Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 17 april 2013 waarbij een comparitie van partijen is gelast, met de daarin vermelde stukken,
- het proces-verbaal van comparitie van 21 januari 2013, met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
”gesloten die is ondertekend door [naam] (hierna: [naam]). Hij handelde blijkens de tweede pagina van de overeenkomst daarbij als bestuurder van Koopstudio B.V. (hierna: Koopstudio), welke vennootschap handelde als zelfstandig bevoegd bestuurder van Koopstudio Woonconcepten B.V. (hierna: Koopstudio Woonconcepten), die handelde als zelfstandig bestuurder van Koopstudio Nederland B.V. (hierna Koopstudio Nederland) die op haar beurt weer handelde voor zich en/of als mondeling gevolmachtigde van de bestuurders van de Woonvereniging [adres] (hierna: de Woonvereniging).
(€ 199.500,00), exclusief overdrachtsbelasting. Het totaal te financieren bedrag, inclusief overdrachtsbelasting, bedraagt […] (€ 214.366,00). […]
”.
”
TOETREDING WOONVERENIGING, GEBRUIKSRECHT
BEPALINGEN
”
4.De beoordeling
- Ten onrechte heeft de notaris [eiseres] niet gewezen op de paraplu-hypotheek en het risico voor [eiseres] dat de Rabobank het pand van de woonvereniging zou uitwinnen voor andere schulden dan de schuld die [eiseres] zelf was aangegaan voor de financiering van het inleggeld;
- Ten slotte heeft de notaris [eiseres] ten onrechte niet gewezen op het risico dat zij liep doordat zij het inleggeld betaalde maar het pand nog niet verbouwd en opgeleverd was terwijl ter afdekking van dat risico slechts een bedrag bij de notaris in depot werd gehouden gelijk aan 10% van het inleggeld;