ECLI:NL:RBAMS:2013:7096

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2013
Publicatiedatum
29 oktober 2013
Zaaknummer
KK 13-1485
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting arbeidsovereenkomst en vertegenwoordiging in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 25 oktober 2013, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. L.Chr. Kranendonk, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, Jepie Pikin, vertegenwoordigd door mr. L.L.M.M. Smeets. De kern van het geschil betreft de vraag of de arbeidsovereenkomst van eiseres, die op 15 augustus 2013 eindigde, verlengd kon worden op basis van een aanbod dat zij had ontvangen van een medewerker van een stichting die Jepie Pikin financieel ondersteunt. Eiseres stelt dat zij een aanbod tot verlenging heeft gekregen, dat zij heeft aanvaard, en dat Jepie Pikin de schijn heeft gewekt dat de stichting bevoegd was om namens hen op te treden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de vordering van eiseres in een bodemprocedure kans van slagen heeft. De rechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen door aanbod en aanvaarding, en dat eiseres te goeder trouw mocht afgaan op het aanbod van de medewerker van de stichting. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, waarbij Jepie Pikin werd veroordeeld tot betaling van het salaris van eiseres vanaf 1 augustus 2013, vermeerderd met wettelijke rente en verhoging. Tevens werd Jepie Pikin veroordeeld in de proceskosten van eiseres.

De rechter heeft benadrukt dat de verhouding tussen partijen hersteld moet worden voordat eiseres kan terugkeren naar haar werkzaamheden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke vertegenwoordiging in arbeidsrelaties en de gevolgen van schijnvertegenwoordiging.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT – TEAM KANTON
KORT GEDING
Kenmerk : KK 13-1485
Datum : 25 oktober 2013
245
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam op de vordering van:

[eiseres]

wonende te [woonplaats]
eiseres, nader te noemen [eiseres]
gemachtigde: mr. L.Chr. Kranendonk
t e g e n:

STICHTING JEPIE PIKIN

gevestigd te Amsterdam Zuidoost
gedaagde, nader te noemen Jepie Pikin
gemachtigde: mr. L.L.M.M. Smeets

HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 18 september 2013 heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 15 oktober 2013 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Voorafgaand aan de zitting hebben beide partijen nog stukken ingediend en heeft Jepie Pikin schriftelijk gereageerd op de dagvaarding.
Ter zitting is [eiseres] verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. Jepie Pikin is verschenen bij [naam 1] en [naam 2], en haar gemachtigde.
Partijen hebben hun standpunten wederzijds toegelicht, de kantonrechter heeft vragen gesteld waarvan aantekeningen zijn gemaakt en tot slot is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1.
Als uitgangspunt in dit geding geldt het navolgende
1.1.
Jepie Pikin exploiteert een kinderdagverblijf en een buiten- of naschoolse opvang. Per 16 augustus 2012 is [eiseres] bij Jepie Pikin in dienst getreden voor de bepaalde tijd van één jaar. De arbeidsovereenkomst eindigde derhalve van rechtswege op 15 augustus 2013. De functie van [eiseres] was [functie] en het salaris een bedrag van € 2.228,44 bruto per maand, exclusief vakantiegeld. Bij de arbeidsovereenkomst van [eiseres] is Jepie Pikin vertegenwoordigd door [naam 3], [functie] van Jepie Pikin. [naam 2] (verder [naam 2]) is eveneens [functie] van Jepie Pikin. [naam 1] (verder [naam 1]) is verantwoordelijk voor de [functie].
1.2.
Jepie Pikin wordt sinds enige tijd zeer aanzienlijk financieel ondersteund door (de stichting) [stichting] (verder [stichting]). Bij [stichting] zijn diverse familieleden en partners van de bestuursleden en werknemers van Jepie Pikin werkzaam. [naam 4] is [functie] van [stichting] en de [functie] is [naam 5] (verder [naam 5]). [naam 1] is sinds december 2012 in dienst van [stichting] en gedetacheerd bij Jepie Pikin. De kamer van [naam 1] is feitelijk tegenover de kamer van [naam 5].
1.3.
Bij mail van 31 mei 2013 heeft [naam 5] [eiseres] een 1ste verlenging van haar arbeidsovereenkomst gestuurd. De mail is vanaf het mailadres van [stichting] gestuurd. De nieuwe arbeidsovereenkomst heeft als briefhoofd het logo van Jepie Pikin. Jepie Pikin wordt in deze arbeidsovereenkomst vertegen-woordigd door “[naam 4], [functie]”.
1.4.
Bij mail van dezelfde dag heeft [eiseres] gereageerd bij [naam 5] als volgt:
,Mijn 2e naam is : [eiseres]Mijn postcode is: [postcode]Daarop heeft [naam 5] wederom op dezelfde dag [eiseres] een herziene versie van de arbeidsovereenkomst gestuurd.
1.5.
Bij brief van 25 juli 2013 is [eiseres] door Jepie Pikin bevestigd dat zij hebben besproken dat de arbeidsovereenkomst van [eiseres] op 15 augustus 2013 afliep en niet werd verlengd. Vanaf dat moment tot 16 augustus 2013 is [eiseres] vrijgesteld van werkzaamheden.
1.6.
Het salaris van [eiseres] tot 16 augustus 2013 heeft Jepie Pikin geweigerd uit te keren zo lang [eiseres] nog sleutels van Jepie Pikin in haar bezit had.
1.7.
Bij brief van 29 augustus 2013 heeft [eiseres] aanspraak gemaakt op betaling van het salaris over augustus 2013 en op - kort gezegd - voortzetting van het dienstverband.
1.8.
Bij mail van 14 oktober 2013 heeft [naam 1] [naam 4] gemaild over de verlenging van het contract van [eiseres]. De mail vermeldt:
“Aangaande het contract van [eiseres] heeft u haar een aanbod gedaan van verlenging. Zij heeft hiervoor akkoord getekend. “

Vordering en verweer

2.
[eiseres] vordert als voorziening Jepie Pikin te veroordelen haar toe te laten tot haar werkzaamheden zoals tussen partijen is overeengekomen zulks binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag indien Jepie Pikin zich niet aan het gebod houdt, en veroordeling van Jepie Pikin om aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het aan [eiseres] verschuldigde salaris vanaf 1 augustus 2013, te vermeerderen met de loontijdvakken na 1 augustus 2013 telkens uiterlijk op de laatste dag van de maand te voldoen tot het einde van de arbeidsovereenkomst, zulks op straffe van een dwangsom, en met nevenvorderingen.
3.
[eiseres] stelt dat haar arbeidsovereenkomst weliswaar afliep op 16 augustus 2013, maar zij een aanbod heeft gekregen tot verlenging, welk aanbod door haar tijdig is aanvaard. Daarna is haar alsnog meegedeeld dat het dienstverband niet verlengd werd. Naderhand bleek [eiseres] dat Jepie Pikin de verlenging niet kan terugdraaien.
4.
Volgens [eiseres] kon en mocht zij te goeder trouw afgaan op het aanbod dat voor Jepie Pikin is gedaan door [naam 5] van [stichting], nu Jepie Pikin de schijn van rechtsgeldige vertegenwoordiging heeft gewekt. Meerdere medewerkers van Jepie Pikin hebben een verlenging van de arbeidsovereenkomst van [naam 5] ontvangen, Jepie Pikin en [stichting] werken samen, hebben werknemers over en weer gedetacheerd en door alle familiebanden mocht [eiseres] ervan uitgaan dat namens Jepie Pikin de verlenging werd aangeboden.
5.
[eiseres] heeft het aanbod schriftelijk geaccepteerd, waardoor de arbeidsovereenkomst is verlengd en eerst per 16 augustus 2014 zal eindigen. [naam 5] heeft de ondertekende versie in zijn bezit. [eiseres] heeft die niet. Tot dat moment heeft [eiseres] recht op doorbetaling van haar salaris en wedertewerk-stelling.
6.
Jepie Pikin voert tegen de vordering - kort gezegd - aan dat [naam 5] noch [stichting] gerechtigd was een verlenging van de arbeidsovereenkomst met [eiseres] overeen te komen. De bevoegdheid daartoe is nimmer aan [naam 5] of [stichting] overgedragen. Ter illustratie legt Jepie Pikin een per mail van 14 oktober 2013 afgelegde verklaring van de [naam 4] van [stichting] over, waarin deze zulks erkent. Bovendien heeft [eiseres] de arbeidsovereenkomst niet getekend geretourneerd, aldus Jepie Pikin.

Beoordeling

7.
In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandig-heden een ordemaatregel vereisen, dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
8.
Uitgangspunt is dat ook (een verlenging van) een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand komt door aanbod en aanvaarding. Vast staat dat [eiseres] van [naam 5] per mail het aanbod heeft gekregen haar arbeidsovereenkomst te verlengen tot 16 augustus 2014. Gelet op de mail van [naam 1] aan [naam 4] van 14 oktober 2013, waarin [naam 1] zelf stelt dat [eiseres] de arbeidsovereenkomst voor akkoord heeft getekend, volgt dat [eiseres] dit aanbod ook schriftelijk heeft aanvaard. Het andersluidende verweer van Jepie Pikin blijft derhalve buiten beschouwing.
9.
Resteert de vraag of [eiseres] overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:61 BW, gelet op gedragingen van Jepie Pikin, er vanuit mocht gaan dat [naam 5] het aanbod namens Jepie Pikin mocht doen. Dit acht de kantonrechter voorhands het geval. Immers, Jepie Pikin heeft zelf de schijn gewekt dat [stichting] bevoegd was namens Jepie Pikin op te treden in dit soort personeelszaken, nu Jepie Pikin en [stichting] organisatorisch en financieel voor een groot deel door elkaar lopen, er vele familiaire verbanden tussen medewerkers cq bestuursleden van Jepie Pikin en medewerkers cq bestuursleden van [stichting] zijn, medewerkers over en weer gedetacheerd worden, [naam 1] – zelf in dienst van [stichting] maar gedetacheerd bij Jepie Pikin - feitelijk in de kamer tegenover [naam 5] zit en binnen Jepie Pikin algemeen bekend was dat [stichting] voor een zeer aanzienlijk bedrag in Jepie Pikin had geïnvesteerd.
10.
Daarmee is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de vordering van [eiseres] zal worden toegewezen om daar thans op vooruit te lopen. Hoewel ter zitting is besproken dat Jepie Pikin het salaris van [eiseres] tot 16 augustus 2013 ten spoedigste zou voldoen, is niet zeker dat dit al is geschied en dus zal de betalingsveroordeling worden toegewezen vanaf 1 augustus 2013. Nu de vordering feitelijk de betaling van een geldsom betreft, wordt de gevorderde dwangsom afgewezen. De gevorderde wettelijke rente wordt - voor zover verschuldigd - wel toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke verhoging ex artikel 7: 625 BW, zij het beperkt tot 25%.
11.
Ter zitting is gebleken dat de verhouding tussen partijen door alle gebeurtenissen is aangetast en dus eerst moet worden hersteld, alvorens [eiseres] op straffe van een dwangsom kan vorderen haar werk-zaamheden te hervatten. Jepie Pikin zal [eiseres] eerst moeten oproepen om de wedertewerkstelling te bespreken, aan welke oproep [eiseres] uiteraard gevolg dient te geven.
12.
Jepie Pikin wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en wordt deswege veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van [eiseres].

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt Jepie Pikin tot betaling aan [eiseres] van het haar toekomende salaris van € 2.228,44 bruto per maand vanaf 1 augustus 2013, en telkens dit bedrag per maand zolang het dienstverband voort-duurt, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening en vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7: 625 BW voor zover verschuldigd en beperkt tot 25%;
veroordeelt Jepie Pikin in de kosten van het geding aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op :
te betalen aan [eiseres]
- voor verschuldigd griffierecht:
75,00
- voor salaris gemachtigde
te betalen aan de griffier van de Rechtbank
400,00
- voor het exploot van dagvaarding
99,93
In totaal:
574,93

één en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;

verklaart de betalingsveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 oktober 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter