In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 oktober 2013 een beschikking gegeven betreffende de ontheffing van het ouderlijk gezag van de minderjarige [naam 5], geboren in Pakistan. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek ingediend, omdat de minderjarige het ouderlijk huis had ontvlucht uit angst voor eerwraak en mishandeling door haar ouders. De ouders, [naam 1] en [naam 2], ontkennen de beschuldigingen van mishandeling en verwaarlozing en willen dat [naam 5] weer thuis komt wonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders geen inzicht tonen in de problematiek van [naam 5] en dat zij ongeschikt zijn om de zorg voor haar te dragen. De minderjarige heeft in het verleden ernstige trauma's opgelopen en is gediagnosticeerd met een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ontheffing van het gezag in het belang van [naam 5] is, zodat zij de nodige zorg en ondersteuning kan ontvangen. De Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) is benoemd als voogd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.