ECLI:NL:RBAMS:2013:8950
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- E.R.S.M. Marres
- R.H. de Vries
- A.W.J. Ros
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rolrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 25 juni 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot wraking van mr. A.W.H. Vink, rolrechter in een civiele procedure. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R. Moszkowicz, heeft op 18 juni 2013 een wrakingsverzoek ingediend, nadat haar verzoek om uitstel voor het nemen van een conclusie van antwoord op 29 mei 2013 was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rolrechter na het geven van zijn rolbeschikking geen verdere bemoeienis meer heeft met de zaak, waardoor de mogelijkheid tot wraking vervalt. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk is, omdat de rolrechter zijn rol in de zaak heeft beëindigd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een mondelinge behandeling van het verzoek, aangezien het verzoek aanstonds niet-ontvankelijk werd verklaard. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 39 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.