Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[Gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
Onderhuur
‘niets meer mee te maken heeft’.(…)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Lantaerne B.V. en gedaagden, waaronder [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2]. De Lantaerne vorderde ontruiming van een bedrijfspand en betaling van achterstallige huurpenningen en contractuele boetes. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar was, omdat aannemelijk was dat de bodemrechter de huurovereenkomst zou ontbinden. De voorzieningenrechter stelde vast dat [Gedaagde 1] geen verweer had gevoerd tegen de ontruiming, waardoor deze vordering werd toegewezen. Tevens werd geoordeeld dat de Lantaerne voldoende spoedeisend belang had bij de vordering tot betaling van huurpenningen en boetes, aangezien er een aanzienlijke huurachterstand was en de huurder had aangegeven te verhuizen naar het buitenland.
De voorzieningenrechter wees de vordering tot betaling van een totaalbedrag van € 28.194,62 toe, bestaande uit achterstallige huurpenningen en een voorschot op contractuele boetes. De vordering tot betaling van een gebruiksvergoeding door de niet verschenen gedaagde werd afgewezen, omdat het pand sinds 4 juli 2013 gesloten was en niet in gebruik werd genomen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.