Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Overkoepelend (…) samenwerkings- en adviesorgaan op het gebied van kunst en cultuur’.
huur januari 2011’ en ‘
huur februari 2011’ gegeven.
3.Het geschil
4.De beoordeling
criterium
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 september 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door stadsdeel Zuidoost, en de stichting Bolletrie. De gemeente vorderde ontruiming van een ruimte in een multifunctioneel voorzieningencentrum aan de Bijlmerdreef 1323 te Amsterdam, waar Bolletrie haar activiteiten uitvoerde. De gemeente stelde dat er geen huurovereenkomst was, maar een bruikleenovereenkomst, en dat Bolletrie in gebreke was gebleven met het betalen van huur. De gemeente had eerder subsidies aan Bolletrie verstrekt, maar deze waren sinds 2009 stopgezet. Bolletrie had geen huurovereenkomst getekend en de gemeente had de huurbetalingen aan het Cultureel Educatief Centrum (CEC) gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aannemelijk was dat de bodemrechter de vordering tot ontruiming zou toewijzen, gezien de betalingsachterstand van Bolletrie en het feit dat er interesse was in de huur van de ruimte. De rechter besloot dat Bolletrie de ruimte binnen twee maanden moest ontruimen, met machtiging voor de gemeente om dit met behulp van de sterke arm te doen indien nodig. Daarnaast werd Bolletrie veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de kosten van de ontruiming indien deze door de gemeente moest worden uitgevoerd. De vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat de gemeente niet voldoende spoedeisend belang had aangetoond.