Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van [eiseres] met producties,
- de conclusie van antwoord,
- het verwijzingsvonnis van 3 april 2013 van de rechtbank Noord-Holland waarin de zaak ter verdere behandeling naar deze rechtbank is verwezen,
- het tussenvonnis van 26 juni 2013 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 6 september 2013.
2.De feiten
Eiser [eiseres] (…) en verweerder [[gedaagde], rechtbank] komen overeen het hierna samen te vatten geschil en de daarop gebaseerde vordering voor bindend advies voor te leggen aan de Rijdende Rechter. Een tegenvordering is toegestaan, mits deze voldoende samenhangt met het aan de Rijdende Rechter voorgelegde conflict. “De Rijdende Rechter” is een televisieprogramma waarin partijen conflicten ter beoordeling en voor bindend advies voorleggen aan een bindend adviseur. (…) Door ondertekening van deze overeenkomst onderwerpen Partijen zich overigens aan het Bindend Advies Reglement ‘De Rijdende Rechter’ editie [datum] en verklaren zij een exemplaar daarvan te hebben ontvangen.
De procedure.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Eiser heeft in juli 2011 aan verweerder te kennen gegeven dat hij bij haar niet meer behoeft te komen werken’.Ter comparitie heeft [eiseres] bevestigd dat zij tijdens de uitzending (de rechtbank begrijpt: de hoorzitting van 5 oktober 2012) heeft gezegd dat zij [gedaagde] op enig moment niet meer tot haar woning wilde toelaten. Tegen deze achtergrond is de door de rijdende rechter gegeven motivering voor zijn conclusie dat [eiseres] in schuldeisersverzuim is komen te verkeren, zoals hiervoor weergegeven onder 2.4, niet ernstig gebrekkig. En als al juist is dat de rijdende rechter door [eiseres] is voorzien van een afschrift van de brieven van 19 en 25 juli 2012, dan heeft hij daar kennelijk niet de waarde (van ingebrekestellingen) aan toegekend die [eiseres] daaraan toegekend had willen zien. Dat over de juistheid van dit (juridische) oordeel discussie mogelijk zou kunnen zijn, maakt echter evenmin dat van een aperte onjuistheid of een ten ene male onhoudbaar standpunt kan worden gesproken.
De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken’. Nu de bindend advies overeenkomst melding maakt van ‘de twee deskundigenrapporten’ (waarvan [eiseres] de kosten op [gedaagde] wenste te verhalen) en [eiseres] het tegendeel niet voldoende heeft onderbouwd, staat vast dat de rijdende rechter deze rapporten ook bij zijn beoordeling heeft betrokken.
904,00(2 punten × tarief € 452,00)