ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ8573
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.M. Vroom - Cramer
- A.C. Enkelaar
- A.J. Wesdorp
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vervolging in cold case moordzaak te Hilversum
In deze zaak, die betrekking heeft op een cold case moordzaak uit 1995, heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 maart 2013 uitspraak gedaan. De verdachte, die ten tijde van het delict minderjarig was, werd beschuldigd van moord en zware mishandeling met de dood tot gevolg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verjaringstermijn voor de vervolging van de verdachte op 11 oktober 2004 is verstreken, waardoor het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk werd verklaard in de vervolging. De rechtbank overwoog dat de verjaringstermijn voor minderjarigen, zoals vastgelegd in artikel 77d van het Wetboek van Strafrecht, tot de helft van de termijn voor volwassenen is ingekort. Dit betekent dat de verjaringstermijn voor moord in dit geval negen jaar bedroeg. De rechtbank concludeerde dat de wijziging van de verjaringstermijn, die op 1 januari 2006 in werking trad, niet van toepassing was op deze zaak, aangezien het feit al op 11 oktober 2004 was verjaard. De verdachte was op het moment van het delict 17 jaar oud en de rechtbank heeft de bijzondere bepalingen voor minderjarigen in acht genomen. De uitspraak werd gedaan na een onderzoek ter terechtzitting, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. Uiteindelijk werd de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard en werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.