ECLI:NL:RBAMS:2013:5766

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 juli 2013
Publicatiedatum
12 september 2013
Zaaknummer
1408665 \ HA EXPL 13-101
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam in geschil tussen Magic Benelux B.V. en Adapti Westbrook B.V.B.A. op basis van forumkeuzebeding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, ging het om een incident waarin de gedaagde, Adapti Westbrook B.V.B.A., de onbevoegdheid van de rechtbank aanvoerde. De eiser, Magic Benelux B.V., had een vordering ingesteld op basis van een overeenkomst die zij met Adapti had gesloten. De rechtbank moest beoordelen of zij bevoegd was om van het geschil kennis te nemen op basis van een forumkeuzebeding dat in de IIP Agreement was opgenomen.

De rechtbank oordeelde dat het forumkeuzebeding niet voldeed aan de eisen van artikel 23 lid 1 van de Brussel I-Vo. Dit artikel vereist dat een forumkeuze expliciet en schriftelijk wordt aanvaard door beide partijen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een geldige forumkeuze, omdat Adapti niet expliciet had ingestemd met de voorwaarden van de IIP Agreement. De rechtbank stelde vast dat de verwijzing naar de IIP Agreement in het voorstel van Magic niet voldoende was om een geldige forumkeuze tot stand te brengen.

Daarom verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. De vordering van Magic werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Adapti, die tot dat moment waren begroot op € 452,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kon worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en expliciete afspraken in contracten, vooral als het gaat om de keuze van de bevoegde rechter. Het toont ook aan dat de rechtbanken strikt toezien op de naleving van de vereisten voor forumkeuzeovereenkomsten, zoals vastgelegd in de Europese regelgeving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 1408665 \ HA EXPL 13-101
Uitspraak: 17 juli 2013
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
Magic Benelux B.V.,
gevestigd te Houten,
eiser,
nader te noemen Magic,
gemachtigde: mr. E.M.J. van Haaren,
t e g e n
de vennootschap naar Belgisch recht
Adapti Westbrook B.V.B.A.,
gevestigd te Houthalen (België),
gedaagde,
nader te noemen Adapti,
gemachtigde: mr. W.C.M. Coenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 november 2012 met producties,
  • de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie van onbevoegdheid met producties, van Adapti,
  • de incidentele conclusie van antwoord van Magic.
1.2.
Tenslotte is vonnis in het incident bepaald.

2.De feiten, voor zover van belang in het incident

2.1.
Op 14 september 2011 heeft Magic aan Adapti een ‘Voorstel iBOLT Partner Program’ gestuurd. Het Voorstel iBOLT Partner Program houdt, voor zover hier van belang in:
“(…)
Het iBolt Partner Program kent een eenmalige sign-up fee van € 10.000,-.
(…)
De voorwaarden als vermeld in bijgevoegde iBOLT Integration Partner Agreement zijn op dit voorstel van toepassing.
2.2.
Op 27 september 2011 heeft Adapti het Voorstel iBOLT Partner Program ondertekend. Zij heeft in de onder r.o. 2.1. weergegeven inhoud de woorden iBOLT
Integration Partner Agreement (hierna: IIP Agreement) onderstreept en daarbij de tekst ‘nog op te sturen!’ geschreven.
2.3.
Op 5 oktober 2011 heeft Magic een e-mail aan Adapti gestuurd die, voor zover hier van belang, het volgende inhoudt:
“(…)
In bijlage zend ik je de ontbrekende documenten toe:
IIP agreement (nog te vervolledigen)
(…)”
2.4.
De IIP Agreement houdt, voor zover hier van belang, in:
“(…)
15.4
Governing Law. This Agreement is made and will be governed by and construed in accordance with the laws of the Netherlands (…) and both parties agree to submit disputes that cannot be settled amicably, tot the jurisdiction of the competent court in the city where Magic’s registered office is situated.
(…)”

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
Magic heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Adapti te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.800,75, te vermeerderen met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van Adapti in de proceskosten waaronder de nakosten.
3.2.
Magic heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat partijen een overeenkomst (IIP Program) hebben gesloten. Magic heeft uit hoofde van deze overeenkomst een factuur ter hoogte van € 10.283,50 gezonden, die Adapti onbetaald heeft gelaten. Adapti heeft Magic voorts ten onrechte een bedrag van € 517,25 in rekening gebracht.
3.3.
Adapti betwist dat partijen een overeenkomst hebben gesloten.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Adapti heeft gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, dat de rechtbank Amsterdam zich onbevoegd verklaart om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen, met veroordeling van Magic in de kosten van het incident.
4.2.
Adapti heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd. Magic heeft de bevoegdheid van de rechtbank gebaseerd op artikel 15.4 van de IIP Agreement. Adapti heeft deze voorwaarden nimmer ontvangen, ook is haar voor het sluiten van de beweerdelijke
overeenkomst (IIP Program) niet de mogelijkheid geboden om daarvan kennis te nemen. Dat betekent dat niet de rechtbank Amsterdam, maar de rechtbank van de woonplaats van Adapti, te weten de Rechtbank van Koophandel te Hasselt (België), bevoegd is om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen, aldus steeds Adapti.
4.3.
Magic heeft verweer gevoerd. Volgens haar heeft Adapti op 27 september 2011 schriftelijk ingestemd met de voorwaarden uit de IIP Agreement, door het IIP Program, waarvan de IIP Agreement deel uitmaakte, te ondertekenen en daarbij (bij de IIP Agreement) de kanttekening ‘nog op te sturen’ te zetten. Daarbij is van belang dat de IIP
Agreement geen algemene voorwaarden betreffen, maar de voorwaarden van de overeenkomst, met de inhoud waarvan Adapti bekend was, aldus steeds Adapti.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
De vordering in de hoofdzaak is ingesteld bij dagvaarding van 14 november 2012, derhalve na de inwerkingtreding van de Verordening (EG) nr 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I-Vo). De vraag of deze rechtbank bevoegd is tot kennisneming van de vorderingen van Magic in de hoofdzaak dient daarom in beginsel aan de hand van de Brussel I-Vo te worden beantwoord.
5.2.
Adapti heeft haar vestigingsplaats in Houthalen (België), zodat zij op grond van de hoofdregel van artikel 2 lid 1 Brussel I-Vo voor het aldaar gevestigde gerecht opgeroepen dient te worden. In beginsel heeft de rechtbank Amsterdam dus geen bevoegdheid om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen. Dit is op grond van artikel 23 Brussel I-Vo anders indien partijen een forumkeuze zijn overeengekomen. In dat geval is het gerecht van hun keuze in beginsel exclusief bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Voorts geeft artikel 5 sub 1 Brussel I-Vo een naast de hoofdregel van artikel 2 lid 1 Brussel I-Vo bestaande alternatieve bevoegdheid, inhoudende dat de verweerder die woonplaats heeft op het grondgebied van een verdragsluitende staat ook kan worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar de verbintenis uit overeenkomst die aan de eis ten grondslag ligt is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd.
5.3.
Magic heeft zich voor de bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam beroepen op het in de IIP Agreement opgenomen forumkeuzebeding. Artikel 23 lid 1 Brussel I-Vo bepaalt ten aanzien van de vraag of een forumkeuzebeding bindend is, voor zover in dit geval van belang:
“Wanneer de partijen [..] een gerecht [..] van een lidstaat hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking [..] zullen ontstaan, is dit gerecht [..] van die lidstaat bevoegd. [..] Deze overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht wordt gesloten:
a. a) hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst;
b) hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden;
c) hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht worden genomen.”
5.4.
Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een geldig forumkeuzebeding in de zin van artikel 23 lid 1 aanhef en onder b) of c) Brussel I-Vo.
5.5.
Uit de stellingen van Magic begrijpt de rechtbank dat zij stelt dat er sprake is van een geldig forumkeuzebeding in de zin van artikel 23 lid 1 aanhef en onder a) Brussel I-Vo. Volgens haar heeft zij op 14 september 2011 het Voorstel IIP Program (waarvan de IIP
Agreement deel uitmaakte) aan Adapti gestuurd, welk voorstel op 27 september 2009 door Adapti is aanvaard. Bovendien heeft zij de IIP Agreement op 5 oktober 2011 nog aan Adapti gestuurd en heeft Adapti deze zonder protest behouden. Adapti betwist dat zij het Voorstel
IIP Program heeft aanvaard. Bovendien betwist zij dat zij de IIP Agreement op 5 oktober 2011 heeft ontvangen.
5.6.
Volgens vaste rechtspraak van het HvJ EG moeten de genoemde vormvereisten van artikel 23 lid 1 Brussel I-Vo strikt worden uitgelegd en geldt bij een beroep op een
forumkeuzebeding als uitgangspunt dat sprake moet zijn van daadwerkelijke instemming van partijen met de forumkeuze. Voor zodanige totstandkoming is in dit geval dus vereist dat Adapti op 27 september 2011 de verwijzing door Magic naar het forumkeuzebeding uitdrukkelijk heeft aanvaard. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Magic heeft het Voorstel IPP Program ondertekend. In dat Voorstel zelf wordt met geen
woord gerept over een forumkeuzebeding. Het forumkeuzebeding is immers opgenomen in de IIP Agreement, waar enkel naar verwezen wordt in de IIP Program en waar Adapti zelfs ‘nog op te sturen!’ bijschrijft. Ook de stelling van Magic dat zij de IIP Agreement op 5 oktober 2011 nog aan Adapti heeft toegestuurd en dat Adapti die zonder protest heeft behouden leidt niet tot de conclusie dat de forumkeuze door Adapti is aanvaard. Immers, aan het voor de totstandkoming van een schriftelijke forumkeuzeovereenkomst vereiste van aanvaarding van de forumkeuze door de wederpartij is niet voldaan wanneer de wederpartij slechts geen bezwaar maakt tegen een verwijzing naar (algemene) voorwaarden met daarin het forumkeuzebeding.
5.7.
Nu de forumkeuze niet voldoet aan de eisen die artikel 23 lid 1 Brussel I-Vo daaraan stelt, is de rechtbank Amsterdam op die grond niet bevoegd om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen.
5.8.
Nu evenmin gesteld of gebleken is dat de rechtbank Amsterdam op grond van artikel 5 Brussel I-Vo bevoegd is om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen, zal de incidentele vordering worden toegewezen.
5.9.
Magic zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten voor Adapti worden tot op heden begroot op € 452,00 (1 punt x tarief € 452,00).

6.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
6.1.
wijst de vordering toe en verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het geschil in de hoofdzaak,
6.2.
veroordeelt Magic in de proceskosten, aan de zijde van Adapti tot op heden begroot op € 452,00,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. I.H.J. Konings, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 juli 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter