Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 maart 2013 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 22 mei 2013 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 augustus 2013 met de daarin genoemde stukken;
- de akte van Bewaarder The Globe.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
namens [bedrijf 2]contact met haar heeft opgenomen met het verzoek de facturen op naam te stellen van Bewaarder The Globe en namens PostNL is ter comparitie bovendien bevestigd dat PostNL voordien nog nooit van Bewaarder The Globe had gehoord. PostNL heeft nog gesteld dat (zij dacht dat) tussen [bedrijf 2] en Bewaarder The Globe een concernrelatie bestond, maar deze aanname heeft zij niet nader onderbouwd en uit hetgeen ter comparitie naar voren is gekomen, blijkt dat hiervan geen sprake is. Het valt dan ook niet in te zien waarom Bewaarder The Globe gebonden zou zijn aan mededelingen gedaan door [naam 1] en/of hoe PostNL erop heeft kunnen vertrouwen dat deze mededeling (mede) namens Bewaarder The Globe werd gedaan. Er is met andere woorden geen sprake van feiten en omstandigheden op grond waarvan PostNL er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [naam 1] (mede) namens Bewaarder The Globe optrad, die voor risico van Bewaarder The Globe komen en waaruit naar verkeersopvattingen de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Het enkele feit dat Bewaarder The Globe de facturen vervolgens – per abuis – heeft betaald, maakt dit niet anders, zelfs als deze betaling is geaccordeerd door diverse (bevoegde) personen binnen Bewaarder The Globe, zoals PostNL stelt.
2.842,00(2 punten × tarief € 1.421)