ECLI:NL:RBAMS:2013:8460

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 december 2013
Publicatiedatum
13 december 2013
Zaaknummer
13/665017-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlokken van diefstal met geweld met dodelijke afloop

In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 5 december 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het uitlokken van een diefstal met geweld, waarbij het slachtoffer, [persoon 1], is overleden. De feiten vonden plaats op 9 januari 2013, toen de verdachte, met medeverdachten, een plan had gesmeed om het slachtoffer te beroven van een aanzienlijke som geld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk inlichtingen had verstrekt aan de medeverdachten over de aanwezigheid van geld in de woning van het slachtoffer, en hen had aangespoord om de diefstal te plegen. Tijdens de uitvoering van het plan werd het slachtoffer met geweld overvallen, wat resulteerde in zijn dood. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte niet alleen opzet had op de diefstal, maar ook op het geweld dat daarbij werd gebruikt. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de rol van de verdachte in het geheel en de impact op de nabestaanden van het slachtoffer. De rechtbank wees ook een schadevergoeding toe aan de benadeelde partij, die rechtstreeks schade had geleden door de daden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/665017-13 (Promis)
Datum uitspraak: 5 december 2013
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1965],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[GBA adres],
gedetineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 november 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.J. Cnossen en van wat verdachte en haar raadslieden mr. G.J. van Oosten en T.H.L. Kneepkens naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is, zoals gewijzigd ter terechtzitting van 21 november 2013, kort samengevat, ten laste gelegd dat zij zich:
Op 9 januari 2013 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
A (en B) primair:
(Poging tot) afpersing en/of diefstal met geweld van geld toebehorende aan [persoon 1], gepleegd door twee of meer verenigde personen, terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad;
In de periode van 1 januari 2013 tot en met 9 januari 2013 heeft schuldig gemaakt aan:
A (en B) subsidiair:
Uitlokking van (poging tot) afpersing en/of diefstal met geweld van geld toebehorende aan [persoon 1], gepleegd door [persoon 2] en/of [persoon 3], terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad;
A (en B) meer subsidiair:
Medeplichtigheid aan medeplegen van doodslag door [persoon 2] en/of [persoon 3] op [persoon 1], gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van een (poging tot) diefstal met geweld en/of afpersing, welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van die (poging tot) diefstal en/of afpersing voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of de andere deelnemer straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
A (en B) meest subsidiair:
Medeplichtigheid aan (poging tot) afpersing en/of diefstal met geweld van geld toebehorende aan [persoon 1], gepleegd door [persoon 2] en/of [persoon 3], terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad;
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is om van de zaak kennis te nemen, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder B subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Zij heeft daartoe, onder verwijzing naar haar schriftelijke requisitoir, - kort samengevat - het volgende aangevoerd.
Bewezen kan worden dat verdachte minimaal voorwaardelijke opzet heeft gehad op een diefstal met geweld door [persoon 2] en [persoon 3]. Verdachte drong er herhaaldelijk op aan dat [persoon 2] en [persoon 3] het geld bij [persoon 1] zouden gaan stelen. Als bekende van het slachtoffer wist zij dat het slachtoffer veel thuis was. De woning is klein. Het lag daarom voor de hand dat een doorzoeking van de woning ook ’s nachts niet onopgemerkt zou blijven. Op basis van algemene ervaringsregels mocht verdachte verwachten dat [persoon 1] zich bij betrapping van verdachten zou verzetten. Bovendien vertrokken [persoon 2] en [persoon 3] op klaarlichte dag vanuit de woning van verdachte onder haar aansporing om het geld te gaan stelen en was zij ervan op de hoogte dat [persoon 3] een koevoet en ducttape bij zich had.
Bewezen kan ook worden dat verdachte de bron is van het plan om geld bij [persoon 1] te gaan stelen. Zij heeft door [persoon 2] en [persoon 3] te zeggen welke woning het betrof en waar het geld zou liggen en door er op aan te dringen dat zij het geld bij [persoon 1] zouden gaan halen de diefstal met geweld uitgelokt. Omdat haar opzet ook op het geweld gericht is geweest komt op voet van artikel 47, tweede lid, Sr ook het gevolg van het geweld (de dood van [persoon 1]) voor haar rekening
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op nader in zijn pleitaantekeningen omschreven gronden – kort samengevat – op het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Verdachte heeft de medeverdachten [persoon 3] en [persoon 2] niet op het idee gebracht om de diefstal met geweld te plegen. De medeverdachten kwamen zelf op dit idee. Uit de verklaring van de medeverdachte [persoon 3] kan niet de conclusie worden getrokken dat verdachte op de hoogte was van wat er op 9 januari 2013 ging gebeuren. Uit het bewijsmateriaal blijkt ook niet dat verdachte daarbij ook maar enige vorm van inbreng heeft gehad. Medeverdachte [persoon 2] heeft verklaard dat het zijn eigen wilsbesluit was en dat verdachte niet aanwezig is geweest bij de daaraan voorafgaande relevante gesprekken. Getuige [persoon 4] (de vader van [persoon 2]) dacht aanvankelijk dat verdachte betrokken was bij het maken van de plannen maar komt daar later op terug bij de rechter-commissaris. Uit deze verklaring volgt ook dat de getuige [persoon 5] belastend verklaart omdat hij het verdachte kwalijk neemt dat zijn vriend in de gevangenis zit.
Ten aanzien van A en B primair is niet bewijsbaar dat verdachte opzet had op samenwerking met de medeverdachten en ook niet dat zij opzet had op het geweld bij de uit de hand gelopen overval. De enige die hierover verklaart is de medeverdachte [persoon 3], maar zijn verklaring wordt onvoldoende ondersteund door ander bewijsmateriaal.
Van uitlokking van een diefstal met geweld is geen sprake. Verdachte heeft de medeverdachten niet door het aanwenden van een uitlokkingsmiddel daadwerkelijk overgehaald om het feit te begaan.
Voorts zijn de gedragingen van verdachte van te geringe betekenis om tot een veroordeling ter zake van medeplichtigheid te komen.
Voor wat betreft de onder sub B ten laste gelegde pogingsvarianten is de verdediging bovendien van mening dat er geen sprake is van een begin van uitvoering.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Vrijspraak van het onder A en B primair ten laste gelegde
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het onder A en B primair ten laste gelegde niet kan worden bewezen zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
4.3.2.
De bewijsmiddelen ten aanzien van het onder B subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank heeft op grond van de wettige bewijsmiddelen die in bijlage 2 bij dit vonnis zijn opgenomen en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop deze bewezenverklaring steunt, de overtuiging gekregen, en acht dan ook bewezen, dat verdachte het onder B meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals beschreven in rubriek 5. De rechtbank betrekt in haar nadere overwegingen de door de officier van justitie en de raadsman aangevoerde standpunten.
4.3.3.
Nadere bewijsoverwegingen
Verklaring [persoon 2]
De rechtbank stelt vast dat medeverdachte [persoon 2] wisselende verklaringen heeft afgelegd waar het de rol van verdachte betreft. Waar hij aanvankelijk een voor verdachte belastende verklaring heeft afgelegd wordt deze bij latere verhoren steeds meer afgezwakt en heeft hij zich uiteindelijk ten aanzien van verdachte beroepen op zijn verschoningsrecht. Met de officier van justitie heeft de rechtbank de indruk dat deze opstelling van medeverdachte [persoon 2] wordt ingegeven door loyaliteit aan zijn moeder met wie hij een heel hechte band heeft (p. 6 2 20). De rechtbank hecht om die reden meer waarde aan de eerdere verklaringen van medeverdachte [persoon 2], welke verklaringen door medeverdachte [persoon 2] ook nimmer zijn herroepen, en zal mede daarom in overwegende mate de verklaring van [persoon 2] van 31 januari 2013 gebruiken voor het bewijs.
Uitlokking
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] in eerste instantie heeft uitgelokt tot het plegen van een kortgezegd diefstal met braak.
Voordat verdachte aan medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] de inlichtingen over het geld in de woning van [persoon 1] verschafte hadden zij nog niet de intentie een dergelijk feit te plegen en daarna wel. Uit een en ander kan bezwaarlijk iets anders worden geconcludeerd dan dat [persoon 2] en [persoon 3] tot die intentie zijn gekomen door de door verdachte verstrekte inlichtingen.
Het wegnemen van het geld is vóór de ochtend van 9 januari 2013 vervolgens in diverse varianten en op meerdere momenten ter sprake gekomen. Uit de verklaringen van de medeverdachten en getuige Buiten volgt dat verdachte bij verschillende besprekingen aanwezig was en daarbij een actieve inbreng had. Verdachte is ook aanwezig geweest bij een bespreking waarbij [persoon 2] en [persoon 3] afspraken dat zij [persoon 1] op de bank zouden duwen en zouden vasttapen. De afgesproken handelingen zijn handelingen die naar hun aard gewelddadig zijn. Verdachte wist vanaf dat moment dus dat [persoon 2] en [persoon 3] plannen hadden om geweld tegen [persoon 1] te gebruiken.
Op de ochtend van 9 januari 2013 heeft verdachte tegen [persoon 2] en [persoon 3] gezegd dat zij het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen omdat [persoon 1] die avond zou gaan verhuizen. Diezelfde ochtend zijn [persoon 2] en [persoon 3] naar de woning van [persoon 1] gegaan en hebben geprobeerd hem te beroven. Naar uit algemene ervaringsregels volgt, had verdachte kunnen verwachten dat [persoon 1] op dat tijdstip in de woning aanwezig zou zijn. Verdachte was erbij toen medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] een koevoet en ducttape in hun jaszakken stopten. Zij heeft dus gezien dat [persoon 2] en [persoon 3] spullen meenamen die geschikt waren om [persoon 1] geweld aan te doen.
Uit deze feiten en omstandigheden volgt dat verdachte op z’n minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] geweld tegen [persoon 1] zouden gebruiken. Hoewel verdachte wist van de afspraken van medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3], en van de spullen die zij naar de woning van [persoon 1] zouden meenemen, heeft zij zich van de uitvoering van die plannen niet gedistantieerd. Sterker nog, verdachte heeft op de ochtend van het voorval in die wetenschap er bij medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] op aangedrongen dat zij diezelfde dag het geld nog zouden gaan halen bij [persoon 1]. De omstandigheid dat verdachte tijdens besprekingen en op de bewuste ochtend mogelijk onder invloed van drugs was, doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank acht bewezen dat verdachte niet alleen (voorwaardelijk) opzet had op de (poging) diefstal maar ook op de geweldshandelingen om die (poging) diefstal voor te bereiden. Aldus is zij ook verantwoordelijk voor het uiteindelijke gevolg, de dood van [persoon 1].
Begin van uitvoering
De hierna onder 5 bewezenverklaarde gedragingen van medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] kunnen, als geheel beschouwd, in redelijkheid niet anders worden gezien dan als een begin van uitvoering van de door hen voorgenomen diefstal met geweld. Dat bij deze gedragingen ook gedragingen zijn opgenomen die op zichzelf, los van de andere gedragingen, geen begin van uitvoering van dat voornemen zouden opleveren – bijvoorbeeld het naar de woning van het slachtoffer gaan en het bij de woning van het slachtoffer aanbellen – doet daaraan niet af.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat
(B subsidiair)
[persoon 2] en [persoon 3] op 09 januari 2013 te Amsterdam ter uitvoering van het door hun voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een aanmerkelijk geldbedrag toebehorende aan [persoon 1], en die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan van geweld tegen die [persoon 1], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden, waarbij zij
- naar de woning van die [persoon 1] zijn gegaan en
- aldaar hebben aangebeld en
- nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend met kracht die [persoon 1] die woning hebben ingeduwd en
- die woning zijn binnen gegaan en
- tegen het lichaam van die [persoon 1] hebben geschopt en
- met een koevoet tegen het hoofd van die [persoon 1] hebben geslagen en
- vervolgens met tape de handen en benen van die [persoon 1] hebben vastgebonden en tape over de mond van die [persoon 1] hebben geplakt en
- met kracht met hun handen de hals van die [persoon 1] hebben dicht gedrukt en
- die woning hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad
welk feit zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, opzettelijk heeft uitgelokt door inlichtingen te verschaffen, door
- die [persoon 2] en die [persoon 3] mede te delen dat en waar een aanmerkelijk geldbedrag in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1] aanwezig was en
- die [persoon 2] te omschrijven in welke woning die [persoon 1] precies woonde;
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf en maatregel

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar onder B subsidiair bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de straf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] hebben samen de 76 jarige [persoon 1] op klaarlichte dag in zijn eigen woning overvallen. Door zich voor te doen als postbezorger weten zij [persoon 1] te bewegen de voordeur te openen. [persoon 1] wordt vervolgens meteen hardhandig achterover geduwd. Ondanks zijn hoge leeftijd probeert [persoon 1] zich naar vermogen te verweren, maar hij vormt uiteraard geen partij voor de twee jonge daders. Medeverdachte [persoon 3] is bovenop [persoon 1] gaan zitten en nadat hij hem een klap met een meegenomen koevoet op zijn hoofd heeft gegeven staakt [persoon 1] zijn verzet. De handen en benen worden door medeverdachte [persoon 2] vastgebonden en ook zijn mond wordt afgeplakt met een stuk tape. Vervolgens hebben de daders de woning doorzocht maar daarbij niet het geld aangetroffen dat daar volgens verdachte had moeten liggen.
Al spoedig is het vervolgens duidelijk voor medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] dat het niet goed gaat met [persoon 1]. In plaats van medische hulp in te roepen is dit voor hen aanleiding zich zo snel mogelijk uit de voeten te maken. Zij leggen [persoon 1] nog wel eerst op zijn zij. Zij spoeden zich vervolgens naar de woning van medeverdachte [persoon 2] om daar verdachte te vragen verder voor [persoon 1] te zorgen.
Als verdachte even later arriveert en de hulpdiensten inschakelt blijkt reanimatie echter niet meer mogelijk. Later die avond overlijdt [persoon 1] in het ziekenhuis. Deze zeer beangstigende situatie in zijn huis, heeft [persoon 1] ongetwijfeld afschuwelijke laatste momenten van zijn leven bezorgd.
Verdachte heeft medeverdachte [persoon 2], nota bene haar eigen zoon, en medeverdachte [persoon 3] uitgelokt deze diefstal met geweld te plegen.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen enkele aanleiding om aan verdachte een lagere straf op te leggen dan medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3]. Zonder verdachte zouden medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] immers niet tot het plegen van dit ernstige feit zijn gekomen. Verdachte vervulde hierbij een essentiële rol. Het was in eerste instantie haar plan om het geld weg te nemen. Zonder haar inlichtingen hadden [persoon 2] en [persoon 3] niet geweten dat en waar [persoon 1] veel geld in huis had liggen noch hadden zij geweten waar [persoon 1] woonde. Ook heeft zij druk uitgeoefend om de diefstal in de ochtend van 9 januari 2013 te plegen, in de wetenschap dat [persoon 1] dan thuis zou kunnen zijn en in de wetenschap dat medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] een koevoet en ducttape meenamen naar de woning Hoewel verdachte zelf geen feitelijke geweldshandelingen heeft verricht, is dit geweld haar dan ook wel aan te rekenen.
Uit een uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 21 augustus 2013 blijkt bovendien dat verdachte, in tegenstelling tot medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3], in het verleden reeds meerdere keren voor diverse vermogensdelicten is veroordeeld.
Verdachte en medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] hebben de nabestaanden van de heer [persoon 1] met hun handelen onherstelbaar leed bezorgd. Zij ondervinden thans en zullen, naar de ervaring leert, nog gedurende langere tijd te maken krijgen met de nadelige psychische gevolgen van het verlies van hun familielid. Ter zitting heeft een nicht van [persoon 1] dit nader toegelicht.
Feiten als het onderhavige veroorzaken bovendien grote maatschappelijke onrust en versterken de in de samenleving aanwezige gevoelens van onrust en onveiligheid.
Hoewel de rechtbank er van uit gaat dat alle verdachten nooit de opzet op de dood van het slachtoffer hebben gehad, zijn het alleen deze verdachten die, uitsluitend handelend uit geldelijk gewin, verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de kort na de overval ingetreden dood van het slachtoffer.
Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van
[persoon 6], niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 meer subsidiair bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze conform de vordering op € 7.220,76 (zevenduizend tweehonderdtwintig euro en zesenzeventig cent). De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van
[persoon 6]voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Verdachte en medeverdachten [persoon 2] en [persoon 3] worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van dit bedrag.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36f, 45, 47 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

Verklaart het onder A primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair en onder B primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder B subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Met betrekking tot het onder B subsidiair bewezenverklaarde:
Door het verschaffen van inlichtingen opzettelijk een poging tot diefstal voorafgegaan van geweld gericht tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, en terwijl het feit de dood tot gevolg heeft, uitlokken.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van [persoon 6], wonende te [plaats], toe tot € 7.220,76 (zevenduizend tweehonderdtwintig euro en zesenzeventig cent).
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [persoon 6] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 6], aan de Staat € 7220,76 (zevenduizend tweehonderdtwintig euro en zesenzeventig cent) te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt de betalingsverplichting door hechtenis van 71 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan één van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.S. Schoorl, voorzitter,
mrs. J.W. Moors en C.C.M. Oude Hengel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. West, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 december 2013.
De jongste rechter is buiten staat
het vonnis te ondertekenen.
Bijlage 1
Volledige tekst van de tenlastelegging.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat,
A
Zij op of omstreeks 09januari 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld [persoon 1], heeft gedwongen tot de afgifte van een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft/hebben weggenomen een (aanzienlijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [persoon 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat zij, verdachte en/of haar mededader(s)
- naar de woning van die [persoon 1] is zijn gegaan en/of
- ( aldaar) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend) (met kracht) die [persoon 1] die woning heeft/hebben ingeduwd en/of
- die woning is/zijn binnen gegaan en/of
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met haar/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden en/of
- die woning heeft/hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair
[persoon 2] en/of [persoon 3] op of omstreeks 09 januari 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld [persoon 1], heeft gedwongen tot de afgifte van een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte,
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft/hebben weggenomen een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [persoon 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat die [persoon 2] en/of die [persoon 3]
- naar de woning van die [persoon 1] is/zijn gegaan en/of
- ( aldaar) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend) (met kracht) die [persoon 1] die woning heeft/hebben ingeduwd en/of
- die woning is/zijn binnen gegaan en/of
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op/tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden en/of
- die woning heeft/hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad
welk feit zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, door
- die [persoon 2] en/of die [persoon 3] (in haar woning) mede te delen dat en/of waar een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren) in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1] aanwezig was/waren en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] een of meerdere ma(a)l(en) te zeggen dat zij het geld bij die [persoon 1] moest(en) gaan halen, althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en/of
- voornoemde woning aan te wijzen aan die [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] te vertellen en/of te omschrijven in welke woning die [persoon 1] (precies) woonde en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] in te lichten wanneer die [persoon 1] alleen in zijn woning zou zijn en/of
- met die [persoon 2] en/of [persoon 3] heeft afgesproken dat hij zij de buit met haar, verdachte, zou(den) delen en/of
- voor te stellen dat dan wel wetenschap had van en/of aanwezig was bij de bespreking van en/of voorbereiding van het plan om die [persoon 1] in zijn woning op de bank (neer) te zetten en/of te knevelen en/of vast te binden en/of
- ( terwijl zij op de hoogte was dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [persoon 1] thuis was) in de ochtend van 09 januari 2013 die [persoon 2] en/of [persoon 3] te zeggen dat zij, die [persoon 2] en/of die [persoon 3], het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen, althans woorden van gelijke aard of strekking;
meer subsidiair
[persoon 2] en/of [persoon 3] op of omstreeks 09 januari 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [persoon 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp
op/tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of
dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden,
ten gevolge waarvan die [persoon 1] is overleden,
welk vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal met geweld (in vereniging) en/of afpersing (in vereniging), en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- die [persoon 2] en/of die [persoon 3] (in haar woning) mede te delen dat en/of waar een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of
een of meer (andere) goed(eren) in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1]
aanwezig was/waren en/of
- voornoemde woning aan te wijzen aan die [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] te vertellen en/of te omschrijven in welke woning die [persoon 1] (precies) woonde en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] in te lichten wanneer die [persoon 1] alleen in zijn woning zou zijn en/of
- met die [persoon 2] en/of [persoon 3] heeft afgesproken dat hij/zij de buit met haar, verdachte, zou(den) delen en/of
- voor te stellen dat dan wel wetenschap had van en/of aanwezig was bij de bespreking van en/of voorbereiding van het plan om die [persoon 1] in zijn woning op de bank (neer) te zetten en/of te knevelen en/of vast te binden en/of
- ( terwijl zij op de hoogte was dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [persoon 1] thuis was) in de ochtend van 09 januari 2013 die [persoon 2] en/of [persoon 3] te zeggen dat zij die [persoon 2] en/of die [persoon 3], het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen, althans woorden van gelijke aard of strekking;
meest subsidiair
[persoon 2] en/of [persoon 3] op of omstreeks 09 januari 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld [persoon 1], heeft gedwongen tot de afgifte van een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3],
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft/hebben weggenomen een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [persoon 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat die [persoon 2] en/of die [persoon 3]
- naar de woning van die [persoon 1] is zijn gegaan en/of
- ( aldaar) heeft hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend) (met kracht) die [persoon 1] die woning heeft/hebben ingeduwd en/of
- die woning is/zijn binnen gegaan en/of
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden en/of
- die woning heeft/hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- die [persoon 2] en/of die [persoon 3] (in haar woning) mede te delen dat en/of waar een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren) in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1] aanwezig was/waren en/of
- voornoemde woning aan te wijzen aan die [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] te vertellen en/of te omschrijven in welke woning die [persoon 1] (precies) woonde en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] in te lichten wanneer die [persoon 1] alleen in zijn woning zou zijn en/of
- met die [persoon 2] en/of [persoon 3] heeft afgesproken dat hij/zij de buit met haar, verdachte, zou(den) delen en/of
- ( terwijl zij op de hoogte was dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [persoon 1] thuis was,) in de ochtend van 09 januari 2013 die [persoon 2] en/of [persoon 3] te zeggen dat zij, die [persoon 2] en/of die [persoon 3], het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen, althans woorden van gelijke aard of strekking;
OF VOOR HET GEVALVOORGAANDE FEITEN NIET TOT EEN VEROORDELING LEIDEN;
B
zij op of omstreeks 09 januari 2013 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld [persoon 1], te dwingen tot afgifte van een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), en die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [persoon 1], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren, met haar mededader(s), althans alleen
- naar de woning van die [persoon 1] is zijn gegaan en/of
- ( aldaar) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend) (met kracht) die [persoon 1] die woning heeft hebben ingeduwd en/of
- die woning is/zijn binnen gegaan en/of
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op/tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden en/of
- die woning heeft/hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair
[persoon 2] en/of [persoon 3] op of omstreeks 09 januari 2013 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld [persoon 1], te dwingen tot afgifte van een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte,
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte, en die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan,
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [persoon 1], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, met zijn mededader(s), althans alleen
- naar de woning van die [persoon 1] is/zijn gegaan en/of
- ( aldaar) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend) (met kracht) die [persoon 1] die woning heeft/hebben ingeduwd en/of
- die woning is/zijn binnen gegaan en/of
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op/tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden en/of
- die woning heeft/hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad
welk feit zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, door
- die [persoon 2] en/of die [persoon 3] (in haar woning) mede te delen dat en/of waar een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren) in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1] aanwezig was/waren en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] een of meerdere ma(a)l(en) te zeggen dat zij het geld bij die [persoon 1] moest(en) gaan halen, althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en/of
- voornoemde woning aan te wijzen aan die [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of die [persoon 2] en/of [persoon 3] te vertellen en/of te omschrijven in welke woning die [persoon 1] (precies) woonde en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] in te lichten wanneer die [persoon 1] alleen in zijn woning zou zijn
- met die [persoon 2] en/of [persoon 3] heeft afgesproken dat hij zij de buit met haar, verdachte, zou(den) delen en/of
- voor te stellen dat dan wel wetenschap had van en/of aanwezig was bij de bespreking van en/of voorbereiding van het plan om die [persoon 1] in zijn woning op de bank (neer) te zetten en/of te knevelen en/of vast te binden en/of
- ( terwijl zij op de hoogte was dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [persoon 1] thuis was) in de ochtend van 09januari 2013 die [persoon 2] en/of [persoon 3] te zeggen dat zij, die [persoon 2] en/of die [persoon 3], het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen, althans woorden van gelijke aard of strekking;
meer subsidiair
[persoon 2] en/of [persoon 3] op of omstreeks 09januari 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [persoon 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- ( met kracht) op/tegen het lichaam van die [persoon 1] getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op/tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden,
ten gevolge waarvan die [persoon 1] is overleden,
welk vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten poging tot diefstal met geweld (in vereniging) en/of poging tot afpersing (in vereniging), en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, in elk gevat in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- die [persoon 2] en/of die [persoon 3] (in haar woning) mede te delen dat en/of waar een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of
een of meer (andere) goed(eren) in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1] aanwezig was/waren en/of
- voornoemde woning aan te wijzen aan die [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] te vertellen en/ofte omschrijven in welke woning die [persoon 1] precies woonde en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] in te lichten wanneer die [persoon 1] alleen in zijn woning zou zijn en/of
- met die [persoon 2] en/of [persoon 3] heeft afgesproken dat hij/zij de buit met haar, verdachte, zou(den) delen en/of
- voor te stellen dat dan wel wetenschap had van en/of aanwezig was hij de bespreking van en/of voorbereiding van het plan om die [persoon 1] in zijn woning op de bank (neer) te zetten en/of te knevelen en/of vast te binden en/of
- ( terwijl zij op de hoogte was dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [persoon 1] thuis was) in de ochtend van 09 januari 2013 die [persoon 2] en/of [persoon 3] te zeggen dat zij, die [persoon 2] en/of die [persoon 3], het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen, althans woorden van gelijke aard of strekking;
meest subsidiair
[persoon 2] en/of [persoon 3] op of omstreeks 09 januari 2013 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld P.J. van
Pareen, te dwingen tot afgifte van een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meet (andere) goed(eren), in elk gevat enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte,
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meer (andere) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of verdachte, en die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan,
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [persoon 1], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, met zijn mededader(s), althans alleen
- naar de woning van die [persoon 1] is/zijn gegaan en/of
- ( aldaar) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [persoon 1] de deur van die woning had geopend) (met kracht) die [persoon 1] die woning heeft/hebben ingeduwd en/of
- die woning is/zijn binnen gegaan en/of
- ( met kracht) op tegen het lichaam van die [persoon 1] heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) met een breekijzer en/of een koevoet en/of een klauwhamer, althans een hard en/of zwaar voorwerp op/tegen het hoofd van die [persoon 1] geslagen en/of
- ( vervolgens) (met tape) de hand(en) en/of be(e)n(en) van die [persoon 1] gekneveld en/of vastgebonden en/of tape over de mond van die [persoon 1] geplakt en/of
- ( met kracht) met zijn/hun hand(en) de keel en/of de hals van die [persoon 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of dicht gedrukt en/of dicht geknepen gehouden en/of dicht gedrukt gehouden en/of
- die woning heeft/hebben doorzocht
terwijl dat feit de dood van die [persoon 1] ten gevolge heeft gehad
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 09 januari 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- die [persoon 2] en/of die [persoon 3] (in haar woning) mede te delen dat en/of waar en (aanmerkelijk) geldbedrag en/of een of meet (andere) goed(eren) in de woning (gelegen aan perceel [adres 1] te [plaats]) van die [persoon 1] aanwezig was/waren en/of
- voornoemde woning aan te wijzen aan die [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] te vertellen en/of te omschrijven in welke woning die [persoon 1] (precies) woonde en/of
- die [persoon 2] en/of [persoon 3] in te lichten wanneer die [persoon 1] alleen in zijn woning zou zijn en/of
- met die [persoon 2] en/of [persoon 3] heeft afgesproken dat hij/zij de buit met haar, verdachte, zou(den) delen en/of
- ( terwijl zij op de hoogte was dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [persoon 1] thuis was,) in de ochtend van 09januari 2013 die [persoon 2] en/of [persoon 3] te zeggen dat zij, die [persoon 2] en/of die [persoon 3], het geld diezelfde dag nog moesten gaan halen, althans woorden van gelijke aard of strekking;
Bijlage 2
De bewijsmiddelen.

1. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2013007420-8 van 9 januari 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [persoon 7] en [persoon 8]. (doorgenummerde p. 1 1 04 e.v.)

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als de verklaring van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 9 januari 2013 om 11:25 uur waren wij op de [adres 1] te [plaats]. Wij zagen een vrouw staan in de gang. Deze vrouw bleek later te zijn genaamd [verdachte]. Wij zagen in de gang kapotte stenen dan wel porseleinen delen liggen. Wij zagen een man in de gang op de grond liggen. Deze man bleek later te zijn genaamd [persoon 1], geboren op [1936], wonende [adres 1] te [plaats]. De man lag met zijn voeten richting de toegangsdeur. Wij zagen dat zijn polsen aan elkaar getaped waren en dat zijn enkels aan elkaar waren getaped. Wij zagen dat dit met grijskleurig tape was gedaan. Wij zagen dat alle vertrekken overhoop lagen met goederen. Wij zagen dat er in alle vertrekken diverse lades en kastdeuren open stonden. Wij verbalisanten zijn vervolgens begonnen met het reanimeren van het slachtoffer. Hierna is het slachtoffer met een zwakke hartslag vervoerd richting het AMC ziekenhuis.

2. Een geschrift, zijnde een rapport betreffende een pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood, d.d. 12 februari 2013, van het Nederlands Forensisch Instituut. (doorgenummerde p. 2 3 12 e.v.)

Dit rapport houdt onder meer in als de verklaring van Dr. [persoon 9], arts en patholoog en [persoon 10], arts en patholoog:
Overledene: [persoon 1] is overleden in het AMC-ziekenhuis te Amsterdam op
[2013], omstreeks 22:22 uur.
5. Resultaten
Bij sectie op het lichaam van [persoon 1], geboren op [1936], is het navolgende gebleken:
A: Uitwendig
3. Er waren puntvormige bloedinkjes in de bindvliezen van beide ogen, boven- en onderwaarts.
7. In een gebied van circa 12 x 12 cm ter plaatse van de neus, de mond en de kin, was rode vlekkerige huidverkleuring door onderhuidse bloeduitstorting, met plaatselijk onder andere aan de bovenlip oppervlakkige beschadiging.
B: Inwendig
2. Er was een uitgebreide bloeduitstorting in de mondbodemspieren, aan de tong (basis) en in vrijwel de gehele tong en schildklier. Er was uitgebreide bloeduitstorting in de oppervlakkige en diepe halsspieren beiderzijds, van hoog tot laag in de hals. Er was uitgebreide bloeduitstorting om de beide hoorntjes van het strottenhoofd en rondom het gehele tongbeen
4. Er w as een strak gespannen hersenvlies en er was afplatting van de hersenwindingen; de hersenen waren vochtrijk. Er waren tekenen van inklemming.
5. Er waren zware vochtrijke longen.
6. Interpretatie van resultaten
Bij sectie werden letsels in de hals (sub B2) vastgesteld welke bij leven waren ontstaan door inwerking van substantieel uitwendig mechanisch (samen)drukkend, botsend geweld, of een combinatie van deze, aan de hals. Het botsend geweld kan bijvoorbeeld stoten (slaan, vallen, tegen structuren aankomen) omvatten. Samendrukkend geweld (stranguleren) kan bestaan uit manuele strangulatie.
De puntvormige bloedinkjes sub A3 betreffen niet-specifieke begeleidende verschijnselen van geweld op de hals (in het kader van asfyxie).
De letsels aan het gelaat sub A7 waren bij leven ontstaan door inwerking van uitwendig mechanisch botsend, (af)drukkend geweld of een combinatie van deze, hetgeen zou kunnen duiden op afdrukken van de mond (smoren) en of neus, hetgeen geleid kan hebben tot belemmering van de luchtwegen met verstikkingseffecten tot gevolg.
De bevindingen sub A3 kunnen (deels) ook hierdoor worden verklaard.
Het intreden van de dood kan goed worden verklaard door verwikkelingen van bovengenoemd geweld op de hals en het gelaat, met verstikkingsinvloeden namelijk zuurstofgebrek en algehele weefselschade tot gevolg. Bevindingen sub B4 en B5 kunnen hiermee goed worden verklaard als verwikkelingen van doorgemaakt zuurstofgebrek.
7. Conclusie
Bij sectie op het lichaam van [persoon 1], 76 jaren oud, kan het intreden van de dood kan goed worden verklaard door verwikkelingen van hevig uitwendig stomp mechanisch geweld op de hals en het gelaat.

2. Een proces-verbaal met nummer 2013007420 van 31 januari 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [persoon 11] en [persoon 12] (doorgenummerde p. 6 2 09 e.v.)

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als de verklaring van [persoon 2], zakelijk weergegeven:
Mijn moeder was goed bevriend met [persoon 1] die overleden is. Mijn moeder zei tegen mij dat [persoon 1] veel geld had.
[persoon 1] zei tegen mijn moeder dat het 50.000 euro was. Mijn moeder heeft wel gezien dat het veel was. Ze had het over een grote kast met twee deurtjes in de woonkamer. Ik heb die kast doorzocht maar niks gevonden.
Mijn moeder kwam naar mij om te vertellen dat er geld was. Omdat mijn vader niet thuis was vond zij het een goed moment om dat geld te gaan stelen.
Ik was thuis. Ze begon over het geld en dat we iets moesten doen. Ik zei tegen mijn moeder dat ik een vriend kon vragen om mij te helpen.
Ik ben naar die vriend gegaan, Ik zei wil je mee, nadat ik hem verteld had dat ik wist dat iemand veel geld had. Hij zei gewoon ja. We wilden eerst inbreken. We wilden het met zijn vieren doen. De een moest werken en de ander reageerde niet. Toen zijn we met zijn tweeën gegaan.
We zouden doen alsof we een pakketje kwamen brengen van de post. We hadden afgesproken dat die vriend zou aanbellen. Mijn vriend heeft aangebeld en gaf het pakketje aan [persoon 1]. Toen keek [persoon 1] naar het pakketje, die vriend pakte [persoon 1] toen bij zijn keel. Ik zag dat mijn vriend met twee handen greep naar de keel van [persoon 1]. Ik zag dat mijn vriend [persoon 1] naar binnen duwde. Ik hoorde daarna een bonk. Ik ben toen ook naar binnen gegaan.
Toen ik binnen kwam zag ik [persoon 1] op de grond liggen. Ik zag dat [persoon 1] op zijn rug lag en dat mijn vriend beide handen om de keel van [persoon 1] had. Mijn vriend zat bovenop [persoon 1].
Ik heb de voordeur dicht gedaan zodat niemand ons zag. De gang was heel smal. Ik zag dat [persoon 1] begon te trappelen met zijn benen. Ik heb [persoon 1] hierop een schop gegeven. Ik denk dat ik tegen zijn benen heb geschopt. Ik heb [persoon 1] daarna getaped. Ik had de tape meegenomen. We waren al van plan om [persoon 1] te tapen. Ik heb eerst zijn benen, daarna zijn handen en daarna zijn mond getaped. Een paar slagen om zijn enkels en om zijn polsen. Ik heb de benen en handen van [persoon 1] met kracht vast getaped omdat hij tegenspartelde. Mijn vriend zat al die tijd nog steeds op [persoon 1]. Toen zag ik dat die vriend van mij een slaande beweging wilde maken naar [persoon 1] met de koevoet. Ik zag dat hij wilde slaan met de kromme kant van de koevoet met de tanden naar beneden. Ik zei tegen mijn vriend. Ben je gek doe het gewoon met die andere kant en dan een zacht tikkie. Ik bedoelde daarmee dat hij een klap moest geven met het bolle gedeelte van de koevoet. Mijn vriend draaide toen de koevoet en gaf [persoon 1] een tikje bovenop zijn hoofd. Ik zag dat [persoon 1] zijn ogen dicht gingen alsof hij in slaap viel. Ik heb vervolgens tape over [persoon 1's] mond geplakt. Ik heb hem om zijn hoofd heen getaped. Ongeveer vijf keer. Ik heb zijn neus vrij gelaten.
Ik hoorde mijn vriend zeggen, zoek die geld zoek die geld.
Ik ben toen eerst naar de kast gegaan waar mijn moeder het over had. Ik had gekeken maar had het niet gezien.
Mijn moeder had het er ook over dat hij wel eens geld in een pan had in de keuken. Ik ben daar overal gaan kijken maar kon niks vinden. Toen ging ik naar zijn slaapkamer. Maar daar was ook niks. Toen keek ik onder zijn bed. Ik zag een grote koffer. Ik wilde hem openbreken met de koevoet.
Mijn vriend was in de tussentijd ook aan het zoeken. Ik zei wel tegen hem waar hij moest zoeken. Ik noemde de plaatsen die mijn moeder had verteld.
Ik keek naar [persoon 1] en zag en hoorde dat hij een snurkend geluid maakte. Ik zag ook dat [persoon 1] bloedde aan zijn hoofd. Ik heb toen de tape van zijn mond/hoofd afgehaald en heb [persoon 1] in een stabiele zijligging gelegd waarbij ik zijn hoofd omhoog heb gedaan zodat hij beter kon ademen. De rol tape ben ik vergeten.
We zijn via de tuin weg gegaan. Ik heb de sleutel meegenomen. De deur heb ik van buiten op slot gedaan.
Wij zijn meteen naar mijn huis gegaan.
We waren in paniek omdat het allemaal uit de hand was gelopen. Het was onze bedoeling niet dat het zo zou gaan. We zouden het eerst met een stukje hout doen, die tik geven, zodat hij even knock out zou gaan. Ik wilde absoluut niet dat hij dood zou gaan.
Ik heb tegen mijn moeder gezegd wat er was gebeurd. Mijn moeder is toen naar [persoon 1] gegaan. Ik heb haar de sleutel gegeven van het huis van [persoon 1]. Ik zei dat ze naar [persoon 1] moest gaan om hem te helpen.

3. Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 21 november 2013, inhoudende:

Het zou kunnen dat ik tegen mijn zoon iets heb gezegd over dat er bij [persoon 1] een portefeuille in een pan in de keuken lag.

4. Een proces-verbaal van verhoor van [persoon 3] d.d. 26 augustus 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.

Dit proces-verbaal houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Ik ben betrokken geweest bij het incident.
[persoon 2] belde mij een paar dagen eerder op en hij vroeg of ik langskwam, want hij wist hoe wij aan geld konden komen. Ik ben toen nog diezelfde avond naar hem toe gegaan.
In de woning was ook zijn moeder en [persoon 5] aanwezig. De moeder vertelde dat zij iemand kende die veel geld had liggen. De moeder van [persoon 2] deed het woord. Zij heeft in principe alles uitgelegd. Zij wist waar het geld lag.
Het plan was in eerste instantie om in de woning in te breken, zodat er geen slachtoffers zouden vallen.
De moeder van [persoon 2] zei dat die man haar zou wegbrengen en dat wij dan in principe de kans hadden om die woning binnen te gaan.
De nacht voordat het gebeurde was ik bij [persoon 2] thuis. Rond acht uur stond ik weer bij zijn huis. [persoon 2] deed open en zijn moeder was ook al wakker. [persoon 2] vroeg of ik meeging sigaretten halen.
Op de terugweg zei [persoon 2] dat hij het er met zijn moeder over had gehad dat zij drugs bij hem ging gebruiken en dat wij dan zouden aankloppen, waarop zij dan de deur zou opendoen. Daarvan kwam ook dat idee met dat postpakketje. Toen wij weer in de woning van [persoon 2] waren, zei zijn moeder dat het die dag moest gebeuren. Ze zei dat die man die avond ging verhuizen. Ze zette ons onder druk dat het nu moest gebeuren, omdat het later niet meer kon. Dan zouden wij alles mislopen. [persoon 2] en ik begonnen opgefokt te raken.
Ik wou graag dat er geen slachtoffers vielen; ik wilde wel het geld van die man.
De moeder van [persoon 2] zette ons onder druk. Zij liep hevig door het huis heen en weer en verhief haar stem. Zij herhaalde steeds dat het nu moest gebeuren. Ik zei toen dat de moeder van [persoon 2] naar die man toe moest gaan om daar dan te gaan roken volgens het juist beschreven plan, De moeder zei dat dat niet kon, omdat die man alleen maar `s avonds rookte. Ze zei weer dat het nu moest gebeuren.Toen zijn [persoon 2] en ik die kant opgegaan.
Ik heb aangeklopt. Toen die man de deur opendeed heb ik hem naar binnen geduwd. Het was de bedoeling dat ik achter hem aan zou lopen. Hij struikelde echter en viel met zijn rug op de grond. Ik ben toen met hem mee gestruikeld. Ik kwam als het ware bovenop hem te zitten. Ik heb toen met mijn handen op zijn borstkas geduwd om hem tegen de grond te houden. Die man verzette zich heftig en trapte nog een kastje om. Dat maakte nogal herrie. Toen kwam [persoon 2] naar binnen. Het voelde toen alsof [persoon 2] die man een schop gaf. Die man stopte toen ook met zijn verzet. [persoon 2] zei toen: “Geef hem een tik met de koevoet en doe dat met de bolle kant”. Ik zag dat de man kennelijk duizelig werd en toen ben ik opgestaan. Ik ben de woonkamer ingelopen en ben toen naar het geld gaan zoeken.
De moeder van [persoon 2] had gezegd dat het geld onder in een kast lag die links in de woonkamer stond. Ik heb wel gezocht maar kon niets vinden.
Ik heb de halve kast leeggehaald. [persoon 2] heeft ook gezocht, ook in de slaapkamer. Ook [persoon 2] kon het niet vinden. Hij is toen richting de keuken gegaan.
De moeder van [persoon 2] had namelijk gezegd dat die man een portemonnee in een pan bewaarde. [persoon 2] heeft die portemonnee ook gevonden maar daar zat niets in. [persoon 2] liep toen terug in de richting van die man. Die meneer ademde nog en lag op zijn rug. [persoon 2] heeft hem toen in een zijligging gelegd. We zijn via de achterdeur weggegaan. [persoon 2] heeft de sleutel meegenomen en wij hebben de deur op slot gedaan.
Wij zijn toen naar het huis van [persoon 2] gelopen. De moeder van [persoon 2] kwam naar beneden en keek nog waziger dan toen wij weggingen. [persoon 2] en ik zeiden dat ze die kant op moest gaan omdat die man daar lag en dat het misschien niet goed met hem ging. Wij hebben toen de sleutel van die achterdeur aan de moeder van [persoon 2] gegeven.
De afspraak was dat wij naar binnen zouden gaan en die man onder dwang op de bank zouden laten plaatsnemen en hem dan naar dat geld zouden vragen. Omdat die man viel is het allemaal anders gelopen. Die koevoet was uitsluitend bedoeld om te dreigen.
Toen wij in de woning van [persoon 2] waren deed zijn moeder het woord. Zij legde heel overtuigend uit dat die man beschikte over een aardig geldbedrag. Zij schatte dat het zeker 40.000 euro was.
De afspraak was dat wij die man naar binnen zouden duwen en dan zouden dwingen om op de bank te gaan zitten. Zowel [persoon 2] als zijn moeder waren bij die bespreking aanwezig. De moeder van [persoon 2] wist dus dat wij de man onder dwang op de bank zouden laten plaatsnemen. In de kelder hebben wij samen de spullen bij elkaar gepakt. Wij zijn toen naar boven gegaan. In de keuken hebben wij die spullen in onze jaszakken gedaan. Daar was de moeder van [persoon 2] bij. De spullen die wij meenamen waren een breekijzer, bivakmutsen en een rol ductape. Het was de bedoeling dat wij, zodra die man op de bank zou zitten, zijn handen zouden tapen.
Wij hebben de moeder van [persoon 2] gevraagd om naar de woning van die man te gaan, zodat zij zou kijken hoe het met hem ging en zonodig een ambulance zou bellen. De moeder van [persoon 2] is bij iedere bespreking over de diefstal geweest. Zij kwam met het hele plan. Zij was bij de vier besprekingen aanwezig en ook bij de vijfde bespreking die ochtend.
[persoon 2] wist in welk huis die man woonde. Bij de bespreking die ochtend voor het incident is ook besproken om die man vast te tapen, nadat hij op de bank moest gaan zitten.

5. Een proces-verbaal met nummer 2013007042 van 26 januari 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [persoon 11] en [persoon 13] (doorgenummerde p. 3 3 30 e.v.)

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als de verklaring van [persoon 5], zakelijk weergegeven:
Ik wil u graag vertellen wat ik meegemaakt en gehoord heb over wat er gebeurd is met die oudere man een paar weken geleden hier in de buurt.
Ik heb een vriend, zijn naam is [persoon 2]. [persoon 2] heeft een moeder. Zij heet [verdachte]. Op een dag in januari, zei [persoon 2] tegen mij dat zijn moeder een adres wist waar veel geld te halen was. De moeder heeft, waar ik bij was, gezegd dat er veel geld in die woning was. Het zou gaan om 30.000 of 40.000 euro. Ze zei tegen een vriend van ons, schele [persoon 3], [persoon 2] en mij dat als wij het niet zouden pakken dan doet een ander het wel. Het geld zou liggen in het huis van een man waar [verdachte] vaak kwam
De avond voordat de man die is overvallen in zijn woning en nu dood is, hebben [persoon 2], schele [persoon 3] en ik afgesproken in het huis van [persoon 2]. [verdachte] was er ook. De bedoeling was dat de moeder van [persoon 2] ons zou bellen als de man die we moesten gaan bestelen alleen thuis zou zijn. [verdachte] zou gaan kijken. Ze zou na een half uurtje terugkomen om ons een seintje te geven. Om twaalf uur hadden we nog niks van [verdachte] gehoord. [persoon 2], [persoon 3] en ik hebben nog een rondje gelopen om te kijken of we naar binnen konden. Maar we zagen licht branden boven. Ook waren we bang dat we iemand in huis wakker zouden maken, die dan herrie zou gaan maken. Ik ben naar huis gegaan.

6. Een proces-verbaal van verhoor van [persoon 2] d.d. 4 juni 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.

Dit proces-verbaal houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Mijn moeder heeft mij gezegd waar [persoon 1] precies woonde.