ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ4308
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een aanvraag om bijzondere bijstand op grond van de Atcg en de tegenstrijdigheid met de werkvoorschriften WWB
In deze zaak heeft eiseres op 23 juni 2011 bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten voortkomend uit haar chronische beperking. De aanvraag werd door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, afgewezen op basis van het inkomen van eiseres en haar partner in het jaar 2010, dat volgens verweerder hoger was dan het toetsbedrag zoals vermeld in de Beleidsregels aanvullende tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Atcg). Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 21 juni 2012. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 12 maart 2013 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de Atcg en de werkvoorschriften WWB tegenstrijdig zijn wat betreft het te hanteren toetsinkomen voor 65-plussers. De rechtbank concludeerde dat bij de beoordeling van het recht op Atcg-bijstand uitgegaan moet worden van de Beleidsregels Atcg. Aangezien het gezamenlijk inkomen van eiseres en haar partner in het peiljaar 2010 onder het toetsbedrag lag, heeft verweerder de aanvraag ten onrechte afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.
De rechtbank benadrukte dat het voor betrokkenen onduidelijk is welke norm moet worden gehanteerd, gezien de tegenstrijdigheid tussen de Atcg en de werkvoorschriften. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank niet alleen de aanvraag van eiseres moest heroverwegen, maar ook de noodzaak om duidelijkheid te scheppen in de beleidsregels.