Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van [eiser] van 12 augustus 2009,
- de akte overlegging producties van [eiser] van 23 september 2009, met producties,
- de conclusie van antwoord van ABN Amro van 13 januari 2010,
- het tussenvonnis van 27 januari 2010, waarbij is bepaald dat de zaak zich in het toenmalige stadium niet leende voor een comparitie van partijen en een re- en dupliekronde is gelast,
- de rolbeslissing van 6 april 2010, waarbij de zaak in de toenmalige stand is verwezen naar de parkeerrol in verband met overleg tussen partijen,
- de rolbeslissing van 6 april 2011, waarbij de zaak, op dat moment ingeschreven onder zaak- / rolnummer C/13/436512 HA ZA 09-2725, is doorgehaald op de rol,
- de rolbeslissing van 16 januari 2013, waarbij de zaak onder zaak- / rolnummer C/13/ 533259 / HA ZA 13-14 is heropend na royement,
- de conclusie van repliek van [eiser] van 27 februari 2013, met productie,
- de conclusie van dupliek van ABN Amro van 22 mei 2013.
2.De feiten
Betreft: Klacht [eiser]
extraverlies geleden van € 137.018 (zie bijlage 3).
extraverlies gelden van € 50.348 (zie bijlage 4).