Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1]
[eiser 2]
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 januari 2013 met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie met producties,
- het tussenvonnis van 24 april 2013 waarin een gerechtelijke plaatsopneming en een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van gerechtelijke plaatsopneming en comparitie, gehouden op 19 juli 2013,
- de brief van [gedaagden gezamenlijk] van 5 augustus 2013 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal,
- de brief van [eisers gezamelijk] van 6 augustus 2013 naar aanleiding van het proces-verbaal en de reactie van [gedaagden gezamenlijk] daarop.
2.De feiten in conventie en in reconventie
De ondernemer (de projectontwikkelaar, rechtbank) verkoopt aan de verkrijger ([gedaagden gezamenlijk], rechtbank) (…) een perceel grond ter grootte van circa 210 m2 overeenkomstig de bij de notaris gedeponeerde situatietekening aangeduid met het [bouwnummer] gelegen op de locatie [bouwgrond] (…)”
De ondernemer (de projectontwikkelaar, rechtbank) verkoopt aan de verkrijger ([eisers gezamelijk], rechtbank) (…) een perceel grond ter grootte van circa 162 m2 overeenkomstig de bij de notaris gedeponeerde situatietekening aangeduid met het [bouwnummer] gelegen op de locatie [bouwgrond] (…)”
een perceel grond uitmakende een aaneengesloten gedeelte ter grootte van circa twee are en tien centiare (…) van het perceel, kadastraal bekend gemeente [gemeente], [kadastraalnummer], overeenkomstig de aan deze akte gehechte situatietekening aangeduid met [bouwnummer], (…), plaatselijk nog onbekend te [gemeente], of zoveel meer of minder als bij nadere kadastrale uitmeting door de Landmeetkundige Dienst van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers (hierna: het Kadaster, rechtbank) zal worden bepaald.
een perceel grond uitmakende een aaneengesloten gedeelte ter grootte van circa één are en tweeënzestig centiare (…) van het perceel, kadastraal bekend gemeente [gemeente], [kadastraalnummer], overeenkomstig de aan deze akte gehechte situatietekening aangeduid met [bouwnummer], (…), plaatselijk nog onbekend te [gemeente], of zoveel meer of minder als bij nadere kadastrale uitmeting door [het Kadaster] zal worden bepaald.
In bijgevoegde lijst treft u een opgave van het perceel waarvan een gedeelte door u werd overgedragen c.q. verkregen. Om van dit gedeeltelijke perceel in de kadastrale registratie een geheel perceel te maken meet het Kadaster de nieuwe grenzen. Vooraf moeten echter de verkrijger en de vervreemder aan de landmeter, [naam 1], de nieuwe grenzen aanwijzen. Deze aanwijzing zal plaatsvinden op vrijdag 12 juni 2009. (…) Ik verzoek u hierbij aanwezig te zijn.”
Betreft: Kadastrale grens tussen gemeente [gemeente], [kadastraalnummer]
Naar aanleiding van uw verzoek heb ik het volgende overwogen. Een kadastrale grens moet overeenstemmen met de grens zoals die door de belanghebbenden aan de landmeter van het kadaster is aangewezen. De nieuwe grenzen zijn door de belanghebbenden eensluidend aangewezen. Op de mede-ingeschreven tekening, die trouwens alleen een indicatieve functie heeft, staan de grenzen zo aangegeven als ze thans zijn gevormd. U gaf aan dat er meerdere verkooptekeningen in omloop zijn geweest. Welke van de tekeningen bij het Kadaster is ingeschreven is bij het Kadaster niet bekend. Het Kadaster heeft op basis van de verkregen gegevens de kadastrale grenzen vastgesteld en de percelen gevormd. Van deze perceelsvorming hebben de belanghebbenden vervolgens een kennisgeving ontvangen. Tegen deze perceelsvorming kon gedurende zes weken bezwaar worden ingediend. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt, waarmee de perceelsvorming definitief is geworden. Van een kennelijke fout is geen sprake, nu de Basisregistratie Kadaster in overeenstemming is met de brondocumenten.
In vervolg op ons telefoongesprek van afgelopen maandag verzoek ik u hierbij de kadastrale grenzen van de percelen [kadastraalnummer] op de kadastrale kaart aan te passen conform het door ons verkochte en geleverde.
Ofschoon het spijtig is dat niemand bezwaar heeft gemaakt tegen de uitmeting, was dit destijds ook minder noodzakelijk. Volgens verklaring aan ondergetekende heeft nl. de aanwijzing plaatsgevonden terwijl de erfafscheidingen er al stonden. Deze staan nog steeds zo. Het kadaster heeft vervolgens andere grenzen ingetekend op de kadastrale kaart, waardoor de desbetreffende eigenaren thans (op tekening) en qua oppervlakte meer grond hebben dan ze hebben gekocht en geleverd hebben gekregen in de veronderstelling verkeren dat zij hun buren thans kunnen sommeren de erfafscheiding te verplaatsen conform de kadastrale kaart. (…) Graag toch nogmaals contact hierover.”
Kadastraal object
3.Het geschil
In conventie
ter grootte van circa één are en tweeënzestig centiare (…) van het perceel, kadastraal bekend gemeente [kadastraalnummer], overeenkomstig de aan deze akte gehechte situatietekening aangeduid met [bouwnummer], (…), of zoveel meer of minder als bij nadere kadastrale uitmeting door [het Kadaster] zal worden bepaald’. Middels deze verwijzing hebben partijen beoogd goederenrechtelijke werking uit te laten gaan van de kadastrale meting.
4.De beoordeling
in reconventie
“een perceel grond uitmakende een aaneengesloten gedeelte ter grootte van circa [oppervlakte, rechtbank] van het perceel, kadastraal bekend gemeente [gemeente], [kadastraalnummer], overeenkomstig de aan deze akte gehechte situatietekening aangeduid met bouwnummer [nummer, rechtbank], plaatselijk nog onbekend te [gemeente], of zoveel meer of minder als bij nadere kadastrale uitmeting door [het Kadaster, rechtbank] zal worden bepaald”.
of zoveel meer of minder als bij nadere kadastrale uitmeting door [het Kadaster, rechtbank] zal worden bepaald’) is een algemene zinsnede die niet tot doel heeft om de geleverde onroerende zaak te omschrijven maar die slechts strekt ter voorkoming van geschillen in situaties dat er enig verschil zit tussen werkelijke grootte van het perceel en de in de akte van levering genoemde grootte (zoals het verschil tussen 158 m2 en 162 m2) in het geval van [eisers gezamelijk] De onderhavige situatie is van geheel andere aard, aldus [gedaagden gezamenlijk]
of zoveel meer of minder als bij nadere kadastrale uitmeting door [het Kadaster, rechtbank] zal worden bepaald’) en waarbij de nieuw te vormen grenzen zouden worden gemeten, zou dan immers zinledig zijn. De in de akten tot uitdrukking gebrachte bedoeling van partijen ([eisers gezamelijk] en de projectontwikkelaar enerzijds en [gedaagden gezamenlijk] en de projectontwikkelaar anderzijds) is kortom geweest om na levering door middel van de uitmeting door het Kadaster te bepalen wat de (definitieve) grenzen van de percelen met [bouwnummer] zijn, en daarmee (ook) de (oppervlakte van de) percelen definitief vast te leggen.
5.De beslissing
18 september 2013voor uitlating