Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT - TEAM KANTON
364
de besloten vennootschap TOSCA MEDISCH INTERIM
de stichting STICHTING PENSIOENFONDS VOOR PERSONEELSDIENSTEN
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 13 juli 2012 inhoudende de vordering van TMI
- de conclusie van antwoord van StiPP met producties.
Vervolgens zijn ingediend:
- de conclusie van repliek van TMI met producties
- de conclusie van dupliek van StiPP met een productie
- de akte waarin TMI reageert op die laatste productie.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Artikel 1 van het verplichtstellingbesluit tot deelneming in StiPP (van 30 januari 2009, Stcrt. 2009, 22) luidt:
“(..)Het deelnemen in de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten is verplichtgesteld voor uitzendkrachten die op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam zijn voor een uitzendonderneming (..).Hierbij wordt verstaan onder:
uitzendonderneming:de natuurlijke of rechtspersoon die voor ten minste 50 procent van het totale premieplichtig loon op jaarbasis uitzendkrachten ter beschikking stelt van (uitzendt naar) opdrachtgevers, zijnde de werkgever in de zin van artikel 7: 690 van het Burgerlijk Wetboek.
uitzendovereenkomst:de arbeidsovereenkomst, waarbij de ene partij als werknemer door de andere partij als werkgever in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van die werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan die werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde.(..)”
werkgever’) sluit met haar werknemers luidt als volgt:
“De werknemer treedt (..) in vaste dienst van de werkgever. (..)”
“
(..)2. (..) Met betrekking tot de door de werknemer uitgevoerde werkzaamheden is de werknemer verantwoording verschuldigd aan de werkgever.3. De werknemer is gehouden andere werkzaamheden te verrichten dan die direct verband houden met de genoemde functie voor zover dit door de werkgever redelijkerwijs kan worden verlangd.”
- voor het opnemen van vakantiedagen voorafgaand schriftelijk toestemming van de werkgever dient te zijn verkregen,
- in geval van ziekte, de werknemer dat zo spoedig mogelijk dient te melden aan werkgever en opdrachtgever,
- werknemer tijdens ziekte gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid recht op 100% van zijn salaris behoudt en daarna 70%.
Neeaangekruist. Op de vraag
Zo nee, waarom nietheeft TMI geantwoord:
Detachering.
Bij de omschrijving van de bedrijfsactiviteiten heeft TMI ingevuld:
Detacheren van verpleegkundig en paramedisch personeelen bij het totaal aantal arbeidsuren van de werknemers in dienst van TMI op jaarbasis is
500ingevuld. Tot slot heeft TMI aangekruist dat de vakantie-aanvragen van werknemers doorgaans bij haar zelf werden ingediend.
“
Ten aanzien van de door StiPP aangekondigde procedure bij de civiele rechter merkt de rechtbank op dat het oordeel van de bestuursrechter over de voorvraag een voorlopig oordeel is en dat (..) het uiteindelijke oordeel van de civiele rechter betreffende de aansluiting en premieplicht maatgevend zal zijn (..).”
Het beroep van TMI is ongegrond verklaard.
Vordering en verweer
7: 690 BW is en daardoor valt onder de verplichtstellingsbeschikking. Gelet op de door de Hoge Raad aangelegde uitlegnorm komt TMI tot de slotconclusie dat zowel bewoordingen als de elders in de CAO gebruikte formuleringen en de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen eenduidig wijzen naar de conclusie dat TMI geen uitzendonderneming is in de zin van de verplichtstelling. Daar komt nog bij dat het TMI € 7,5 ton op jaarbasis gaat kosten als zij wordt aangesloten bij StiPP, terwijl TMI zelf vanaf 2002 een goede pensioenregeling heeft afgesloten voor haar werknemers.
Beoordeling
BESLISSING
2 december 2013 te 10.00 uurwaar de dag bepaald wordt voor een verschijning van partijen;
18 november 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.