Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
en 31 andere eisers zoals opgenomen in de aan dit vonnis gehechte dagvaarding,
procesadvocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,
1.De procedure
Ter zitting waren aanwezig:
mr. Brantjes en met mrs. T.H. Geukes Foppen en S. Visser, beiden advocaat te Amsterdam.
mr. P.D. van der Eijk, advocaat te Rotterdam.
2.De feiten
1. FloraHolland kan tarieven met betrekking tot haar Faciliteiten invoeren of wijzigen, tenzij in statuten, reglementen, algemene voorwaarden of overeenkomsten van FloraHolland anders is bepaald. Nieuwe tarieven zullen één maand voor de invoering bekend worden gemaakt in het Mededelingenblad of per algemene circulaire, al dan niet met een verwijzing naar de Website tenzij aanmerkelijke bedrijfsbelangen van FloraHolland zich hiertegen verzetten.2. Tarieven of tariefswijzigingen waaraan VGB/Commissie van de Handel haar goedkeuring heeft verleend, zijn bindend. Tegen tarieven of tariefswijzigingen waaraan VGB/Commissie van de Handel geen goedkeuring heeft verleend, kan binnen twee maanden gerekend vanaf de aankondiging van het betreffende tarief door belanghebbenden een vordering tot vernietiging bij de bevoegde rechter te Amsterdam worden ingesteld, bij gebreke waarvan het tarief of de wijziging onherroepelijk is.
3.Het geschil
3.3. FloraHolland heeft – samengevat weergegeven – het volgende verweer gevoerd. Onjuist is de stelling van eisers dat het feit dat VGB haar goedkeuring aan de tariefswijziging niet heeft gegeven, hoe dan ook zal leiden tot vernietiging van het desbetreffende besluit door de bodemrechter. Dat VGB haar goedkeuring niet heeft gegeven, heeft enkel tot gevolg dat belanghebbenden een vordering tot vernietiging bij de bodemrechter kunnen instellen. De bodemrechter zal alleen tot vernietiging overgaan indien hiervoor inhoudelijke redenen aanwezig zijn (bijvoorbeeld strijd met de statuten of de gemaakte afspraken of de redelijkheid en billijkheid). In dit geval valt niet te verwachten dat de bodemrechter de tariefswijziging zal vernietigen. De afspraken waarnaar eisers hebben verwezen (kaderafspraken, onderhandelingsprotocol) zijn afspraken gemaakt tussen VGB en FloraHolland en kunnen daarom niet dienen als grondslag voor de vordering van eisers. De tariefswijziging is volgens FloraHolland niet onredelijk; het gaat immers om een herverdeling van de kosten die voor FloraHolland niet tot meer inkomsten leidt. Op 20 december 2012 hebben VGB en FloraHolland de randvoorwaarden afgesproken waaraan de tariefswijziging moest voldoen en FloraHolland heeft zich hieraan gehouden. Binnen deze randvoorwaarden is het beste resultaat behaald, waarbij een feit is dat nooit alle meer dan 1.000 handelaren tevreden kunnen worden gesteld. Voorts is FloraHolland van mening dat haar belangen (en die van de meer dan 1.000 bij haar aangesloten handelaren) zwaarder wegen dan die van de 32 eisers in dit geding. Eisers zijn reeds sinds 23 mei 2013 op de hoogte van de tariefswijziging en hebben hierop dus kunnen anticiperen. Opschorting van de tariefswijziging heeft ingrijpende gevolgen voor de ongeveer 97% van de handelaren die niet aan deze procedure deelnemen en van wie een groot gedeelte (ongeveer 400) met ingang van 1 januari 2014 juist minder gaat betalen. Tot slot is FloraHolland van mening dat opschorting van de tariefswijziging tot grote reputatieschade zal leiden.
816,00