Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 13 maart 2013 inhoudende de vordering van de man,
- de akte overlegging producties van 27 maart 2013 van de man,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, van 24 april 2013 van de vrouw, met producties.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden in conventie en in reconventie
€ 399.000,00.
“2.4. [gedaagde] woont per medio juni 2010 alleen in de woning en heeft de sloten van de woning vervangen, zodat [eiser] geen toegang meer heeft tot de woning. (…)
Vordering en verweer in conventie
a. € 7.508,60 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013;
b. de helft van de kosten van de woning vanaf 1 april 2013 (verminderd met eventuele huuropbrengsten);
c. de proceskosten van de man.
Vordering en verweer in reconventie
a. € 10.195,26 (de kantonrechter begrijpt uit het lichaam van de conclusie van eis in reconventie dat de vrouw in het petitum daarvan € 10.295,26 bedoelt en zal in het navolgende van laatstgenoemd bedrag uitgaan) en € 41,65 aan hoofdsom, beide bedragen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2013;
b. de proceskosten van de vrouw.