Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[naam],
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiser, wonende te Amsterdam, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op zijn verzoek om opvang op grond van de Wet maatschappelijke opvang (Wmo) en de Wet werk en bijstand (WWB). Eiser had op 22 maart 2011 een verzoek ingediend, maar ontving pas op 16 februari 2012 een reactie van verweerder, waarin hij in gebreke werd gesteld. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft de zaak inhoudelijk beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat verweerder op 9 september 2011 al aan het verzoek van eiser tegemoet was gekomen door een financiële bijdrage voor opvang te verstrekken. Dit betekent dat er geen sprake was van een niet tijdig genomen besluit, en dat eiser ten onrechte verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep, zoals genoemd in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. Hierdoor is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Singeling, rechter, en is openbaar uitgesproken op 11 januari 2013. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van het griffierecht of veroordeling van verweerder in de proceskosten. Eiser kan binnen zes weken na bekendmaking van deze uitspraak verzet aantekenen bij de rechtbank.