ECLI:NL:RBAMS:2013:7984

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2013
Publicatiedatum
3 december 2013
Zaaknummer
HA ZA 13-483
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van bindend advies van de Rijdende Rechter afgewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 oktober 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagde, waarbij eiseres een vordering tot vernietiging van een bindend advies van de Rijdende Rechter heeft ingediend. De procedure is gestart met een dagvaarding door eiseres, die werd vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Parmentier, tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Raaijmakers. De rechtbank heeft de zaak eerder doorverwezen van de rechtbank Noord-Holland en heeft een comparitie van partijen gehouden.

De feiten van de zaak zijn als volgt: gedaagde heeft in 2011 verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd in de woning van eiseres. Er ontstond een geschil over de uitvoering en betaling van deze werkzaamheden, wat leidde tot een bindend advies dat op 25 oktober 2012 werd gegeven door de Rijdende Rechter. In dit advies werd beslist dat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hadden. Eiseres was het niet eens met dit advies en vorderde vernietiging ervan, stellende dat de Rijdende Rechter essentiële stukken niet had meegewogen en dat de schadevergoeding te laag was vastgesteld.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het bindend advies moet worden aangemerkt als een beslissing zoals bedoeld in artikel 7:904, eerste lid, BW. De rechtbank heeft geoordeeld dat vernietiging van het bindend advies alleen aan de orde kan zijn als het advies ernstig gebrekkig is gemotiveerd of als fundamentele beginselen van behoorlijk procesrecht zijn geschonden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Rijdende Rechter in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen en dat er geen sprake was van een ernstige gebrekkige motivering.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van eiseres tot vernietiging van het bindend advies afgewezen en eiseres veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 904,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R. Raat op 23 oktober 2013.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/540874 / HA ZA 13-483
Vonnis in hoofdzaak van 23 oktober 2013
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. B. Parmentier,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. M. Raaijmakers.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van [eiseres] met producties,
  • de conclusie van antwoord,
  • het verwijzingsvonnis van 3 april 2013 van de rechtbank Noord-Holland waarin de zaak ter verdere behandeling naar deze rechtbank is verwezen,
  • het tussenvonnis van 26 juni 2013 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
  • het proces-verbaal van comparitie van 6 september 2013.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft, handelend onder de naam [bedrijf], in 2011 in opdracht van [eiseres] verbouwingswerkzaamheden in de woning van [eiseres] uitgevoerd.
2.2.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de wijze van uitvoering van die werkzaamheden en de betaling ervan.
2.3.
Partijen hebben op 5 oktober 2012 een bindend advies overeenkomst gesloten. In die overeenkomst staat voor zover hier van belang, het volgende:

Eiser [eiseres] (…) en verweerder [[gedaagde], rechtbank] komen overeen het hierna samen te vatten geschil en de daarop gebaseerde vordering voor bindend advies voor te leggen aan de Rijdende Rechter. Een tegenvordering is toegestaan, mits deze voldoende samenhangt met het aan de Rijdende Rechter voorgelegde conflict. “De Rijdende Rechter” is een televisieprogramma waarin partijen conflicten ter beoordeling en voor bindend advies voorleggen aan een bindend adviseur. (…) Door ondertekening van deze overeenkomst onderwerpen Partijen zich overigens aan het Bindend Advies Reglement ‘De Rijdende Rechter’ editie [datum] en verklaren zij een exemplaar daarvan te hebben ontvangen.
(…)
Korte omschrijving van het geschil
(…)
Standpunt van eiser
(…)
Eiser heeft in juli 2011 aan verweerder te kennen gegeven dat hij bij haar niet meer behoeft te komen werken. (…) Eiser eist dat alle huidige gebreken in haar huis op kosten van de aannemer verholpen worden en dat hij de twee onderzoeksrapporten inzake de verbouwing betaald.
(…)
Standpunt van verweerder
(…)
Eis van eiser
Eiser eist dat alle huidige gebreken in haar huis op kosten van de aannemer [[gedaagde], rechtbank] verholpen worden en dat hij de twee onderzoeksrapporten betreffende de verbouwing betaald. Tevens eist eiser haar sleutel van verweerder terug.
Tegeneis verweerder
Verweerder eist van eiser een bedrag van € 8.000,- aan arbeidskosten en gebruikte materialen. Tevens eist verweerder een schadevergoeding van € 8.000,- aan gemiste inkomsten.”
2.4.
In een bindend advies van 25 oktober 2012 (hierna: het bindend advies) heeft de rijdende rechter beslist dat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben. Hij heeft daartoe in het bindend advies onder meer het volgende overwogen:

De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het Bindend Advies reglement “De Rijdende Rechter” editie [datum] te laten beslechten.
De vordering van [eiseres] is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van [bedrijf] opgenomen.
De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 5 oktober 2012, welke is gehouden te [plaats].
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar het in deze procedure bedoelde woonhuis [van [eiseres], rechtbank] en heeft hij dit in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig [naam deskundige] als deskundige, die het pand al eerder had onderzocht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht van zijn bevindingen.
Verslag van de deskundige.
De door de rijdende rechter benoemde deskundige heeft kort samengevat en voor zover thans van belang het volgende gemeld:
(…)
Beoordeling van het geschil.
(…)
Slotsom tekortkomingen
Uit het voorgaande vloeit voort, dat de klacht [van [eiseres], rechtbank] gegrond is, waar het de door [bedrijf] aangebrachte betonnen vloer betreft en een klein foutje in de keuken. In zoverre heeft [eiseres] daarom in redelijkheid recht op een schadevergoeding.
Nog af te maken werk
Het is duidelijk, dat het door [bedrijf] aangenomen werk nog niet helemaal af is. [eiseres] stelt geen prijs meer op (verdere) nakoming van de overeenkomst, maar vordert in plaats daarvan vervangende schadevergoeding, zoals bedoeld in artikel 6:87 van het Burgerlijk Wetboek.
Aan [bedrijf] moet echter worden toegegeven, dat daarvoor wel nodig is dat hij voor wat betreft de nakoming van zijn verplichtingen ‘in verzuim’ is komen te verkeren. Daarvan is juridisch echter geen sprake. [eiseres] heeft hem immers zonder behoorlijke, voorafgaande aanmaning de toegang tot haar woning ontzegd, zodat hij het werk niet kon afmaken, waardoor zij in schuldeisersverzuim (artikel 6.58 van het Burgerlijk Wetboek) kwam te verkeren en [bedrijf] dientengevolge zelf niet in verzuim kon raken (artikel 6.61 van het Burgerlijk Wetboek). Dat betekent dat [bedrijf] niet hoeft te betalen voor het afmaken van de door hem aangenomen werkzaamheden door een derde.
(…)
BESLISSING
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering
Verstaat dat partijen over en weer niets meer van elkaar hebben te vorderen.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primairhet bindend advies te vernietigen,
subsidiairte verklaren voor recht dat [eiseres] niet gebonden kan of zal zijn aan het bindend advies in verband met de inhoud en de wijze van totstandkoming ervan, althans dat gebondenheid hieraan in de gegeven omstandigheden naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, telkens met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] stelt daartoe in de eerste plaats dat de rijdende rechter geen rekening heeft gehouden met de inhoud van essentiële stukken die onderdeel uitmaakten van de processtukken, te weten een deskundigenrapportage van ZNEB Expertise en Taxatie B.V. (hierna: ZNEB) van 25 oktober 2011, een deskundigenrapportage van Constructiebureau Tentij B.V. (hierna: Tentij) van 12 april 2012 en twee door [eiseres] aan [gedaagde] gezonden brieven van respectievelijk 19 juli 2012 en 27 juli 2012 waarin [gedaagde] in gebreke is gesteld.
De tweede reden voor vernietiging is volgens [eiseres] dat de rijdende rechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een fout heeft gemaakt maar de schade die daarvan het gevolg is op een veel te laag bedrag heeft begroot.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In de onderhavige zaak is de vraag aan de orde of het bindend advies moet worden vernietigd, omdat het gelet op de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om [eiseres] aan het bindend advies te houden.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat het bindend advies moet worden aangemerkt als een beslissing zoals bedoeld in artikel 7:904, eerste lid, BW. In het onderhavige geval zal vernietiging van de beslissing pas aan de orde kunnen zijn, indien vaststaat dat het bindend advies ernstig gebrekkig is gemotiveerd en/of bij de totstandkoming van het bindend advies fundamentele beginselen van een behoorlijk procesrecht zijn geschonden. Daarbij moet de vraag worden betrokken in hoeverre een vastgestelde fout nadeel heeft toegebracht aan [eiseres].
De rechtbank heeft bij de toetsing van het bindend advies niet de rol van appelinstantie. Zij beoordeelt slechts of de rijdende rechter in redelijkheid tot de door hem gegeven beslissing heeft kunnen komen. Het bindend advies mag en zal daarom slechts marginaal worden getoetst. Dit toetsingskader brengt tot slot met zich dat bij de beoordeling geen acht wordt geslagen op inhoudelijke argumenten die niet ook bij de rijdende rechter naar voren zijn gebracht.
4.3.
Ten aanzien van de door [gedaagde] betwiste stelling van [eiseres] dat de rijdende rechter geen acht heeft geslagen op de inhoud van de brieven van 19 en 25 juli 2012 en daarom, zo begrijpt de rechtbank deze stelling, ten onrechte heeft geconcludeerd dat [eiseres] in schuldeisersverzuim is komen te verkeren, geldt het volgende. In de bindend advies overeenkomst (van 5 oktober 2012) staat: ‘
Eiser heeft in juli 2011 aan verweerder te kennen gegeven dat hij bij haar niet meer behoeft te komen werken’.Ter comparitie heeft [eiseres] bevestigd dat zij tijdens de uitzending (de rechtbank begrijpt: de hoorzitting van 5 oktober 2012) heeft gezegd dat zij [gedaagde] op enig moment niet meer tot haar woning wilde toelaten. Tegen deze achtergrond is de door de rijdende rechter gegeven motivering voor zijn conclusie dat [eiseres] in schuldeisersverzuim is komen te verkeren, zoals hiervoor weergegeven onder 2.4, niet ernstig gebrekkig. En als al juist is dat de rijdende rechter door [eiseres] is voorzien van een afschrift van de brieven van 19 en 25 juli 2012, dan heeft hij daar kennelijk niet de waarde (van ingebrekestellingen) aan toegekend die [eiseres] daaraan toegekend had willen zien. Dat over de juistheid van dit (juridische) oordeel discussie mogelijk zou kunnen zijn, maakt echter evenmin dat van een aperte onjuistheid of een ten ene male onhoudbaar standpunt kan worden gesproken.
4.4.
Ten aanzien van de door [gedaagde] betwiste stelling van [eiseres] dat de rijdende rechter geen acht heeft geslagen op de inhoud van de hem toegezonden deskundigenrapporten van ZNEB en Tentij en daarom, zo begrijpt de rechtbank deze stelling, een onjuiste conclusie heeft getrokken over de aard en ernst van de tekortkoming en de schade die daarvan het gevolg is, neemt de rechtbank veronderstellende wijs met [eiseres] aan dat die rapporten deel uitmaakten van het dossier waarop de rijdende rechter het bindend advies heeft gebaseerd. In het bindend advies staat ‘
De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken’. Nu de bindend advies overeenkomst melding maakt van ‘de twee deskundigenrapporten’ (waarvan [eiseres] de kosten op [gedaagde] wenste te verhalen) en [eiseres] het tegendeel niet voldoende heeft onderbouwd, staat vast dat de rijdende rechter deze rapporten ook bij zijn beoordeling heeft betrokken.
Volgens [eiseres] is de motivering van het bindend advies gelet op de inhoud van die rapporten ernstig gebrekkig. De rechtbank volgt [eiseres] hierin niet. De rijdende rechter is, zo blijkt uit het bindend advies, mede op basis van een mondeling verslag van een door hem ingeschakelde (en dus: onafhankelijke) deskundige tot zijn beslissing gekomen. Partijen zijn bovendien in de gelegenheid geweest om op de bevindingen van die deskundige te reageren. De rijdende rechter heeft vervolgens afdoende gemotiveerd wat de tekortkoming van [gedaagde] is en welke schade voor [eiseres] daarvan het gevolg is geweest. Van een op dit punt ernstig gebrekkige motivering is geen sprake.
4.5.
Slotsom van het voorgaande is dat het gelet op de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar zou zijn om [eiseres] aan het bindend advies te houden. De vordering tot vernietiging van het bindend advies zal dus worden afgewezen.
4.6.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris advocaat
904,00(2 punten × tarief € 452,00)
Totaal €  904,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de kosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 904,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Raat en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2013.