Tijdens het getuigenverhoor heeft [eisers] het volgende verklaard:
Ik heb voor het eerst over de lease-overeenkomsten gehoord toen mijn man het mij vertelde vlak voordat hij naar Beursklacht ging. Misschien heeft hij het daarna verteld, toen hij daar geweest was. Dat was in 2005, eind 2005. Ik weet niet meer wat mijn man mij toen verteld heeft, behalve dat hij bij Beursklacht was geweest. Het ging over contracten, verder wist ik het niet. Ik reageerde gelaten, want ik bemoeide mij nooit met zijn papieren. Ik vond het niet vreemd dat ik er niet eerder van wist, want hij deed de financiën en administratie al vanaf ons trouwen. Ik wist er eerder niet van, omdat ik mij nooit met zijn zakelijke dingen bemoeide. Daarmee bedoelde ik zijn bedrijfje. Ik wist niet van deze overeenkomsten, die inderdaad privé waren, omdat ik nooit in de boeken keek. Mijn man en ik spraken niet over de contracten. Wij hebben het nooit zo over privé financiën, en ook niet over die van zijn bedrijf. Ik weet niet met welk doel hij de overeenkomsten had gesloten. Het klopt dat de inleg ook deels mijn geld was, maar ik heb ook nu nog steeds niets met dit soort dingen. Sinds een paar maanden weet ik pas dat mijn dochters ook zo’n overeenkomst hadden. Misschien heb ik één of twee jaar geleden ook al er iets van gehoord. Toentertijd wist ik daar niets van. Dat was desinteresse. De overeenkomsten van de dochters kwamen niet met mijn man en ook niet met hen ter sprake in die tijd. Ik wist niet dat zij hun overeenkomsten verlengd hebben. Ik heb wel gehoord dat zij aan het einde geld bij moesten betalen, maar ik weet niet meer wanneer dat was.
Ik weet niet hoe de overeenkomsten van mijn man tot stand zijn gekomen. Ik herinner mij niet dat daarover ooit iemand bij ons thuis geweest is. Ik kan mij geen telefoontjes van Dexia herinneren. Ik heb zelf nooit met Dexia gebeld.
Wij hadden een girorekening en een rekening van de [bank]. Ik weet wel het nummer van de [rekening] Die rekening gebruiken wij niet meer. Ik had daar een pasje van. Dat pasje gebruikte ik voor boodschappen. Ik keek nooit naar de stand van de rekening bij de geldautomaat. Ik had ook nog een bankpas van de [bank]. Dat gebruikte ik ook. Verder had ik geen pasjes. Er waren spaarrekeningen. Ik weet niet of er een beleggingsrekening was. Ik wist niet wat er op de spaarrekeningen stond. Mijn man deed de overboekingen van alle rekeningen.
Ik haalde de reclame uit de post en de rest legde ik bij mijn man op zijn bureau in zijn kantoor. Ik moet haast wel enveloppen van Dexia gezien hebben, maar alle post legde ik ongeopend voor hem neer. Ik heb mij nooit afgevraagd en nooit gevraagd waar dat van was. Mijn man opende de bankpost. Ik nooit. Ik keek ook niet naar de bankafschriften. Nooit. Ik heb wel eens een bankafschrift gezien. Ik heb wel eens zo’n briefje gezien. Ik denk toen dat een keer op een bureau lag of zo.
Mijn man deed de belastingaangiften. Ik tekende. Ik heb de aangiften nooit gelezen en heb de overeenkomsten dus ook niet daarop zien staan.
Wij spraken samen niet echt over sparen. Niet concreet dat wij ergens voor spaarden. Wij spraken ook niet over hoe er gespaard werd. Wij spraken weinig over pensioenopbouw of iets dergelijks. Ik weet niet hoe dat gedaan werd. De jongste dochter is in 1998 het huis uit gegaan. Voordien spraken mijn man en ik niet over hun kosten of studiekosten. Ik wist niet dat mijn man belegde. Beleggen kwam niet aan de orde. Bij grote uitgaven zei mijn man wel of het kon en hij zorgde ook voor de betaling.
Ik heb indertijd nooit tijdelijk iets met de administratie of financiën gedaan.
In 2001 zijn wij verhuisd en toen is de hypotheek veranderd. Voor dat moment was er geen verandering. In 2001 is niet aan de orde gekomen dat er een BKR-registratie was. Er was geen probleem met die financiering. Ik denk wel dat ik de adreswijzigingen verstuurd heb.
Ik heb geen adreswijzigingen naar Dexia verstuurd, alleen naar familie enzo. Zakelijke dingen deed mijn man altijd. Wij hebben samen nooit de financiën in beeld gebracht.
Ik wist niet dat er vooruitbetaald werd op enkele overeenkomsten. Ik vertrouwde mijn man gewoon daarin. Hij deed nooit iets wat onverantwoord was. Ik heb niet gehoord van uitkeringen op de overeenkomsten. Misschien is dat wel vreemd, maar mijn man verteld nooit over dit soort dingen. U vraagt mij of ik ook niet van hem zou horen als hij € 10.000,00 in de loterij gewonnen zou hebben. Ik hoop dat wel van hem te horen.
Ik kan geen goed antwoord geven op uw vraag waarom mijn man mij wel verteld heeft over Beursklacht, terwijl hij mij nooit iets vertelde over financiële aangelegenheden.
Mijn man besprak de financiën niet met de dochters. Voor zover ik weet niet.
Ik weet niet anders dan dat mijn man ook niet met de dochters gesproken heeft over hun overeenkomsten.