4.6.Schadevergoeding
4.6.1.Your Way cs heeft ter comparitie haar eis tot betaling van schadevergoeding vermeerderd van het oorspronkelijk gevorderde bedrag van € 19.169,85 (zijnde het bedrag aan schadevergoeding dat na verrekening met de openstaande facturen zou overblijven) tot de volledige door haar gestelde schade van € 64.630,00. G-star heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging van eis. Dit bezwaar wordt ongegrond verklaard, omdat de wijziging niet in strijd is met de eisen van een goede procesorde. G-star heeft haar bezwaar niet nader onderbouwd en nu de vordering qua aard en grondslag niet is gewijzigd, valt ook niet in te zien dat de wijziging – ook al is deze ter comparitie geschied – strijdig is met de eisen van een goede procesorde.
4.6.2.De vordering tot schadevergoeding van Your Way cs in reconventie luidt derhalve G-star te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 64.630,00 aan schadevergoeding wegens het toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst. Your Way stelt hiertoe dat zij op 25 oktober 2010 mondeling met G-star is overeengekomen dat G-star het eerste jaar de ‘niet-lopende’ collectie (de collectie waarvan de verkoop in Zoutelande achterbleef bij de verwachtingen) kosteloos zou terugnemen (hierna: de Afspraak). De achterliggende gedachte van deze Afspraak was om het risico uit te sluiten dat Your Way in het eerste jaar met een aanzienlijke hoeveelheid niet-verkochte producten zou blijven zitten. Your Way had immers nauwelijks ervaring met het in- en verkopen van producten van een groot kledingmerk als G-star en kon moeilijk een inschatting maken van het juiste assortiment en de hoeveelheid in te kopen producten. Als deze Afspraak niet zou zijn gemaakt, zou Your Way veel behoudender te werk zijn gegaan bij haar bestellingen. Het bestaan van de Afspraak wordt ondersteund door de schriftelijke verklaringen van [gedaagde] en [naam] (producties 1 en 2 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie). Deze Afspraak prevaleert boven de schriftelijke overeenkomsten en algemene voorwaarden, aldus nog steeds Your Way.
4.6.3.Your Way stelt voorts dat G-star de mondelinge Afspraak niet is nagekomen door te weigeren de niet-lopende collectie kosteloos terug te nemen. Hierdoor heeft Your Way schade geleden, aangezien zij de overgebleven voorraad niet voor de inkoopsprijs heeft kunnen verkopen. Zij heeft de schade zoveel mogelijk kunnen beperken door de overgebleven voorraad met kortingen aan derden te verkopen. Het verschil tussen de inkoopwaarde van de overgebleven voorraad en het bedrag dat is opgebracht door verkoop aan derden, bedraagt in totaal € 64.630,00, zo stelt Your Way.
4.6.4.G-star heeft de door Your Way gestelde afspraak gekenschetst als ontbindende voorwaarde. Gezien de stellingen van Your Way alsmede aangezien zij schadevergoeding vordert, begrijpt de rechtbank Your Way aldus dat zij stelt dat de Afspraak niet een ontbindende voorwaarde betreft, maar een verbintenis van G-star tot kosteloze terugname van de niet-lopende collectie en dat Your Way als grondslag van haar vordering heeft gesteld dat G-star deze verbintenis niet is nagekomen, waardoor G-star de schade die Your Way daardoor lijdt dient te vergoeden (artikel 6:74 BW).
4.6.5.Voor zover G-star heeft aangevoerd dat Your Way niet aan haar ongedaanmakingsverplichting kan voldoen nadat de ontbindende voorwaarde is ingetreden, behoeven de opmerkingen van G-star daaromtrent geen bespreking, aangezien Your Way niet stelt dat de Afspraak een ontbindende voorwaarde is.
4.6.6.G-star heeft zich daarnaast tegen de vordering van Your Way cs verweerd door te betwisten dat de gestelde Afspraak is gemaakt. G-star voert aan dat zij een dergelijke afspraak nooit maakt met afnemers. Een afspraak tot het terugnemen van goederen wordt hooguit gemaakt voor denims, omdat dit courante goederen zijn die eventueel kunnen worden doorverkocht, maar niet voor de lopende collectie. G-star verwijst naar de schriftelijke verklaringen van [naam 2] en [naam 3] die namens G‑star met Your Way zaken hebben gedaan, waaruit blijkt dat zij nooit hebben toegezegd dat G-star in het eerste jaar goederen terug zouden nemen die Your Way niet goed heeft kunnen verkopen (producties 15 en 16 bij conclusie van antwoord in reconventie).
4.6.7.Daarnaast heeft G-star gesteld dat zij niet aansprakelijk is voor schade, nu in artikel 16 van de algemene verkoopvoorwaarden een exoneratiebeding is overeengekomen. Ook stelt G-star dat de schade voor rekening en risico komt van Your Way, omdat zij de voorraad voor minder dan de inkoopsprijs aan derden heeft verkocht. Dit verweer valt aan te merken als een beroep op eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW. Meer subsidiair betwist G-star de door Your Way gepresenteerde berekeningen over voorraad en schade, zulks bij gebrek aan wetenschap en justificatoire bescheiden.
4.6.8.Gezien de aard van het exoneratiebeding, zal de rechtbank allereerst overgaan tot beoordeling van het beroep daarop van G-star. De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen staat vast dat artikel 16 in de algemene voorwaarden deel uitmaakt van de overeenkomsten en dat de bepaling mede betrekking heeft op de soort aansprakelijkheid en schade als door Your Way gesteld. Your Way stelt echter dat de mondelinge Afspraak prevaleert boven de algemene voorwaarden.
4.6.9.De rechtbank overweegt dat in het algemeen geldt dat een (standaard)beding dat de aansprakelijkheid uitsluit, in redelijkheid niet de strekking kan hebben een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst opzij te zetten (vgl. Hoge Raad 9 oktober 1992,
NJ1994, 286), nu een (algemeen geformuleerde) exoneratie een individueel gemaakte afspraak niet zinledig mag maken.
4.6.10.In onderhavige zaak brengt dit het volgende mee. Indien tussen partijen de afspraak is gemaakt dat G-star de niet-lopende collectie het eerste jaar kosteloos zou terugnemen, dan betreft dat een dermate wezenlijke toezegging door G-star, dat de redelijkheid zich ertegen verzet dat aan het exoneratiebeding de betekenis wordt toegekend dat die de aansprakelijkheid van G-star wegens niet-nakoming van die afspraak zou uitsluiten. Immers kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet worden aangenomen dat een contractspartij met de ene hand wegneemt wat zij met de andere hand heeft gegeven. Derhalve dient de mondelinge Afspraak, indien deze komt vast te staan, te prevaleren boven het in de algemene verkoopvoorwaarden van G-star opgenomen exoneratiebeding.
4.6.11.Nu G-star de door Your Way gestelde mondelinge Afspraak heeft betwist, zal Your Way – op wie de bewijslast van deze stelling rust – worden opgedragen het bestaan van die Afspraak, als hierna vermeld, te bewijzen.
4.6.12.Bij het oproepen van getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
4.6.13.Partijen moeten er op voorbereid zijn dat de rechtbank op een zitting bepaald voor de getuigenverhoren een mondeling tussenvonnis kan wijzen waarbij een verschijning van partijen op diezelfde zitting wordt bevolen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Zij moeten daarom in persoon op de getuigenverhoren verschijnen. Een rechtspersoon moet ter zitting vertegenwoordigd zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot vertegenwoordiging.
4.6.14.Indien Your Way niet slaagt in het haar opgedragen bewijs van de mondelinge Afspraak, ontvalt de feitelijke grondslag aan de gevorderde schadevergoeding. Nu Your Way behalve niet-nakoming van de Afspraak geen feiten en omstandigheden ten grondslag heeft gelegd aan de vordering tot schadevergoeding, kan deze – indien de Afspraak niet komt vast te staan – niet worden toegewezen.
4.6.15.Indien Your Way er wel in slaagt het bestaan van de mondelinge Afspraak te bewijzen, dient te worden beoordeeld of de gevorderde schade voor vergoeding in aanmerking komt.
4.6.16.Your Way baseert haar vordering tot schadevergoeding op niet-nakoming van een verbintenis. Ingevolge artikel 6:74, tweede lid, BW is schadevergoeding slechts verschuldigd indien de schuldenaar in verzuim is met de nakoming van zijn verbintenis. Your Way heeft in dit kader gesteld dat G-star zonder ingebrekestelling in verzuim is nadat zij bij brief van 27 maart 2012 liet weten dat zij in de nakoming van haar verbintenis tekort zou schieten. Nu dit door G-star niet is betwist, staat – indien het bestaan van de afspraak wordt bewezen – vast dat het verzuim per die datum is ingetreden.
4.6.17.Bij beoordeling van de omvang van de tekortkoming en de schade geldt het volgende. Nu Your Way de schade slechts heeft onderbouwd met een eigen berekening, zonder overlegging van schriftelijke stukken, en G-star de schade bij gebrek aan wetenschap betwist, staat de door Your Way gestelde schade niet vast. Indien Your Way slaagt in de bewijsopdracht, zal de rechtbank Your Way op een nader moment opdragen haar schade bij akte te onderbouwen, waarna G-star in de gelegenheid zal worden gesteld hierop te reageren.
4.6.18.Alsdan zal tevens het beroep van G-star op eigen schuld worden beoordeeld.
4.6.19.Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4.6.20.Tot slot heeft Your Way aangevoerd dat G-star heeft op enig moment heeft geweigerd nog langer aan Your Way te leveren. Ter comparitie heeft Your Way gesteld dat er was afgesproken dat er continuïteit zou blijven in de bestellingen en leveringen, subsidiair dat het onrechtmatig is om de relatie op deze manier af te wikkelen. Zij stelt dat ze oudere items met hoge korting heeft moeten verkopen, waardoor de nieuwere items in de winkel niet verkochten en dat ten onrechte kosten zijn gemaakt voor bijvoorbeeld reclame. Your Way heeft aan deze stellingen geen rechtsgevolg verbonden. De gevorderde schadevergoeding is door Your Way immers gebaseerd op de niet-nakoming van de Afspraak. Your Way heeft niet gesteld dat de gevorderde schade het gevolg is van het beëindigen van de leveringen. Nu Your Way aan die stelling derhalve in het geheel geen rechtsgevolg heeft verbonden, behoeven de stellingen van partijen daaromtrent geen verdere bespreking.