ECLI:NL:RBAMS:2013:7144

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2013
Publicatiedatum
30 oktober 2013
Zaaknummer
EA 13-1014
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst na ontslag op staande voet wegens fraude met contante verkopen

In deze zaak heeft de besloten vennootschap POT EN MAND B.V. (hierna: PTMD) op 30 augustus 2013 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 24 februari 1999 in dienst was als algemeen medewerker/verkoper. PTMD verzocht om ontbinding wegens gewichtige redenen, specifiek vanwege een vertrouwensbreuk die was ontstaan door frauduleuze handelingen van [verweerder]. Tijdens de zitting op 10 oktober 2013 werd duidelijk dat [verweerder] contante verkopen had verricht zonder BTW afdracht en dat hij het ontvangen geld niet had afgedragen aan PTMD. Dit leidde tot een onderzoek door PTMD, waaruit bleek dat [verweerder] herhaaldelijk in strijd met de richtlijnen van het bedrijf had gehandeld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat PTMD voldoende bewijs had geleverd van de frauduleuze activiteiten van [verweerder]. Ondanks zijn lange dienstverband en eerdere goede functioneren, was de vertrouwensbreuk onherstelbaar. De kantonrechter oordeelde dat PTMD het vertrouwen in [verweerder] terecht had verloren en dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden zonder toekenning van een vergoeding. De ontbinding werd met ingang van 1 november 2013 uitgesproken, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg.

De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van vertrouwen in de arbeidsrelatie en de gevolgen van frauduleus gedrag voor de werkrelatie. De uitspraak is een duidelijke boodschap dat dergelijk gedrag niet getolereerd wordt, ongeacht de duur van het dienstverband.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT, TEAM KANTON
Kenmerk : EA 13-1014
Datum : 21 oktober 2013
245
Beschikking van de kantonrechter te Amsterdam op het verzoek van:

de besloten vennootschap POT EN MAND B.V.

kantoorhoudende te Oud Gastel
verzoekster, nader te noemen PTMD
gemachtigde: mr. J.B. Kloosterman
t e g e n:

[verweerder]

wonende te [woonplaats 1]
verweerder, nader te noemen [verweerder]
gemachtigde: mr. R.G. de Vries

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

PTMD heeft - voorwaardelijk, namelijk voor zover in enige gerechtelijke procedure zal blijken dat deze thans nog bestaat - op 30 augustus 2013 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 10 oktober 2013. PTMD is verschenen bij [naam 1] en haar gemachtigde. [verweerder] is verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. [verweerder] heeft ter zitting verweer gevoerd en een productie overgelegd.
De kantonrechter heeft de zaak met partijen besproken en vragen gesteld. Daarvan zijn aantekeningen gemaakt, die in het dossier zijn opgenomen.
Tot slot is beschikking bepaald op heden.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
PTMD is een groothandel in life-style artikelen. PTMD verkoopt haar goederen aan door haar geselecteerde en bij haar aangesloten detailhandels. Zo bewaakt PTMD de exclusiviteit. PTMD heeft voor de verkoop van haar producten onder andere in [plaats 1] een style centre ingericht.
1.2.
Bij PTMD zijn ongeveer 100 medewerkers in dienst. PTMD hanteert sinds begin 2010 richtlijnen voor de aankoop van goederen voor eigen personeel. De laatste richtlijn is sinds 2012 van kracht. Uit de richtlijn volgt dat de aankopen van de geregistreerde klanten en het personeel inclusief BTW zijn.
1.3.
Ook heeft PTMD bepaald dat in het style centre geen contante verkopen meer mochten worden gedaan. Alle verkopen dienden via de kassa te verlopen. Ook heeft PTMD sinds enige tijd bepaald dat de producten alleen nog aan geregistreerde klanten mochten worden verkocht.
1.4.
[verweerder], thans [leeftijd] oud, is sedert 24 februari 1999 in dienst van PTMD laatstelijk als algemeen medewerker/verkoper cash & carry bij het style centre van PTMD in [plaats 1]. Het salaris bedraagt € 2.250,00 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en exclusief overuren. [verweerder] had onder meer als taak de registratie en verwerking van privé aankopen door het personeel.
1.5.
Op 20 augustus 2013 heeft een medewerkers de bedrijfsleider van het style centre per mail bericht dat hij had gezien dat [verweerder] met een klant mee liep naar buiten met goederen die niet via de kassa waren afgerekend, dat [verweerder] daarbij van de klant contant geld ontving en dat [verweerder] het geld in zijn zak stopte.
1.6.
PTMD is daarop een onderzoek gestart. Uit dit onderzoek bleek dat op 20 augustus 2013 [verweerder] blikken verf buiten de kassa om had verkocht en het geld niet had afgedragen. Uit verder onderzoek bleek dat [verweerder] in juli 2013 een ex-medewerker contante verkopen had laten doen, zonder BTW, welke aankopen evenmin via de kassa waren verlopen en waarvan het geld ook niet was afgedragen. Deze ex-werknemer is op woensdag 21 augustus 2013 door PTMD gehoord en heeft daarbij verklaard dat dit vaker geschiedde.
1.7.
Op donderdag 22 augustus 2013 heeft een mystery shopper aankopen in het style centre gedaan. Volgens de verklaring van de mystery shopper heeft [verweerder] hem geholpen, heeft hij een factuur gekregen zonder BTW en stak [verweerder] het contant afgerekende geld in zijn zak.
1.8.
Op vrijdag 23 augustus 2013 heeft een gesprek tussen PTMD en [verweerder] plaats gevonden. Bij het gesprek heeft [verweerder] € 620,00 contant geld aan PTMD overhandigd.
1.9.
In een gesprek op maandag 26 augustus 2013 heeft PTMD [verweerder] op staande voet ontslagen.
1.10.
Bij brief van 30 augustus 2013 heeft de gemachtigde van [verweerder] de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen en aanspraak gemaakt op salaris.
1.11.
PTMD heeft het ontslag op staande voet gehandhaafd.

Verzoek en verweer

2.
PTMD verzoekt, voorwaardelijk, voor het geval zou komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan, ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk behoort te eindigen, zonder toekenning van een vergoeding.
3.
Daartoe stelt PTMD - kort gezegd - dat door zijn gedrag [verweerder] het vertrouwen van PTMD onwaardig is geworden. De vertrouwensrelatie tussen partijen is door toedoen van [verweerder] diepgaand en onherstelbaar verstoord geraakt , zeker nu na het ontslag op staande voet is gebleken dat [verweerder] opzettelijk technieken heeft gebruikt om zijn verzuim te verhullen. In redelijkheid kan niet langer van PTMD gevergd worden het dienstverband met [verweerder] te laten voortduren.
4.
Uit onderzoek is volgens PTMD gebleken dat [verweerder] eerst een order aanmaakte, deze printte voor de klant, vervolgens de order verwijderde uit het systeem en de aankoop overzette naar contante verkopen. Het geld stortte [verweerder] niet af in de kas. PTMD heeft een aantal klanten ontdekt, die op deze wijze al meerdere keren door [verweerder] ‘geholpen’ zijn. Er komen steeds meer klanten bij. Ter illustratie heeft PTMD een samenvatting ingebracht, van een aantal zaken waarin [verweerder] een verwijt kan worden gemaakt.
5.
Uit dit nadere onderzoek volgt dat [verweerder] tijdens het gesprek van 22 augustus 2013 ook niet de waarheid heeft gesproken. [verweerder] heeft toen ontkend een specifieke klant – die op deze wijze door [verweerder] werd geholpen – te kennen en heeft verklaard dat dit pas 3 maanden zou spelen, maar uit de verklaringen van diverse klanten blijkt dat dit veel langer is. In feite is sprake van fraude.
6.
[verweerder] betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door PTMD bedoelde zin en verzet zich tegen de door PTMD gevorderde ontbinding. [verweerder] verzoekt voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden om een vergoeding van € 39.200,00 bruto ten laste van PTMD toe te kennen.
7.
[verweerder] heeft ter zitting ter ondersteuning van zijn stellingen - kort gezegd - aangevoerd dat het voor hem onbegrijpelijk is dat hij thans wordt beschuldigd van fraude. Hij is al bijna 15 jaar bij PTMD in dienst, heeft altijd tot tevredenheid gewerkt en er zijn nimmer aanmerkingen op zijn functioneren geweest. Hij is in al die tijd slechts twee keer arbeidsongeschikt geweest.
8.
Van enig frauduleus handelen of van verduistering van gelden is geen sprake. [verweerder] erkent dat er op enig moment inderdaad contante verkopen zonder BTW afdracht hebben plaats gevonden, maar hij handelde daarbij in opdracht van zijn directe leidinggevende, [naam leidinggevende] (verder: [naam leidinggevende]). [verweerder] functioneerde slechts als marionet voor hem en de zwarte verkopen zijn derhalve in opdracht van zijn leidinggevende cq de werkgever verricht. [verweerder] stelt daarbij dat hij van iedere zwarte verkoop een uitdraai aan [naam leidinggevende] diende te verstrekken, zodat de zwarte opbrengsten minutieus konden worden bijgehouden. Het ontvangen geld droeg hij aan [naam leidinggevende] af. Zo werd de zwarte kas gevuld. Volgens [verweerder] zijn enkele werknemers hiervan op de hoogte maar durven die vanwege mogelijke repercussies geen verklaring af te leggen. Het is volgens [verweerder] jammer dat [naam leidinggevende] er niet is om zijn lezing te bevestigen.
9.
Bij het gesprek op maandag 26 augustus 2013 is hij niet op staande voet ontslagen, maar is hem te kennen gegeven dat hij naar een andere baan diende uit te kijken, waarbij hem is gezegd dat PTMD hem daarbij zou helpen, aldus [verweerder]. Hij had zijn werkgever enkele keren aangesproken op een eventuele salarisverhoging aangezien het hem enorm dwars zat dat een neef van de werkgever die pas kort in dienst was en door [verweerder] werd ingewerkt, hetzelfde loon als [verweerder] verdiende en ook nog een auto van de zaak had verworven.
10.
Ter zitting heeft PTMD in reactie hierop gesteld dat de verklaring van [verweerder] over het zwarte geld, totale onzin is. Dit verweer heeft PTMD ook niet eerder gehoord. De schade van de niet-afgedragen verkopen raamt PTMD inmiddels op circa € 10.000,00.
11.
[verweerder] heeft nog gesteld dat daar waar hij van fraude wordt beticht, PTMD dit zal moeten bewijzen. [verweerder] heeft tot slot expliciet te kennen gegeven dat hij zijn werkzaamheden wil hervatten en daartoe ook mogelijkheden ziet, na indringende gesprekken met PTMD.

Beoordeling

12.
Vooropgesteld wordt dat de kantonrechter in deze procedure geen oordeel geeft over de rechtsgel-digheid van het aan [verweerder] op 26 augustus 2013 verleende op staande voet. PTMD heeft aan haar verzoek voorts geen dringende reden ten grondslag gelegd, maar haar verzoek gebaseerd op een verandering van omstandigheden, bestaande uit een vertrouwensbreuk. Die breuk is ontstaan door hetgeen over het handelen van [verweerder] bekend is geworden, zowel voor het ontslag op staande voet als nadien.
13.
Uit de ingebrachte stukken en hetgeen PTMD daarover ter zitting heeft toegelicht blijkt duidelijk dat PTMD [verweerder] verwijt producten uit haar assortiment contant en zonder BTW te hebben verkocht én de opbrengst niet te hebben afgedragen. [verweerder] heeft erkend verkopen contant te hebben afgerekend en daarbij geen BTW in rekening te hebben gebracht. Dat en aan wie hij de ontvangen bedragen heeft afgedragen, heeft [verweerder] niet eerder dan ter terechtzitting – ook niet bij de brief van de gemachtigde van [verweerder] van 30 augustus 2013 – toegelicht. Pas toen heeft [verweerder] betoogd dat hij hiertoe opdracht had van zijn leidinggevende, [naam leidinggevende], dan wel dit deed met zijn medeweten.
14.
Nog los van het feit dat deze gang van zaken de kantonrechter hoogst onaannemelijk voorkomt, is het opmerkelijk dat [verweerder] dit dan niet eerder heeft aangevoerd en daar pas op zo’n laat moment mee komt, dat PTMD daarop niet in overleg met [naam leidinggevende] kan reageren. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid van de lezing van de gang van zaken van PTMD.
15.
Door zijn handelen rond de contante verkopen, het verhullen van dat handelen en de duur daarvan, in strijd met alle richtlijnen bij PTMD en naar het zich laat aanzien zonder de ontvangen bedragen aan PTMD te hebben afgedragen, heeft PTMD het vertrouwen in [verweerder] terecht verloren. Onder het voorbehoud dat deze thans nog bestaat, wordt de arbeidsovereenkomst daarom ontbonden.
16.
Op gronden van billijkheid komt aan [verweerder] geen vergoeding toe. De gedragingen liggen geheel in zijn risicosfeer.
17.
Nu op verzoek van PTMD de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden en geen vergoeding wordt toegekend, behoeft geen termijn te worden bepaald waarin PTMD het verzoek kan intrekken.
18.
Er zijn termen om de kosten tussen partijen te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:
Onder het voorbehoud dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen thans nog bestaat:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 november 2013;
wijst het meer of anders verzochte af;
compenseert de proceskosten in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2013 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter