Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
het Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam,
1.Verloop van de procedure
- de moeder, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. M.H. van Meurs;
- de vader, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.M.C. Laumanns;
- namens het BJAA, [naam 1].
2.Beoordeling van het verzochte
“Wegens het niet slagen van eerdere pogingen uithuisplaatsing omdat ouders en [minderjarige] op de hoogte waren is het nu van belang dat ouders en [minderjarige] niet op de hoogte zijn”anders gelezen dient te worden, in dier voege dat ouders wisselend hebben meegewerkt aan de eerdere pogingen uithuisplaatsing en dat het niet zo is dat de eerdere pogingen uithuisplaatsing niet is gelukt door het toedoen van de ouders. Met betrekking tot het indicatiebesluit, geeft het BJAA te kennen dat het een ouderwets besluit is omdat het wordt afgegeven door LWI en dat deze procedure enige tijd in beslag neemt. Om die reden heeft het BJAA het indicatiebesluit op een later moment kunnen verstrekken. Het doel van het BJAA is om binnen [groep] diagnose en behandeling voor [minderjarige] te krijgen. Voorts vindt het BJAA het advies van [bedrijf 1] een mooi advies. Eerst meent het BJAA dat de ouders en hun zoon aan zichzelf moeten werken en dat de thuissituatie stabieler moet worden. Daarna wordt gekeken of de minderjarige naar zijn ouders kan terugkeren.
3.Overwegingen
4.Beslissing
op een zitting van kinderrechter mr. R. van de water;