Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verweerder],
1.De procedure
- het verzoek om te beslissen over een deelgeschil van 1 juli 2013 met bijlagen
- de tussenbeschikking van 18 juli 2013 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het verweerschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 1 november 2013
- het proces-verbaal van behandeling van een verzoekschrift gehouden op 8 november 2013 en de daarin genoemde aantekeningen van mr. Van Wassenaer.
2.De feiten
3.Het deelgeschil
Kwam tegen fietser door uitwijken fietser kwam deze op de andere rijstrook.’Vermeld is verder dat [verweerder] ongeveer 40 kilometer per uur reed en [verzoeker] ongeveer 30/35 kilometer per uur alsmede dat de weg ongeveer 5 meter breed was. Als getuige wordt [naam 8] genoemd. Bij de vraag wie om welke reden naar de mening van [verweerder] aansprakelijk is, is vermeld: ‘
de fietser deze kwam op de verkeerde weghelft’.
Hij zei hier letterlijk over dat ik hier niks aan kon doen.’
4.De beoordeling
door hard remmend zijn snelheid terug te brengen naar 25 km/u en door naar de rechterzijde van de weg te gaan rijden’. In een e-mail van 23 april 2013 van Allianz aan de advocaat van [verzoeker] wordt herhaald dat [verzoeker] (fors) heeft geremd en is uitgeweken naar rechts. Ook in deze lezing is het dus niet de door [verweerder] en [naam 8] vermelde inhaalmanoeuvre die debet is geweest aan het ongeval, maar wat ook door [verweerder] wordt vermeld, namelijk het steeds meer in elkaar schuiven van de fietsers bij het naderen van een auto (ook wel ‘indikken’ genoemd). De stelling van [verzoeker] komt onbetwist erop neer dat een redelijk mens of meer in het bijzonder een geoefend amateurwielrenner op deze wijze reageert indien hij, als deelnemer van een fietsclassic, plotseling wordt geconfronteerd met een auto die hem met een snelheid van (ten minste) ongeveer 40 tot 45 kilometer per uur tegemoet komt rijden op een weg die volgens het in r.o. 3.2.1 vermelde aanrijdingsformulier ongeveer 5 meter breed was en omsloten werd door sloten (en volgens het proces-verbaal van bevindingen van 25 september 2012 zelfs slechts 3,50 meter breed was exclusief een berm van 1.10 meter). Allianz c.s. hebben ook niet bestreden dat dit een gebruikelijke reactie is onder wielrenners die deelnemen aan een fietsclassic. Daarom kan niet worden geoordeeld dat [verzoeker] zich anders heeft gedragen dan een redelijk mens onder de gegeven omstandigheden zou doen, ook niet als zou komen vast te staan dat [verzoeker] kort tevoren aan het inhalen was.