ECLI:NL:RBAMS:2013:6782

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2013
Publicatiedatum
17 oktober 2013
Zaaknummer
1412941 / HA EXPL 13-188
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsfraude en terugvordering schadevergoeding door Unigarant N.V.

In deze zaak vorderde Unigarant N.V. terugbetaling van een uitgekeerd schadebedrag van € 4.649,- aan [gedaagde], die valse aankoopnota's had ingediend voor schadeclaims op zijn fietsverzekeringen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] opzettelijk verkeerde inlichtingen had verstrekt aan Unigarant, waardoor de verplichting tot uitkering van schadevergoeding op grond van artikel 7:941 lid 5 BW was vervallen. De rechtbank stelde vast dat [gedaagde] meerdere valse nota's had ingediend en dat er vermoedelijk sprake was van een georganiseerde fraude. Unigarant had de vordering onderbouwd met onderzoeksrapporten die de valsheid van de nota's bevestigden. De kantonrechter wees de vordering van Unigarant toe en veroordeelde [gedaagde] tot terugbetaling van het uitgekeerde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. In reconventie vorderde [gedaagde] ongedaanmaking van zijn registratie in het incidentenregister van Unigarant, maar deze vordering werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat Unigarant gerechtigd was om de gegevens van [gedaagde] te registreren op basis van de gepleegde fraude.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 1412941 \ HA EXPL 13-188
Uitspraak: 7 augustus 2013

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Unigarant N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde mr. D.D. Markvoort,
t e g e n
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde mr. M. Westerveld.
Eiseres wordt hierna aangeduid met Unigarant en gedaagde met [gedaagde].

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
  • de dagvaarding van 6 februari 2013 inhoudende de vordering van Unigarant, met producties,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van [gedaagde], met producties.
Ingevolge tussenvonnis van 3 april 2013 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden.
Unigarant heeft voorafgaand aan de comparitie een conclusie van antwoord in reconventie met producties in het geding gebracht. Het proces-verbaal van de comparitie van partijen en de daarin genoemde andere stukken bevindt zich bij de stukken.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten en omstandigheden

Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.
[gedaagde] heeft op 20 april 2007 een aantal goederen ter hoogte van een bedrag van € 631,50 gekocht bij [fietsenwinkel x] (hierna: [fietsenwinkel x]). De nota (hierna: nota 1) luidt, voor zover van belang, als volgt.
[…]
Nota voor
[gedaagde]
[…]
Aangenomen door: [fietsenwinkel x]
[Factuurnummer]
[Klantnummer]
[…]
Factuurdatum: 20.04.07
2.
[gedaagde] heeft in de periode van 1 mei 2007 tot en met 29 oktober 2008 een drietal fietsverzekeringen (hierna: de overeenkomsten) afgesloten ten behoeve van drie fietsen (hierna: de fietsen).
3.
Unigarant heeft bij de dagvaarding een ongedateerd afschrift overgelegd van de “Verzekeringsvoorwaarden Fietsverzekering FTS UGA”, waarvan zij stelt dat dit de op de verzekeringsovereenkomst toepasselijke algemene voorwaarden zijn (hierna: de algemene voorwaarden). Deze luiden - voor zover van belang- als volgt. […]
Artikel 4 VERPLICHTINGEN
U bent op straffe van verlies van rechten uit deze overeenkomst het volgende verplicht.
[…]
2.
Bij (diefstal) schade
[…]
b. in geval van schade door diefstal de volgende zaken over te leggen;
- bewijs van aangifte bij de politie;
- originele sleutels van het slot[…]
- het verzekeringsbewijs en de aankoopnota.
[…]
3.
Algemeen
U moet voorts bij iedere schade:
- alle ontvangen bescheiden aan ons doorzenden;
- alle door of namens ons gevraagde inlichtingen verstrekken;
- alle door of namens ons gegeven aanwijzingen opvolgen;
- zich onthouden van alles wat de belangen van ons kan benadelen.
Indien u of een gebruiker van de fiets zich niet houdt aan deze verplichtingen en daardoor onze belangen worden geschaad, kunnen er geen rechten worden ontleend aan deze verzekering.[…]
4.
[gedaagde] heeft op 5/6 mei 2007 en 21 december 2007 een fiets als gestolen opgegeven bij de politie. Naar aanleidingen van de hiermee samenhangende bij Unigarant indiende schadeclaims (hierna: de schadeclaims) heeft [gedaagde] in totaal een bedrag van € 4.649,- uitgekeerd gekregen.
5.
[gedaagde] heeft in het kader van de schadeclaims aankoopnota’s op naam van [fietsenwinkel x] en [fietsenwinkel y] (hierna: [fietsenwinkel y]), gedateerd respectievelijk 20 april 2007 en 19 oktober 2007, aan Unigarant doen toekomen. De nota van 20 april 2007 (hierna: nota 2) luidt, voor zover relevant, als volgt.
[…]
Nota voor
[gedaagde][…]
Aangenomen door: [fietsenwinkel x]
[Factuurnummer]
[Klantnummer]
Factuurdatum: 20.04.07
6.
Op 6 november 2008 heeft [gedaagde] wederom een fiets als gestolen geclaimd op de betreffende verzekering bij Unigarant (hierna: de derde schadeclaim) en heeft hij bij de politie aangifte gedaan van diefstal. In het kader van de derde schadeclaim heeft [gedaagde] een aankoopnota op naam van [fietsenwinkel y] gedateerd op 17 oktober 2008 aan Unigarant doen toekomen.
7.
Unigarant heeft naar aanleiding van de derde schadeclaim een onderzoeksbureau, te weten: Vidi Onderzoek B.V. (hierna: Vidi) opdracht gegeven om de derde schadeclaim van [gedaagde] te onderzoeken. Nu het om de derde schadeclaim ging heeft Vidi alle eerdere claims in het onderzoek betrokken.
8.
[naam 1], werkzaam bij Vidi (hierna: [naam 1]), heeft op 23 januari 2009 een onderzoeksrapport afgegeven. Het onderzoeksrapport luidt, voor zover van belang, als volgt.
[…]
Van verzekerde[…]
vernamen wij tijdens ons bezoek het volgende:
Ik heb aangifte gedaan van de diefstal van de thans geclaimde fiets bij de politie te [plaats].
De originele aankoopnota van de aankoop van de thans gestolen en nu geclaimde fiets heb ik ingezonden naar Unigarant.[…]
Ik heb zoals u bekend wel eerder claims ingediend bij verzekeraars,[…]
Volgens mij is de fietsendiefstal die wij zo gaan bespreken al de 3e of 4e fiets die de laatste 3 jaren van mij is gestolen.
Ik had al die nu gestolen fietsen altijd ondergebracht in een verzekering die ik afsloot bij Unigarant.
[…]
Schadegebeurtenis
[…]
U zegt dat de hoeveelheid geclaimde fietsendiefstallen bij mij nu toch wel erg gaat opvallen en u vraagt waarom ik denk dat er van mij zoveel fietsen worden gestolen?
Ik weet het echt niet. Ik word schijnbaar vaak bestolen en wordt daarnaast ook met regelmaat bestolen van portemonnaie’s en telefoons etc.[…]
U vraagt mij nogmaals naar de zogenaamde inruilfietsen.U vindt de prijs die ik voor die fietsen terug lijk te krijgen bij inruil hoog en zegt dat het dan toch geen slechte fietsen zullen zijn geweest.
Ik koop van verzekeringsuitkeringen vaak eerst een 2e hands fiets, een goede fiets.
[…]
U vraagt mij naar andere personen die wonen op mijn adres [adres].
Die ken ik lang niet allemaal. De nummers 30-32 en 34 betreffen grote huizenblokken met in elk blok 12 appartementen waarin weer steeds 4 studenten wonen. Ik ken de jongen met de door u genoemde naam dus niet.[…]
De in concept opgenomen verklaring is door verzekerde ondertekend en bevindt zich in ons dossier. Deze verklaring is taaltechnisch aangepast zonder de inhoud of strekking hiervan te wijzigen.

Onderzoek/bevindingen[…]

Doodlopen onderzoeken ingrijpen schadebehandelaar Unigarant
[…]
Het valt schadebehandelaar op dat geheel identieke fietsenclaims werden ingediend en uitgekeerd van andere personen die ofwel op hetzelfde adres in [woonplaats] woonden als verzekerde ofwel op andere wijze met verzekerde konden worden gerelateerd.
Uw schadebehandelaar vraagt alle betreffende zaken op uit de administratie van Unigarant en stelt vast dat bij alle zaken en alle betrokken verzekerden steeds gebruik wordt gemaakt van aankoopnota’s van een fietsenzaak in [plaats] [fietsenwinkel x]en zaken in [plaats]en zoals bij onze huidige te onderzoeken claim bij [fietsenwinkel y] te [plaats].
[…]
De onderzoeken hebben als resultaat gehad dat werd vastgesteld dat alle nota’s die een groep personen rond verzekerde [gedaagde] (waaronder ook zijn ouders en vriendin) geheel vals waren.

Conclusie huidige claim en valse nota

De door ons onderzochte claim is thans met een volledige zekerheid een onware claim. Verzekerde is nimmer in het bezit geweest van de thans geclaimde[…]
en heeft zelf een fiets op papier verzonnen. Dit houdt tevens in dat verzekerde een valse politieaangifte heeft gedaan.
[…]
Samenvatting vermoedelijke werkwijze verzekerde en mededaders
[…]
[naam 2] deelt ons mede dat bij het vergelijken van een zeer groot aantal claims van een aantal met elkaar in verbinding te brengen verzekerden inmiddels is opgevallen dat hier vermoedelijk sprake is van een groep personen die gebruik makend van dezelfde methodiek en vermoedelijk in onderling overleg met grote regelmaat fraudeclaims indienen.
[…] lijkt er sprake te zijn van claims waarbij verzekerden eerst een nota van de betreffende fietsenzaken geheel vals produceert of laat produceren aan de hand van een voorbeeld van een origineel exemplaar.
Vervolgens lijkt het erop dat deze groep verzekerden sloten koopt en sleutelnummers noteert.
Daarna sluiten de deelnemers aan deze vermoedelijke grootschalige verzekeringsfraude een verzekering af bij Unigarant waarbij de niet bestaande fiets wordt verzekerd zoals weergegeven op de even daarvoor vals opgemaakte nota.
Maanden later wordt vervolgens door de deelnemers van deze fraudegroep VALSE aangifte gedaan van diefstal van de betreffende fiets bij de politie en wordt daarna een claim ingediend bij Unigarant waarna tot op heden immer tot uitbetaling is overgegaan van verzekeringspenningen waarop in het geheel geen recht heeft bestaan.[…]
Conclusie
Wij adviseren u om deze maar ook de andere zaken bij justitie aan te melden voor vervolging en verder onderzoek.
Wij adviseren u om de huidige claim af te wijzen en om de onderzoekkosten op verzekerde [gedaagde] te verhalen.
Wij adviseren u om verzekerde [gedaagde] uit te sluiten van verdere verzekeringen.
[…]
9.
[naam 1] heeft vervolgens op eveneens 23 januari 2009 een aanvullend onderzoeksrapport (hierna: het tweede onderzoeksrapport) met betrekking tot de controle van de nota van [fietsenwinkel x] afgegeven. Het tweede onderzoeksrapport luidt, voor zover van belang, als volgt.
[…]
Conclusie
De door ons bij de winkelier [fietsenwinkel x] voorgelegde drie nota’s van de verzekerden/verdachten [gedaagde][…]
zijn allen geheel vals.[…]

Bijlage gescande onderzochte nota’s […]

1 [
[Factuurnummer] d.d. 20/04/07 [gedaagde] “Betreft originele nota van een echte aankoop van klant [gedaagde], [Klantnummer].[…]
10.
Voor het aanvullende onderzoek bij [fietsenwinkel y] ter verificatie van de twee overige door [gedaagde] ingediende aankoopnota’s heeft [naam 3], werkzaam bij Vidi (hierna: [naam 3]), op 26 januari 2009 een aanvullend onderzoeksrapport afgegeven (hierna: het derde onderzoeksrapport). Het derde onderzoeksrapport luidt, voor zover van belang, als volgt.
[…]
Conclusie
De door ons bij de winkelier[fietsenwinkel y]” te [plaats] voorgelegde zeven nota’s van de verzekerden/verdachten […] [gedaagde] zijn allen geheel vals.[…]
Bijlagen 1
Voor wat betreft de valselijke nota’s:
nota
factuurnummer
naam koper
1
[Factuurnummer]19/10/07
[gedaagde]
Deze fiets (merk en type) komt wel voor in het assortiment. Het vermelde slot komt niet overeen met het daadwerkelijk bij deze fiets te leveren slot. Ook het sleutelnummer is niet correct.
2
[Factuurnummer] d.d.
17-10-2008
[gedaagde]
Deze fiets (merk en type) komt wel voor in het assortiment. Het vermelde slot komt niet overeen met het daadwerkelijke bij deze fiets te leveren slot. Ook het vermelde sleutelnummer is niet correct. Het BTW nummer, onderzijde nota ontbreekt.
11.
Bij brief van 6 april 2009 heeft [naam 2], fraudecoördinator bij Unigarant (hierna: [naam 2]) onder meer het volgende geschreven aan [gedaagde].
[…]
Zoals u reeds had begrepen hebben we een uitgebreid onderzoek tegen u ingesteld ten aanzien van verschillende claims op fietsverzekeringen. Inmiddels is het onderzoek afgerond en hierbij zal ik u meedelen waarvan wij u beschuldigen.
Het betreft drie verschillende schades.
Schadenummer [schadenummer]
Verzekerde[gedaagde][…]
gekocht bij [fietsenwinkel x]
gekocht op 20-4-2007[…]
Hiervan is na onderzoek gebleken dat de door u ingediende aankoopnota vals is.
Schadenummer [schadenummer]
Verzekerde[gedaagde][…]
gekocht bij [fietsenwinkel y]
gekocht op 19-10-2007[…]
Hiervan is na onderzoek gebleken dat de door u ingediende aankoopnota vals is.
Schadenummer [schadenummer]
Verzekerde[gedaagde][…]
gekocht bij [fietsenwinkel y]
gekocht op 17-10-2008[…]
Ook hiervan is gebleken dat de door u ingeleverde aankoopnota vals is.
[…]
Het door ons ten onrechte uitgekeerde geldbedrag€4649,-vorder ik hierbij van u terug.
Doordat u met opzet heeft getracht ons op te lichten, hebben wij voor het onderzoek extra kosten moeten maken.[…]
De totale vordering komt daarmee op:€6785,95
Tevens heeft Unigarant N.V., op grond van voormelde feiten, besloten de volgende maatregelen tegen u te nemen:
- uw gegevens worden opgenomen in ons Incidentenregister. […]
- uw volledige personalia worden doorgegeven aan de Stichting CIS […]
- tenslotte hebben wij het Bureau Justitiële Zaken van het Verbond van Verzekeraars op de hoogte gebracht van de opname van uw persoonsgegevens in het Incidentenregister.[…]
12.
De incassogemachtigden van Unigarant hebben in de maanden oktober 2009, juli 2012 en januari 2013 meerdere aanmaningen verstuurd aan [gedaagde], deze hebben niet tot betaling geleid van het gevorderde bedrag.

Vordering en verweer in conventie

13.
Unigarant vordert  samengevat - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 8.394,74, bestaande uit het uitgekeerde schadebedrag van € 4.649,-, buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 847,-, rente tot aan de dagvaarding van € 761,79 en expertisekosten van € 2.136,95, vermeerderd met rente en kosten van het geding.
14.
Unigarant legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] tot (terug)betaling van deze bedragen is gehouden, omdat [gedaagde] verzekeringsfraude heeft gepleegd door valse aankoopnota’s in te dienen bij Unigarant met de opzet Unigarant te misleiden. [gedaagde] verliest op grond van artikel 7:941 lid 5 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en artikel 4 lid 2 en lid 3 van de algemene voorwaarden, iedere aanspraak op uitkering van schadepenningen door Unigarant. Nu Unigarant reeds is overgegaan tot uitkering van twee claims en in totaal een schadebedrag van € 4.649,- is uitgekeerd aan [gedaagde], is [gedaagde] dan ook gehouden tot terugbetaling van dit bedrag aan Unigarant. Het standpunt van [gedaagde] dat niet hij maar ene [naam 4], die hij via marktplaats.nl kende (hierna aan te duiden als [naam 4]) de fietsen heeft gekocht is een tardief en onaannemelijk standpunt. Unigarant is immers reeds sinds 2009 in contact met [gedaagde] en nimmer heeft [gedaagde] op de schriftelijke correspondentie gereageerd dan wel iets gezegd over [naam 4]. Ook in het onderzoeksrapport heeft [gedaagde] met geen woord gerept over [naam 4]. Dit terwijl [gedaagde] ruim de tijd heeft gehad om te reageren op de verdenkingen van Unigarant. Het verhaal van [gedaagde] bevat ook vele onjuistheden waarvoor hij geen, dan wel geen afdoende verklaring heeft. Op nota 3 is immers naast de naam van [gedaagde] ook het klantnummer van [gedaagde] vermeld. De nota die [gedaagde] aldus heeft gekregen van [fietsenwinkel x] van zijn enige echte aankoop, nota 1, moet zijn gebruikt om de valse nota te fabriceren. Dit volgt eveneens uit het feit dat de factuurdatum van de latere vervalste nota, dezelfde datum heeft als de echte nota van [fietsenwinkel x]. Als het verhaal over [naam 4] aldus waar is zou hij op dezelfde dag als [gedaagde] bij dezelfde fietsenwinkel geweest moeten zijn. De hiervoor omschreven omstandigheden komen volledig overeen met de in het onderzoeksrapport weergegeven methodiek. Feit is dat [gedaagde] drie valse aankoopnota’s heeft ingediend bij Unigarant en hier geen aannemelijke verklaring voor heeft. [gedaagde] is aldus gehouden tot terugbetaling van het reeds door Unigarant uitgekeerde schadebedrag en tot vergoeding van de door Unigarant gemaakte onderzoekskosten, aldus steeds Unigarant.
15.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] voert daartoe allereerst aan dat Unigarant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomsten nu de door Unigarant overgelegde voorwaarden ongedateerd zijn. Voorts voert [gedaagde] aan dat niet hij maar [naam 4] de fietsen heeft gekocht. [naam 4] had goede contacten in de detailhandel, liet [gedaagde] weten dat hij een bekende was in de fietswereld en bood [gedaagde] de fietsen aan tegen aantrekkelijke voorwaarden, waaronder een hoge inruilwaarde. [naam 4] heeft de fietsen aldus gekocht voor [gedaagde] en de aankoopnota’s op naam van [gedaagde] gezet. [gedaagde] had geen reden om te twijfelen aan de echtheid van de aankoopnota’s. Hoewel de uitkomst van het onderzoek dat de aankoopnota’s vals zijn niet wordt betwist, zijn dit de nota’s die [gedaagde] heeft ontvangen van [naam 4]. [gedaagde] had er geen weet van dat de nota’s vervalsingen zijn. Pas bij ontvangst van de dagvaarding werd het [gedaagde] duidelijk dat hij verdacht wordt van valsheid in geschrifte. Hoewel [gedaagde] reeds vanaf 2009 brieven heeft ontvangen van Unigarant, kwamen de beschuldigingen in de dagvaarding toch als een verrassing. [gedaagde] is immers nooit opgeroepen door de politie. De zich in het dossier bevindende brieven heeft hij ook niet allemaal ontvangen. De ontvangst van de dagvaarding was dan ook het eerste moment dat [gedaagde] het onderzoekrapport onder ogen kreeg. Het onderzoeksrapport is nimmer aan [gedaagde] voorgelegd ter controle en [gedaagde] heeft aldus niet de mogelijkheid gehad om opmerkingen te maken op het onderzoeksrapport. Dat het verhaal over [naam 4] in het onderzoeksrapport niet voorkomt is dan ook te wijten aan het feit dat er tijdens het onderzoek dingen door [gedaagde] zijn gezegd die niet in het onderzoeksrapport zijn opgenomen. Uit het enkele feit dat [gedaagde] Unigarant niet heeft gemeld dat niet hij maar [naam 4] de fietsen had gekocht kan bovendien geen opzet in de zin van artikel 7:941 lid 5 worden aangenomen. Deze informatie is immers niet van dien aard dat geoordeeld kan worden dan Unigarant bij bekendheid met deze informatie de overeenkomsten niet was aangegaan. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van Unigarant met veroordeling van Unigarant in de proceskosten.
16.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Vordering en verweer in reconventie

17.
[gedaagde] vordert in reconventie dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Unigarant veroordeelt om binnen 14 dagen na vonniswijzing, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag:
1) met terugwerkende kracht subsidiair met onmiddellijke ingang de in het verleden door Unigarant geïnitieerde opname van de gegevens van [gedaagde] in haar incidentenregister ongedaan te maken;
2) met terugwerkende kracht subsidiair met onmiddellijke ingang de door haar geïnitieerde opname van de gegevens van [gedaagde] in de bestanden van de Stichting CIS te Zeist ongedaan te maken;
3) het Bureau Justitiële Zaken van het Verbond van Verzekeraars te berichten dat Unigarant in het verleden ten onrechte de gegevens van [gedaagde] in haar Incidentenregister heeft opgenomen;
4) te bewerkstelligen dat het Verbond van Verzekeraars een eventuele dienovereenkomstig luidende registratie met terugwerkende kracht ongedaan maakt.
Tevens vordert [gedaagde] veroordeling van Unigarant in de kosten van het geding.
18.
Unigarant voert verweer tegen de vordering van [gedaagde] en voert daartoe – kort gezegd – aan dat zij bij de beslissing om tot registratie van de persoonsgegevens van [gedaagde] over te gaan heeft gehandeld overeenkomstig het Protocol incidentenwaarschuwingssysteem financiële instellingen (hierna: het protocol). Unigarant voert aan dat zij op basis van het protocol een juiste belangenafweging heeft gemaakt en op terechte gronden tot registratie van de gegevens van [gedaagde] is overgegaan.
19.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Beoordeling in conventie

20.
Unigarant heeft zich beroepen op het verval van rechten van [gedaagde] uit hoofde van de overeenkomsten. Daarbij heeft [gedaagde] zich gebaseerd op artikel 7:941 lid 5 BW en artikel 4 lid 2 en 3 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter stelt voorop dat de relevante bepalingen uit de algemene voorwaarden geen ander criterium stellen voor verval van recht uit hoofde van de verzekering dan genoemd wetsartikel. Nu de vordering van Unigarant derhalve kan worden beoordeeld aan de hand van het toepasselijke wettelijke criterium, kan in het midden blijven of de overgelegde algemene voorwaarden op de overeenkomsten van toepassing waren. Nadere bewijslevering op dit punt is derhalve niet nodig.
21.
Voor een geslaagd beroep op artikel 7:941 lid 5 BW is vereist dat aangenomen kan worden dat de verzekerde verkeerde inlichtingen aan de verzekeraar heeft gegeven met de opzet deze te misleiden.
22.
Vast staat dat [gedaagde] aankoopnota’s aan Unigarant heeft verstrekt die blijkens het onderzoeksrapport als vals dienen te worden aangemerkt. Daarmee heeft [gedaagde] onjuiste inlichtingen verschaft aan Unigarant. [gedaagde] stelt zich echter op het standpunt dat bij hem geen opzet tot misleiden aanwezig is geweest. Nu Unigarant zich beroept op de rechtsgevolgen van artikel 7:941 lid 5 BW, is het aan haar om te stellen en bij voldoende gemotiveerde betwisting te bewijzen dat aan deze voorwaarden voor het verval van uitkering is voldaan.
23.
Unigarant baseert haar stelling dat [gedaagde] de opzet had haar te misleiden onder meer op de uitkomst van het onderzoeksrapport waaruit volgt dat bij het vergelijken van schadeclaims van een aantal met elkaar in verbinding te brengen verzekerden, is opgevallen dat hier vermoedelijk sprake is van een groep personen die gebruik maken van dezelfde methodiek. Met Unigarant is de kantonrechter van oordeel dat het onderhavige geval sterke gelijkenissen vertoont met de methodiek zoals omschreven in het onderzoekrapport, hiervoor opgenomen onder 8. In de onderhavige situatie is immers onder meer sprake van 1 originele aankoopnota, nota 1, en drie valse (door [gedaagde] aan Unigarant verstrekte) nota’s. Tevens komt het klantnummer van nota 1 (zie hiervoor onder r.o. 1) en nota 2 (zie hiervoor onder r.o. 5) overeen en hebben de nota’s ook dezelfde factuurdatum. Het komt de kantonrechter dan ook voor dat (zoals tevens blijkt uit de conclusie van het onderzoeksrapport) de vervalser van nota 2 de beschikking dient te hebben gehad over nota 1. [gedaagde] heeft hiervoor geen verklaring gegeven en heeft slechts aangevoerd dat niet hij maar [naam 4] de fietsen heeft gekocht en hij geen idee had dat de nota’s vals waren. [gedaagde] heeft daarmee naar het oordeel van de kantonrechter nagelaten een verklaring te geven voor het feit dat de vervalser van nota 2 de beschikking moet hebben gehad over de persoonlijke gegevens van [gedaagde].
24.
[gedaagde] heeft eveneens nagelaten een afdoende verklaring te geven voor het feit dat hij pas in een laat stadium heeft verklaard dat niet hij maar [naam 4] de fietsen had gekocht. Het ter comparitie aangevoerde verweer van [gedaagde] dat hij het onderzoeksrapport niet tijdig onder ogen heeft gehad en hierdoor niet heeft kunnen opmerken dat het onderzoeksrapport niet volledig was, acht de rechtbank een onvoldoende gemotiveerde betwisting van hetgeen Unigarant hierover heeft aangevoerd. Allereerst is van belang dat uit de in het onderzoeksrapport wel opgenomen verklaring wel wordt gesproken over de verbazing van de rapporteur over de hoge inruilwaarde van de fietsen. [gedaagde] heeft nagelaten een verklaring te geven waarom hij in antwoord daarop [naam 4] niet heeft genoemd, nu hij stelt dat deze [naam 4] voor hem die hoge inruilprijs kon regelen. Voor zover [gedaagde] zich op het standpunt stelt dat hij [naam 4] wel genoemd zou hebben, heeft hij onvoldoende gemotiveerd aangevoerd wat de beweegredenen van de rapporteur zouden zijn deze verklaringen (valselijk) achterwege te laten. [gedaagde] had bovendien ook achteraf, ter comparitie, een deugdelijke verklaring over deze gang van zaken kunnen geven. De door [gedaagde] achteraf gegeven uitleg is naar het oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende. De stelling van [gedaagde] dat hij verrast was door de beschuldigingen van Unigarant, komt de kantonrechter eveneens onaannemelijk voor. Los van de vraag welke brieven van Unigarant [gedaagde] wel of niet heeft ontvangen, heeft [gedaagde] ter comparitie erkend dat hij vanaf 2009 brieven heeft ontvangen van Unigarant waarin beschuldigingen stonden. Het had aldus op zijn minst op de weg van [gedaagde] gelegen om opheldering te vragen aan Unigarant over deze beschuldigingen. [gedaagde] had dan ook nog op een later moment in reactie op deze beschuldigingen aan Unigarant een verklaring kunnen geven voor het indienen van de valse nota’s. Ook dit echter heeft [gedaagde] nagelaten.
25.
Het voorgaande leidt ertoe dat de kantonrechter de stellingen van Unigarant onvoldoende gemotiveerd betwist acht, zodat van de juistheid daarvan kan worden uitgegaan. Deze stellingen kunnen de conclusie dragen dat [gedaagde] verkeerde inlichtingen aan Unigarant heeft gegeven met de opzet haar te misleiden. De verplichting voor Unigarant tot uitkering van de schade is aldus vervallen. Dit zou alleen anders kunnen zijn indien zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan die ertoe leiden dat het gehele verval van de uitkering niet gerechtvaardigd is. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken.
26.
Nu Unigarant geen uitkering onder de verzekering verschuldigd is en was aan [gedaagde], is zij ook de eerder gedane schade-uitkeringen naar aanleiding van de schadeclaims niet verschuldigd. Het uitgekeerde bedrag van € 4.649,-, kan als onverschuldigd betaald teruggevorderd worden. Dit onderdeel van de vordering van Unigarant wordt dan ook toegewezen.
27.
Wat de expertise- en onderzoekskosten betreft heeft Unigarant drie declaraties overgelegd. Nu de kantonrechter uitgaat van opzet tot misleiding was Unigarant op grond van artikel 7:941 lid 5 BW, zoals hierboven geoordeeld, geen uitkering verschuldigd aan [gedaagde]. De kosten die Unigarant heeft gemaakt bij de beoordeling van de door [gedaagde] ingediende claims moeten daarom naar het oordeel van de kantonrechter voor rekening van [gedaagde] komen. Het bedrag van € 2.136,95 zal dan ook worden toegewezen.
28.
[gedaagde] heeft door na te laten (tijdig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, Unigarant genoodzaakt tot het treffen van incassomaatregelen. De door Unigarant gevorderde buitengerechtelijke incassokosten stroken met het bij de kantonrechter gebruikelijke tarief, zodat deze worden toegewezen.
29.
De gevorderde rente en de gevorderde rente over de hoofdsom zal als onvoldoende weersproken eveneens worden toegewezen.
30.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Unigarant worden begroot op:
- vast recht 448,00
- dagvaarding 99,82
- salaris advocaat
500,00(2 punten × tarief EUR 250)
Totaal EUR  1.047,82

De beoordeling in reconventie

31.
Aan de vordering tot ongedaanmaking van de opname van de gegevens van [gedaagde] in het incidentenregister van Unigarant en de meldingen aan de Stichting CIS en het bureau Justitiële Zaken van het Verbond van Verzekeraars heeft [gedaagde] geen enkele specifieke stelling gewijd. In haar conclusie van antwoord in reconventie heeft Unigarant de opname in het incidentenregister en de meldingen nader toegelicht, waarbij zij heeft gesteld dat hierbij is gehandeld overeenkomstig het protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen. Zij heeft ook gesteld dat zij op basis van het protocol een juiste belangenafweging heeft gemaakt. [gedaagde] heeft deze stellingen van Unigarant niet weersproken. Hij heeft ook niet betwist dat als er sprake is van schending van de verplichtingen als bedoeld in artikel 7:941 lid 1 en 2 met de opzet te misleiden de opname in het incidentenregister en de meldingen gerechtvaardigd zijn. Als niet gemotiveerd wordt de vordering van [gedaagde] dan ook afgewezen.
32.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Unigarant begroot op:
- salaris advocaat
125,00(1/2 punt × tarief EUR 250,-).

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie

veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Unigarant van:
- € 6.785,95,- aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2013 tot aan de voldoening;
- € 761,79 aan wettelijke rente berekend vanaf 21 oktober 2009 tot 6 februari 2013;
- € 847,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Unigarant tot op heden begroot op € 1.047,82;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;

in reconventie

wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Unigarant tot op heden begroot op € 125,-;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. C.H. Rombouts, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 augustus 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter