Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure in de hoofdzaak
- de dagvaarding van 8 oktober 2012, met procestukken,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring,
- de conclusie van antwoord in vrijwaring,
- de rolbeslissing van 23 januari 2013, waarbij aan [gedaagde] is vergund om [gedaagde 2] in vrijwaring op te roepen,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde],
- het tussenvonnis van 20 maart 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord (in vrijwaring alsmede) ten principale van [gedaagde 2], waarin [gedaagde 2] tevens te kennen geeft zich als gevrijwaarde partij op de voet van artikel 214 Rv te voegen aan de kant van [gedaagde],
- het proces-verbaal van comparitie van 12 juni 2013 en de daarin genoemde processtukken en/of proceshandelingen,
- de akte uitlating van de VVE,
- de antwoordakte uitlating van [gedaagde],
- de antwoordakte na comparitie van [gedaagde 2].
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding in vrijwaring van 25 februari 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord in vrijwaring (alsmede ten principale), met producties,
- het tussenvonnis van 5 juni 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 12 juni 2013 en de daarin genoemde processtukken en/of proceshandelingen,
- de akte van [gedaagde] van 10 juli 2013,
- de akte na comparitie (vrijwaring) van [gedaagde 2],
- de akte van [gedaagde] van 7 augustus 2013,
- de antwoordakte van [gedaagde 2].
3.De feiten
in hoofdzaak en de vrijwaringszaak
7.Onderhoud gebouw / Funderingsherstel
4.Het geschil
in de hoofdzaak
5.De beoordeling
1.447,50(2,5 punt × tarief € 579,00)
1.447,50(2,5 punten × tarief € 579,00)