Uitspraak
alsmede in de zaak van 20 andere eisers overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding,
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht.
Van eisers waren aanwezig: [A], [functie] van de Nederlandse Loodsencorporatie, [B], [C] en [D] met mrs. Kleinhout en Tjiam. Verder was namens eisers aanwezig [E].
2.De feiten
Het Nederlands Loodswezen bestaat komende jaar 25 jaar in zijn huidige zelfstandige vorm.Wij zouden graag om dit jubileum te vieren een boek uit willen brengen over het verleden, heden en de toekomst van het Nederlands Loodswezen.Na het lezen van het boek ‘[titel]’, zouden wij het erg leuk vinden om in zo’n soort vorm ook ons boek uit te willen brengen.Wij zouden deze dan op 25 september aan de Minister van Infrastructuur en Milieu willen overhandigen.Onze vraag aan jullie is of jullie in de gelegenheid zijn om dit voor ons te doen. Graag zou ik met jullie een oriënterend gesprek willen plannen met de [functie] van de Nederlandse Loodsencorporatie [A].2.4. [gedaagde] heeft de hiervoor geciteerde e-mail beantwoord op 15 februari 2013. In zijn e-mail is onder meer het volgende opgenomen.
Met genoegen maak ik een afspraak met u en alvast gefeliciteerd met het 25 jarig bestaan van het Loodswezen.We hebben ook in het verleden met genoegen met Loodswezen samengewerkt.Graag maken wij het boek voor u.Helaas heeft meneer [F] een heel drukke baan bij Fokker, zodat u het met ondergetekende moet doen, echter het ontwerp, de fotos en het idee van het boek was van mij dus we komen een heel eind.
[E] en [gedaagde]. Nadien heeft [gedaagde] de door eisers als productie 2 in het geding gebrachte brief geschreven. Hierin is onder meer opgenomen:
Vanuit de ervaring die ik heb, denk ik dat ik voor het print-klaar maken van een boek voor jullie 200 – 250 uur kwijt ben.Voor het maken van het boek vraag ik dan 15.000 euro, ongeveer 60 euro per uur. Eerlijk gezegd voel ik me zelf meer senang bij 85 euro per uur, maar ik vind het ook een fiks bedrag, dus dat laat ik aan jullie over.Daarnaast zijn er de drukkosten. Ik heb mijn boeken altijd laten drukken bij drukkerij Wilco in Nederland. Snel en goed. Mijn contactpersoon daar staat nu op de skilatten, dus ik kan niet zeggen wat zij voor het boek vragen. Reken bij een oplage van 2000 op 3 euro per boek low end en bij high end kwaliteit op 7 euro per boek.De activiteiten zoals interviews doen, tekst schrijven, afstemmen, redactie, beeldmateriaal vervaardigen, DTP (de vormgeving die ik betaal) etc, kosten wel 200-250 uur. (…)Jullie nieuwe boek zou ik van binnenuit willen maken in relatie tot de omgeving. Dan gaat het om de loods en de mensen die bij het loodswezen werken zelf. De volgorde in het boek wordt dan de loods met zijn verhaal en zijn materiaal (de boot) en de mensen die hem daarbij ondersteunen in het loodswezen.Mijn idee is dan als volgt: ik maak portretten van een 12 tal loodsen en medewerkers. (…)Met die portretten maken we afspraken met de mensen die jij noemde en vragen hen om hun commentaar/visie op die ervaringsverhalen. Ook dat zetten we in het boek.(…)
Naar aanleiding van onze mondelinge overeenkomst, sturen wij u hierbij de bevestiging dat in wederzijds overleg de kosten voor het schrijven van het boek ter eren van ons 25 jarig bestaan, zijn vastgesteld op 18.000 euro en dat u uw facturen over 6 maanden zult spreiden en zult indienen.
Dit jaar bestaan wij als Loodswezen 25 jaar en de NLC zal voor deze gelegenheid een boek uitbrengen. In dit boek zal de mens binnen het loodswezen centraal staan en hebben wij de regiovoorzitters gevraagd om een loods en een medewerker voor te dragen om mee te werken aan het interview. En jullie zijn het geworden!Mijn eerste vraag aan jullie is natuurlijk of jullie hieraan mee willen werken. (…)[gedaagde] is onze schrijver. Voor hem is het makkelijk om jullie interviews op een dag te plannen.(…)[gedaagde] zal op die dag ook foto’s maken, het liefst in de werkomgeving. (…)2.8. Als productie 5 hebben eisers vier e-mails van 14 maart 2013 in het geding gebracht van de Nederlandse Loodsencorporatie gericht aan externen. Hierin is onder meer het volgende opgenomen.
Dit jaar staan wij stil bij het feit dat het Nederlands Loodswezen 25 jaar geleden, op 1 september 1988, verzelfstandigd is.Ter ere van dit jubileum brengt het Nederlands Loodswezen een boek uit.Wij hebben de heer [gedaagde] benadert om dit boek voor ons te schrijven. (…)Wij willen u vragen een bijdrage te leveren aan dit jubileumboek. In het geval u hier positief op reageert zal de heer [gedaagde] contact met u opnemen.
Bij brief d.d. 12 maart 2013 bevestigt u (…) dat tussen partijen is afgesproken dat cliënt een boek gaat schrijven ter ere van het 25 jarig bestaan van Nederlands Loodswezen, dat in wederzijds overleg tussen partijen de kosten voor het schrijven van het boek zijn vastgesteld op 18.000,- ex BTW en dat cliënt dit geldbedrag in zes termijnen maandelijks zal factureren. Voornoemd geldbedrag ziet enkel op de kosten met betrekking tot het schrijven van het boek. Overige kosten met betrekking tot het boek vallen hier buiten en zijn voor rekening van Nederlands Loodswezen. (…)Partijen zijn daarnaast overeengekomen dat het boek tijdens een feestelijke presentatie tijdens jubileum festiviteiten aan het publiek gepresenteerd wordt door Nederlands Loodswezen. Ten behoeve van deze presentatie zou Nederlands Loodswezen 2000 exemplaren van het boek afnemen. Daarnaast zijn partijen overeengekomen dat Nederlands Loodswezen zorg zal dragen voor de verdere bekendmaking van het boek.In overleg zijn partijen tot het idee gekomen om in het boek de mensen die werkzaam zijn c.q. waren bij Nederlands Loodswezen centraal te zetten. Derhalve is afgesproken om portretten van werknemers in het boek te plaatsten, alsmede de interviews met werknemers en externe partijen in het boek te verwerken.Het boek zou uit twee onderdelen bestaan.1. De dossiers. Deze dienden feitelijk geheel juist te zijn. De dossiers zijn door u in de week van 16 juli 2013 geautoriseerd teruggestuurd en u deed hierover de mededeling dat ze uitstekend zijn.2. De interviews. (…) Alle geïnterviewden hebben op de transcripties gereageerd en toestemming gegeven om de door haar of hem verschafte informatie te publiceren. Iedere geïnterviewde heeft aldus toestemming gegeven voor het publiceren van de door hem of haar verschafte informatie in woord en beeld.(…)Bij brief d.d. 25 juli 2013 stelt u echter dat de aangeleverde (concept)stukken niet aan de verwachtingen voldoen en beëindigt u – zonder voorafgaande ingebrekestelling – namens Nederlands Loodswezen de samenwerking tegen finale kwijting van de op Nederlands Loodswezen rustende verplichtingen jegens cliënt en onthoudt u uw goedkeuring voor verdere verwerkingen en interviews en overige teksten, alsmede verbiedt u uitgave van het boek.Thans komt Nederlands Loodswezen de op haar rustende verplichtingen jegens cliënt niet na c.q. kondigt aan deze niet na te komen. Zonder enige ingebrekestelling vooraf, heeft Nederlands Loodswezen immers de samenwerking met cliënt beëindigd. Daarbij laat Nederlands Loodswezen na haar stelling – inhoudende dat het werk van cliënt niet aan de verwachtingen voldoet – behoorlijk te onderbouwen. Evenmin geef zij aan cliënt de mogelijkheid om binnen een bepaalde termijn de gebreken – welke cliënt stellig betwist – te herstellen, terwijl hier voldoende tijd voor bestond, namelijk twee maanden. Wegens voornoemd handelen heeft cliënt schade geleden welke voor rekening komt van Nederlands Loodswezen.Geheel in strijd met hetgeen overeengekomen tussen partijen zal immers het boek niet door Nederlands Loodswezen gepresenteerd worden aan het publiek tijdens een presentatie, wordt de bekendmaking van het boek niet verzorgd door Nederlands Loodswezen en wordt door Nederlands Loodswezen goedkeuring voor verdere verwerking van de teksten en interviews ontzegd, alsmede voor uitgave van het boek. Daarnaast bestaat een achterstand in betaling aan de zijde van Nederlands Loodswezen ad € 3.000,- (één termijn).De door cliënt geleden schade bestaat uit de volgende geldbedragen. Pre-press kosten van de drukkerij ad € 3.600,- welke reeds zijn voldaan door cliënt, reiskosten van cliënt om en nabij € 1.000,- en de laatste betalingstermijn ad € 3.000,-. Daarnaast loopt cliënt omzet mis wegens het feit dat het boek niet door het Nederlands Loodswezen tijdens een feestelijke presentatie wordt gepresenteerd, alsmede Nederlands Loodswezen geen zorg draagt voor bekendmaking van het boek. Nu Nederlands Loodswezen het boek niet onder de aandacht van het publiek zal brengen, zal cliënt de voorheen verwachte eerste oplage van 5000 boeken niet halen en loopt hij een omzet mis ad voorlopig begroot op € 82.000,-. Derhalve heeft cliënt schade geleden ter hoogte van € 89.600,-.Nu het auteursrecht met betrekking tot het boek toekomt aan cliënt – zoals reeds door u erkend bij brief d.d. 25 juli 2013 – staat het cliënt vrij om het boek openbaar te maken en te verveelvoudigen. U beweert dat in het boek onjuistheden vermeld staan. Cliënt verzoekt Nederlands Loodswezenbinnen vijf werkdagen na dagtekening van deze briefdeze onjuistheden kenbaar te maken. Indien cliënt binnen voorgenoemde termijn niet van Nederlands Loodswezen verneemt, gaat hij ervan uit dat de inhoud van het boek feitelijk juist is.Cliënt geeft Nederlands Loodswezenvijf werkdagen na dagtekening van deze briefde tijd om met een voorstel te komen om verdere juridisering te voorkomen.
2.13. Als productie 10 hebben eisers 20 verklaringen in het geding gebracht van geïnterviewden (die in dit geding ook als eisers optreden). In deze verklaringen is onder meer opgenomen:
In maart jl. heeft het Loodswezen mij gevraagd mee te werken aan een interview met [gedaagde] ten behoeve van het jubileumboek dat het Loodswezen in beperkte oplage als relatiegeschenk wilde uitbrengen ter gelegenheid van zijn 25 jarig bestaan. Slechts voor dit doel heb ik mijn medewerking aan het interview verleend.Ik heb begrepen dat het Loodswezen onlangs heeft besloten dit jubileumboek niet meer uit te brengen. Ik begrijp nu dat [gedaagde] mijn interview (…) mogelijk zal gebruiken voor andere doeleinden, bijvoorbeeld om een eigen boek over het Loodswezen te publiceren. Dit betekent dat mijn interview tegen de afspraken in voor andere doeleinden zal worden gebruikt dan de publicatie waarvoor ik destijds mijn toestemming heb gegeven. Hier ga ik niet mee akkoord.(…)
3.Het geschil
(a) een bevel dat [gedaagde] de interviews (of gedeelten daarvan) op geen enkele wijze mag verspreiden of openbaar maken, op straffe van dwangsommen;
(b) een bevel dat [gedaagde] de foto’s van de geportretteerden op geen enkele wijze mag verspreiden of openbaar maken, op straffe van dwangsommen;
(c) een bevel dat [gedaagde] de informatie die hij heeft verkregen uit interne dossiers die eigendom zijn van de Nederlandse Loodsencorporatie (met uitzondering van informatie die via publieke bronnen reeds bekend is) op geen enkele wijze mag verspreiden of openbaar maken, op straffe van dwangsommen;
(d) een bevel dat [gedaagde] zijn uitgever op de hoogte stelt van de inhoud van dit vonnis, op straffe van dwangsommen;
(e) met veroordeling [gedaagde] van de kosten in dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De Nederlandse Loodsencorporatie heeft van begin af aan duidelijk gemaakt dat zij als opdrachtgever van het boek ook de eindredactie op zich zou nemen. Omdat het boek tevens als relatiegeschenk zou worden gebruikt, moest de Nederlandse Loodsencorporatie de laatste hand hebben in de eindtekst. Om deze reden diende [gedaagde] zijn teksten tijdig in te leveren, zodat de Nederlandse Loodsencorporatie nog wijzigingen kon doorvoeren. De personen die door [gedaagde] zijn geïnterviewd en gefotografeerd zijn geselecteerd en benaderd door de Nederlandse Loodsencorporatie. Deze personen hebben hun medewerking aan het boek verleend, uitsluitend omdat zij wisten dat het een jubileumboek zou worden en omdat zij de Nederlandse Loodsencorporatie een warm hart toedragen. Zij hebben nimmer hun toestemming verleend voor een commerciële uitgave van het boek door [gedaagde]. Naast interviews en foto’s kon [gedaagde] voor het schrijven van het boek putten uit interne dossiers die eigendom zijn van de Nederlandse Loodsencorporatie. Deze dossiers bevatten informatie die voor het grootste gedeelte niet beschikbaar is via openbare bronnen. Omdat het “interne” dossiers betrof, is ook hier van belang dat de Nederlandse Loodsencorporatie de eindredactie moest kunnen voeren.
In juli 2013 ontving de Nederlandse Loodsencorporatie het grootste gedeelte van de teksten van [gedaagde]. Tegelijkertijd ontving de Nederlandse Loodsencorporatie een groot aantal klachten van geïnterviewden over de bejegening en de werkwijze van [gedaagde]. Aangezien de teksten onmogelijk in een jubileumboek (dat ook als relatiegeschenk moest dienen) zouden kunnen verschijnen, hebben medewerkers van de Nederlandse Loodsencorporatie diverse keren contact gehad met [gedaagde]. Tot hun verbazing liet [gedaagde] hen weten dat zij aan de tekst niets mochten veranderen. Bovendien liet hij zich erg neerbuigend en onbeschoft uit over de kwaliteiten van [A] en [E] (respectievelijk [functie] en [functie] van de Nederlandse Loodsencorporatie).
Partijen raakten vervolgens in een impasse omdat [gedaagde] weigerde door de Nederlandse Loodsencorporatie gesuggereerde aanpassingen door te voeren. Omdat een oplossing uitbleef zag de Nederlandse Loodsencorporatie zich genoodzaakt de opdracht aan [gedaagde] te beëindigen. Overigens heeft de Nederlandse Loodsencorporatie aan [gedaagde] alle zes de termijnen van € 3.000,- plus de reiskosten betaald. Na het beëindigen van de opdracht is de Nederlandse Loodsencorporatie gebleken dat [gedaagde] een eigen commerciële uitgave van het boek voorstaat. Dit blijkt onder meer uit de brief van de raadsman van [gedaagde] van 31 juli 2013 (zie 2.11). Hierdoor handelt [gedaagde] onrechtmatig jegens de Nederlandse Loodsencorporatie en jegens de geïnterviewden, die hiervoor geen toestemming hebben gegeven. Bovendien heeft hij als opdrachtnemer jegens de Nederlandse Loodsencorporatie niet de zorg in acht genomen die van een goed opdrachtnemer ingevolge artikel 7:401 BW mag worden verwacht. Deze norm strekt zich ook uit tot
nahet eindigen van de opdracht.
4.De beoordeling
dat in wederzijds overleg de kosten voor het schrijven van het boek ter eren van ons 25 jarig bestaan, zijn vastgesteld op 18.000 euro (…).Uit de wederzijdse standpunten die partijen in dit geding hebben ingenomen, blijkt dat zij de overeenkomst op geheel verschillende wijze opvatten. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan de gemaakte afspraken en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
initiatiefvoor het boek lag bij de Nederlandse Loodsencorporatie en dat het boek moest verschijnen vanwege het 25-jarig jubileum van het Nederlands Loodswezen. Hiervoor wordt verwezen naar de e-mail van 15 februari 2013 van de Nederlandse Loodsencorporatie (zie 2.3), waarin is opgenomen:
Wij zouden graag om dit jubileum te vieren een boek uit willen brengen over het verleden, heden en de toekomst van het Nederlands Loodswezen.Dat het een boek moest worden van en voor de Nederlandse Loodsencorporatie blijkt tevens uit de woorden ‘ons’ in dezelfde e-mail:
Na het lezen van het boek ‘[titel]’, zouden wij het erg leuk vinden om in zo’n soort vorm ook ons boek uit te willen brengen.En:
Onze vraag aan jullie is of jullie in de gelegenheid zijn om dit voor ons te doen.4.3. Nadat tussen partijen een eerste gesprek heeft plaatsgevonden, heeft [gedaagde] opnieuw een bericht gestuurd naar de Nederlandse Loodsencorporatie (zie 2.5). Hieruit volgt dat hij bereid is de werkzaamheden voor de Nederlandse Loodsencorporatie op uurtarief te verrichten, dat de drukkosten van het boek voor rekening van de Nederlandse Loodsencorporatie komen en dat partijen (kennelijk) uitgingen van een oplage van 2000. Bovendien betitelt [gedaagde] het boek als
Jullie nieuwe boek (…).
inputvan de Nederlandse Loodsencorporatie vroeg, dat van [gedaagde] zijn teksten tussentijds inleverde bij de Nederlandse Loodsencorporatie en vroeg om een reactie hierop. Verwezen wordt naar een e-mail van 24 mei 2013 van [gedaagde] (productie 7 van eisers) waarin onder meer is opgenomen:
Bijgaand 1. De inhoudsopgave. de vraag is nog even, of jullie daar dingen in missen, of dingen willen schrappen. Er is zoveel en er wordt zoveel niet besproken, dus keuzes moeten gemaakt worden.Tevens wordt in dit verband verwezen naar een e-mail van 5 juni 2013 van [gedaagde] (eveneens productie 7 van eisers) waarin onder meer is opgenomen:
Ik verwacht nog reactie op alle stukken voor dat ik het definitief kan maken graag jullie bijdrage, want jullie zitten op het kritische pad.
jubileumboeken
relatiegeschenk. Tijdens de zitting heeft [gedaagde] benadrukt dat hem voor ogen stond dat de gang van zaken met betrekking tot de totstandkoming van het boek, hetzelfde was of zou moeten zijn als met betrekking tot de totstandkoming van zijn eerdere boek “[titel]”. In dit verband heeft [gedaagde] aangevoerd dat zou zijn afgesproken dat de Nederlandse Loodsencorporatie een afnameplicht van 2000 exemplaren van het boek zou hebben en dat een veel hogere totaaloplage zou worden nagestreefd. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat [gedaagde] op grond van diverse omstandigheden niet had mogen aannemen dat de gang van zaken met betrekking tot de twee boeken hetzelfde zou zijn. Immers Ordina gold als sponsor/financier van het boek “[titel]” dat door [gedaagde] (althans door zijn eigen uitgeverij) is uitgegeven. De kosten van het boek zijn door [gedaagde], althans door zijn eigen uitgeverij gefinancierd. Dat [gedaagde] het onderhavige boek zou uitgeven, valt ook niet te rijmen met de inhoud van de brief van zijn raadsman van 31 juli 2013 (zie 2.11) waarin is opgenomen:
Voornoemd geldbedrag(bedoeld is het bedrag van € 18.000,-, vzr.)
ziet enkel op de kosten met betrekking tot het schrijven van het boek. Overige kosten met betrekking tot het boek vallen hier buiten en zijn voor rekening van Nederlands Loodswezen.Ordina had voorts geen enkele bemoeienis met de inhoud van het boek, terwijl vaststaat dat [gedaagde] zijn teksten bij de Nederlandse Loodsencorporatie inleverde en om een reactie vroeg. Op grond van de gesignaleerde verschillen kan niet worden aangenomen dat [gedaagde] er in redelijkheid vanuit mocht gaan dat de gang van zaken bij het onderhavige boek dezelfde zou zijn als bij “[titel]”. Overigens blijkt uit de stukken op geen enkele wijze dat de Nederlandse Loodsencorporatie een afnameplicht van 2000 boeken had jegens [gedaagde].
nietuit te geven. Als oorzaak hiervoor heeft zij aangegeven dat sprake was van wrijvingen met [gedaagde] en dat [gedaagde] zijn werk niet naar behoren verrichtte. Of dit laatste juist is, hoeft in dit kort geding niet te worden onderzocht omdat het afgesproken honorarium, ondanks de kritiek van de Nederlandse Loodsencorporatie op het functioneren van [gedaagde], aan [gedaagde] is betaald. Waar het in dit geding om gaat is dat het [gedaagde]
nietvrij staat het boek
weluit te geven. Dat hij het boek zou mogen uitgeven, volgt niet uit de gemaakte afspraken. Ook als geoordeeld zou worden dat [gedaagde] het exclusieve auteursrecht op de teksten en de foto’s zou toekomen, geeft dit hem niet het recht het boek uit te geven. Een (exclusief) auteursrecht geeft immers niet het recht een werk te openbaren, als gemaakte afspraken hieraan in de weg staan. Derhalve hoeft in dit kort geding evenmin te worden onderzocht aan wie het auteursrecht toekomt. Dat de geïnterviewden, althans een aantal van hen, aanvankelijk de door [gedaagde] uitgewerkte interviews hebben geaccordeerd, kan evenmin iets aan de uitkomst van dit geding veranderen. Uit het feit dat zij thans tot de eisers in dit kort geding behoren, blijkt dat zij geen algemene toestemming hebben willen geven voor elke publicatie (in welke vorm dan ook).
5.De beslissing
€ 20.000,-, te vermeerderen met een dwangsom van € 5.000,- voor elke publicatie waarmee of elke keer dat [gedaagde] dit bevel overtreedt, met een maximum van in totaal € 50.000,-,
€ 816,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over deze bedragen, vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis, tot aan de dag van voldoening,