ECLI:NL:RBAMS:2013:5572

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2013
Publicatiedatum
5 september 2013
Zaaknummer
13-670896-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdzaak wegens onvoldoende bewijs voor medeplichtigheid aan overval op Kentucky Fried Chicken

In de jeugdzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, heeft de rechtbank Amsterdam op 4 september 2013 uitspraak gedaan. De zaak betreft een beschuldiging van medeplichtigheid aan een gewapende overval op een Kentucky Fried Chicken restaurant in Amsterdam op 1 mei 2012. De rechtbank heeft de zaak behandeld na meerdere terechtzittingen in mei en augustus 2013, waarbij de officieren van justitie, mrs. M.L.A. ter Veer en N.M. Lemmers, de vordering hebben ingediend. De verdediging werd gevoerd door mr. K. Kasem, die betoogde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte.

De tenlastelegging omvatte onder andere het slaan en dreigen met een vuurwapen, het vastbinden van slachtoffers en het voorbereiden van de overval. De officier van justitie baseerde zijn vordering op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 8] en pinggesprekken waarin de naam van de verdachte werd genoemd. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 8] niet voldoende was om tot een bewezenverklaring te komen, aangezien deze slechts uit één bron kwam en niet overtuigend genoeg was.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tevens werden de benadeelde partijen [D], [E] en [C] niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De rechtbank heeft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/670896-12
13MAVERICK
Datum uitspraak: 4 september 2013
op tegenspraak
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[GBA-adres].
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 21, 22, 23 mei, 13, 14 en 21 augustus 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door de officieren van justitie mrs. M.L.A. ter Veer en N.M. Lemmers en van wat verdachte en zijn raadsman mr. K. Kasem, naar voren hebben gebracht.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen onder meer door mevrouw [A], namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna ook: de Raad), de heer [B], namens het Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (hierna ook: het BJAA) en de broer van verdachte naar voren is gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd - na wijziging op de ter terechtzitting van 21 mei 2013 – dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] op of omstreeks 01 mei 2012 te Amsterdam (in het Kentucky Fried Chicken restaurant, gevestigd Buikslotermeerplein 244) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van 3800 euro en/of een geldbedrag van 500 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kentucky Fried
Chicken en/of [C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of die [medeverdachte 7] en/of verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [D] en/of [E], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [D] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 3800 euro en/of een geldbedrag van 500 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kentucky Fried Chicken en/of [C], in elk geval aan (een)ander(en) dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of die [medeverdachte 7] en/of verdachte
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (met een bivakmuts en/of een sjaal over hun hoofd en/of gezicht)
- (met kracht) (meermalen) (met een (nep)vuurwapen) slaan en/of stompen in/tegen het gezicht, althans het hoofd van die [D] en/of
- dreigend tonen en/of voorhouden van een of meer vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), aan die [D] en/of die [E] en/of
- (daarbij) aan die [D] ( op dreigende toon) toevoegen de woorden: "Lopen G, lopen" en/of "Ga naar de kluis, ga naar de kluis" en/of "Schiet op, doe snel, doe snel, je hebt een minuut" en/of "Papiergeld, waar is het papiergeld" en/of
- vastbinden van de handen van die [E];
tot en/of bij het plegen van welk misdrij(f)(ven) verdachte op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 2012 tot en met 01 mei 2012, in elk geval op 1 mei 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- samen met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 8] een of meer voorbesprekingen te houden en/of
- tie-wraps voor die diefstal met geweld en/of afpersing te leveren en/of
- voor en/of tijdens de diefstal met geweld en/of afpersing op de uitkijk te staan.

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vordering.

3.Waardering van het bewijs

3.1
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 8] en daarenboven blijkt uit de pinggesprekken dat de naam [verdachte] is genoemd. Volgens de officier van justitie is de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 8] betrouwbaar en valt niet in te zien waarom hij verdachte ten onrechte zou belasten.
De vraag of verdachte de tie wraps heeft geleverd voor de overval op 1 mei 2012 acht de officier van justitie niet relevant. Voor de verdachte was duidelijk dat hij de tie wraps leverde voor een te plegen overval. De officier van justitie acht het niet van doorslaggevend belang dat verdachte wist op welke datum de overval daadwerkelijk zou plaatsvinden. In dit licht verwijst de officier van justitie naar een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van
17 november 2010 (LJN BO4178).
3.2
De raadsman heeft bepleit dat als het gaat om wettig en overtuigend bewijs, dit ontbreekt. De enige bron die vertelt over de betrokkenheid van verdachte is medeverdachte [medeverdachte 8]. Bovendien heeft de verklaring van [medeverdachte 8] betrekking op de handelingen voor de mislukte poging van de overval twee weken voor de gepleegde overval op 1 mei 2012.
Aldus de raadsman geeft het onderzoek onvoldoende blijk van enige betrokkenheid van verdachte bij de overval op 1 mei 2012 zodat vrijspraak dient te volgen.
3.3
De rechtbank acht het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen omdat sprake is van één verklaring, afkomstig van medeverdachte [medeverdachte 8]. De omstandigheid dat de naam [verdachte] wordt genoemd in een pinggesprek acht de rechtbank te weinig concreet en daarbij is dit pingbericht ook afkomstig van [medeverdachte 8]. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
3.4
Ten aanzien van de benadeelde partijen
Nu aan verdachte – zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht – geen straf of maatregel is opgelegd, zijn [D], [E] en [C]
niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart [D] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Verklaart [E] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Verklaart [C] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.I. Heyning, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. A.J. Wesdorp en P. Rodenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. P. Tanis en A.C. Hofstra, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 september 2013.