ECLI:NL:RBAMS:2013:9044

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 december 2013
Publicatiedatum
30 december 2013
Zaaknummer
2039062 \ HA EXPL 13-514
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid kantonrechter bij vordering tot betaling van facturen uit overeenkomst van opdracht

In deze zaak vorderde eiseres, een boekhoudkantoor, betaling van vier facturen van gedaagde, de uitbater van een café, uit hoofde van een overeenkomst van opdracht. Eiseres had in de periode van juli 2009 tot en met juli 2012 in totaal € 12.711,58 aan gedaagde gefactureerd en vanaf september 2012 nog eens € 31.052,91. Gedaagde had echter slechts € 13.987,29 betaald en stelde dat hij niets meer verschuldigd was, omdat eiseres tekort was geschoten in de uitvoering van de opdracht. In reconventie vorderde gedaagde ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding van € 13.973,-. De kantonrechter verklaarde zich onbevoegd om van de vorderingen kennis te nemen, omdat het belang van de procedure het bedrag van € 25.000,- overstijgt. De zaak werd verwezen naar een andere kamer voor verdere behandeling. De uitspraak vond plaats op 4 december 2013.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 2039062 \ HA EXPL 13-514
Uitspraak: 4 december 2013

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:
[eiseres]
gevestigd te [plaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde Dw. R.M.T. Toonen,
t e g e n
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. J.J. Dijkman.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
  • de dagvaarding van 26 april 2013, met producties,
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties.
Ingevolge tussenvonnis van 17 juli 2013 heeft op 9 oktober 2013 een bijeenkomst van partijen plaatsgevonden. Het proces-verbaal hiervan en de daarin genoemde andere stukken, waaronder de conclusie van antwoord in reconventie, bevinden zich bij de stukken.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten en omstandigheden in conventie en in reconventie

1.
[eiseres] is een boekhoudkantoor. [gedaagde] is de uitbater van [Café] te [plaats].
2.
In mei 2009 heeft [gedaagde] opdracht gegeven aan [eiseres] de boekhouding van zijn onderneming te verzorgen.
3.
In de periode juli 2009 tot en met juli 2012 heeft [eiseres] bij periodieke facturen een bedrag van in totaal € 12.711,58 bij [gedaagde] in rekening gebracht.
4.
Vanaf september 2012 heeft [eiseres] de volgende facturen, met een totaalbedrag van € 31.052,91, aan [gedaagde] verzonden:
nummer datum bedrag Omschrijving
[factuurnummer] 26 september 2012 € 9.427,18 Voor u verrichte werkzaamheden van
1 juli t/m 31 augustus 2012: (…)
[factuurnummer] 12 november 2012 € 1.475,60 Voor u verrichte werkzaamheden in
september 2012: (…)
[factuurnummer] 19 december 2012 € 10.149,48 Voor u verrichte werkzaamheden in
oktober/november 2012: (…)
[factuurnummer] 11 januari 2013 € 6.748,17 Voor u verrichte werkzaamheden in
december 2012: (…)
[factuurnummer] 5 april 2013 € 3.252,48 Voor u verrichte werkzaamheden van
1 januari t/m 31 maart 2013: (…)
5.
Over de periode 2009 tot en met 2013 heeft [gedaagde] een bedrag van in totaal € 13.987,29 aan [eiseres] betaald.

Vordering en verweer in conventie

6.
[eiseres] vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
a. € 23.029,03 aan hoofdsom;
b. € 1.158,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 556,39 aan rente, berekend tot 17 april 2013;
d. rente over € 24.743,42 vanaf 26 april 2013;
e. de proceskosten.
7.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in opdracht van [gedaagde] werkzaamheden heeft verricht die onbetaald zijn gebleven. [eiseres] heeft recht op betaling van de facturen, te vermeerderen met rente en kosten.
8.
[gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Vordering en verweer in reconventie

9.
[gedaagde] vordert in reconventie ontbinding van de overeenkomst tussen partijen die ziet op het verzorgen van de boekhouding over de jaren 2010, 2011 en 2012 en veroordeling van [eiseres] tot betaling van € 13.973,- aan schadevergoeding, te vermeerderen met rente en kosten.
10.
[gedaagde] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [eiseres] is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen, als gevolg waarvan [gedaagde] schade heeft geleden.
11.
[eiseres] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Beoordeling in conventie en in reconventie

12.
Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] de vijf facturen hiervoor onder r.o. 4 genoemd niet (volledig) voldaan. Zij stelt dat [gedaagde] uit dien hoofde nog een bedrag van € 29.777,20 verschuldigd is. In deze procedure vordert [eiseres] slechts betaling van vier van die facturen tot een bedrag van € 23.029,03, teneinde onder de bevoegdheid van de kantonrechter te vallen. Van factuur met nummer [factuurnummer] wordt in deze procedure geen betaling gevorderd.
13.
Op grond van artikel 93 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) worden geldvorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000,- behandeld en beslist door de kantonrechter, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en die rechtstitel wordt betwist.
14.
De rechtstitel van de vordering van [eiseres] is een overeenkomst van opdracht. Ter comparitie heeft de gemachtigde van [eiseres] gesteld dat sprake is van afzonderlijke opdrachten en dat de factuur waarvan in deze procedure geen betaling wordt gevorderd betrekking heeft op een andere opdracht. De kantonrechter volgt [eiseres] hierin niet. De verschillende facturen hebben blijkens de daarop gegeven omschrijving betrekking op werkzaamheden verricht in een bepaalde periode. Uit de facturen blijkt niet dat sprake zou zijn van afzonderlijke opdrachten. [eiseres] heeft ter zitting niet kunnen onderbouwen op welke afzonderlijke opdracht de thans niet gevorderde factuur betrekking heeft. Daarbij merkt de kantonrechter op dat op deze factuur als een van de werkzaamheden genoemd staat “deelwerk inzake de jaarrekening 2011”, een omschrijving die op de daaraan voorafgaande factuur met nummer [factuurnummer] eveneens staat vermeld. Gezien de bedragen die onder de opdracht in rekening zijn gebracht, gaat de rechtstitel van de onderhavige vordering het bedrag van € 25.000,- te boven.
15.
Het primaire verweer van [gedaagde] luidt dat hij in het geheel niets verschuldigd is nu [eiseres] is tekortgekomen in de uitvoering van de opdracht. In reconventie vordert [gedaagde] op grond van de gestelde tekortkoming ontbinding van de overeenkomst van opdracht en veroordeling van [eiseres] tot een schadevergoeding van € 13.973,-.
16.
De kantonrechter stelt vast dat aldus de rechtstitel van de vordering onderwerp van het geding is. Het verweer van [gedaagde] vraagt immers om een beslissing ten aanzien van de gehele overeenkomst van opdracht. Een beslissing op de vordering tot ontbinding van de overeenkomst, welke beslissing tussen partijen gezag van gewijsde zou verkrijgen, zou partijen binden in een eventuele volgende procedure met als inzet de factuur met nummer [factuurnummer]. [eiseres] heeft van het meerdere boven de € 25.000,- geen afstand gedaan. Dit brengt mee dat het belang van de onderhavige procedure het bedrag van € 25.000,- overstijgt.
17.
De kantonrechter ziet zich daarom genoodzaakt zich onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken.

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie en in reconventie

verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen kennis te nemen;
verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt ter verdere behandeling naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken binnen de afdeling privaatrecht van de rechtbank Amsterdam;
bepaalt dat de zaak wordt ingeschreven op de rol van woensdag 18 december 2013;
wijst partijen erop dat zij voor wat betreft het vervolg van deze procedure slechts door tussenkomst van een advocaat proceshandelingen kunnen verrichten.
Aldus gewezen door mr. T.T. Hylkema, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 december 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter