ECLI:NL:RBAMS:2013:7455
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toevoeging rechtsbijstand wegens eerder verleende toevoeging
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 juni 2013 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om een toevoeging op grond van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb). Eiser, vertegenwoordigd door mr. E. van den Bogaard, had een toevoeging aangevraagd voor rechtsbijstand in een bezwaarprocedure tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat een terugvordering van een te veel betaalde Ziektewet-uitkering betrof. De aanvraag werd afgewezen omdat verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.M. El Wanni, stelde dat de aanvraag betrekking had op een rechtsbelang waarvoor eerder al een toevoeging was verleend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van eiser om een tweede toevoeging terecht was afgewezen, omdat het invorderingsbesluit en het terugvorderingsbesluit verweven waren en er sprake was van hetzelfde rechtsbelang. Eiser had echter aangevoerd dat er sprake was van diversiteit van procedures, omdat de besluiten op verschillende feiten waren gebaseerd. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom er geen diversiteit van procedures was, en dat de aanvraag om een tweede toevoeging niet op die grond kon worden afgewezen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.