het aanleveren van kaarten van West-Europa door [vennootschap 1] aan [vennootschap 2] en/of
- dat de winst van [vennootschap 1] in 2009 zou verdriedubbelen ten opzichte van de winst in 2008,
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
(hierna: [vennootschap 1]), beschikte over concrete informatie die niet eerder dan op 21 april 2009 openbaar is gemaakt, inhoudende dat er door [vennootschap 1] een overeenkomst met een grote Amerikaanse instelling gesloten was, welke veel omzet en winst zou genereren. Vervolgens heeft verdachte die informatie gedeeld met medeverdachte [A], zijnde de zus van verdachte, die vervolgens kort daarop die informatie heeft doorgespeeld aan [B], die op zijn beurt voor verdachte, [C] en zichzelf aandelen [vennootschap 1] heeft gekocht.
(hierna: [C])degene is geweest die voortijdig de beschikking heeft gehad over informatie, onder andere jaarcijfers en nieuws over een nieuwe klant in Amerika, betreffende [vennootschap 1]. Deze informatie is aan [C] voortijdig bekend gemaakt door haar broer
(hierna: verdachte) [2] die werkzaam is binnen [vennootschap 1]. [C] heeft vervolgens via [B]
(hierna: [B])kooporders geplaatst, te weten op 2 april 2009 1.000 aandelen à € 2,75 en op 3 april 460 aandelen à € 3,00, 541 aandelen à € 2,75 en 652 aandelen à € 2,82. Vervolgens hebben [C] en [B] hun aandelen verkocht op 21 april 2009, te weten 2001 aandelen à € 8,00 en op 22 april 2009, te weten 652 aandelen à € 8,50. [B] heeft als tussenschakel gefunctioneerd waarbij hij 652 aandelen voor zichzelf heeft aangekocht. [3]
(hierna: AFM)een onderzoek gedaan en heeft zij op 21 februari 2011 aangifte gedaan tegen verdachte, [B] en [C] van overtreding van het verbod op handelen met voorkennis en aangifte gedaan tegen [C] en verdachte van overtreding van het tipverbod. [5]
(hierna: de licentieovereenkomst). [10] De licentieovereenkomst is dan in de laatste fase [11] . Op de kamer waar zij werken, delen zij één printer. Op 31 maart 2009 ontvangt [D] een email over de te voeren communicatie om de licentieovereenkomst heen. [12] Op 1 april 2009 om 19.03 uur ontvangt [D] laat aan het eind van de dag via de mail twee draft persberichten. De ene heeft als kop: “[vennootschap 1] sluit baanbrekende overeenkomst met toonaangevende Amerikaanse software leverancier” en de andere heeft als kop “[vennootschap 1] sluit overeenkomst met toonaangevende softwareleverancier en ontvangt eenmalig 17 miljoen euro en winst in 2009 verdriedubbelt ten opzichte van 2008.” [13]
- het feit dat zowel de anonieme tipgever als getuige [E] heeft verklaard dat [C] een waardevolle tip van haar broer had gekregen, waarbij de anonieme tipgever de informatie heeft gespecificeerd naar jaarcijfers en het nieuws van een nieuwe klant;
- de timing van de transacties, te weten het feit dat [B] slechts een dag na het binnenkomen van de drafts een grote hoeveelheid aandelen heeft gekocht, terwijl hij niet eerder in aandelen [vennootschap 1] heeft gehandeld;
- het feit dat [B] naast de aandelen die hij op verzoek van [C] heeft gekocht zelf ook nog 652 aandelen heeft gekocht;
- het feit dat deze aan- en verkoop van de aandelen [vennootschap 1] afwijkt van het normale handelspatroon van [B];
- uit de verdeling van de winst na de verkoop van de aandelen. Uit de geldstromen kan niet anders dan worden afgeleid dan dat de € 13.000,00 die [B] contant van zijn rekening heeft afgehaald, onder verdachte en [C] is verdeeld en dat zij zelf via de rekening van hun vader hebben getracht de werkelijke herkomst van het geld te verhullen. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat verdachte noch [C] een aannemelijke verklaring heeft gegeven over de geldstortingen op hun rekeningen. Ook heeft [B] geen aannemelijke verklaring gegeven over waarom hij € 13.000,00 van zijn rekening heeft gehaald;
- en uit de mailwisselingen tussen verdachte en zijn vrouw. De rechtbank acht ook die verklaringen van verdachte op die mailwisselingen ongeloofwaardig en onaannemelijk.
5.Bewezenverklaring
- dat [vennootschap 1] op korte termijn een contract zou sluiten met het bedrijf [vennootschap 2] met betrekking tot het aanleveren van kaarten van West-Europa door [vennootschap 1] aan [vennootschap 2] en
- dat de winst van [vennootschap 1] in 2009 zou verdriedubbelen ten opzichte van de winst in 2008,
- op 2 april 2009 1000 aandelen [vennootschap 1] aangekocht en/
- op 3 april 2009 1653 aandelen [vennootschap 1] aangekocht,
- dat [vennootschap 1] op korte termijn een contract zou sluiten met het bedrijf [vennootschap 2] met betrekking tot het aanleveren van kaarten van West-Europa door [vennootschap 1] aan [vennootschap 2] en
- dat de winst van [vennootschap 1] in 2009 zou verdriedubbelen ten opzichte van de winst in 2008,
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
160 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 80 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
€ 3.000(drieduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 40 dagen.