ECLI:NL:RBAMS:2013:CA3185

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
513975 / KG ZA 12-426 HJ/BB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op herkenbare beeld- en geluidsopnames van moeder in uitzending Tros Vermist

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 5 april 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], de moeder van een minderjarige, en de omroeporganisatie Tros. De zaak ontstond naar aanleiding van een uitzending van Tros Vermist waarin aandacht werd besteed aan de vermissing van de minderjarige, die door haar moeder zonder toestemming van de vader naar Turkije was meegenomen. De moeder vorderde een verbod op het herkenbaar in beeld brengen van haar persoon in de uitzending, omdat dit haar privacy zou schenden. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de moeder om niet herkenbaar in beeld te komen zwaarder weegt dan het belang van Tros om haar uitingsvrijheid te behouden. De rechter verbood Tros om beeldmateriaal van de moeder uit te zenden of openbaar te maken, voor zover zij herkenbaar in beeld zou worden gebracht. Tros mocht echter wel de geluidopnames gebruiken, omdat het niet te verwachten was dat dit de privacy van de moeder zou schaden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de zaak een maatschappelijk belang diende, maar dat de privacy van de moeder ook zwaarwegend was. De uitspraak bevatte ook bepalingen over het verwijderen van de naam en portretten van de moeder van de website van Tros.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 513975 / KG ZA 12-426 HJ/BB
Vonnis in kort geding van 5 april 2012
in de zaak van
[eiseres],
domicilie kiezende te [plaats],
eiseres bij dagvaarding van 4 april 2012,
advocaat mr. A. van Toorn te Rotterdam,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
TROS,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. R. Klöters te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Tros worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zitting van 5 april 2012 heeft de advocaat van [eiseres] verzocht om de door Tros in het geding gebrachte msn correspondentie tussen [minderjarige] en een vriendin vanwege schadelijke gevolgen voor met name [minderjarige] buiten het geding te laten. De voorzieningenrechter is aan dit verzoek, waaraan Tros niet wenste mee te werken, voorbij gegaan omdat, gelet op het feit dat delen van die msn correspondentie ook al in een eerdere uitzending van Tros Vermist over dit onderwerp te zien waren, de schadelijke gevolgen voor [minderjarige] niet aannemelijk zijn geworden.
1.2. Aan de zijde van [eiseres] is verder verzocht om een behandeling van de zaak achter gesloten deuren. Daartegen heeft Tros geen bezwaar gemaakt.
Daarop heeft de voorzieningenrechter, omdat het een zaak tussen voormalige echtgenoten betreft waarbij een minderjarige is betrokken, achter gesloten deuren behandeld.
1.3. Vervolgens heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Tros heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Tros heeft tevens een pleitnota in het geding gebracht.
1.4. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 5 april 2012 uitspraak gedaan, in de vorm van een verkort vonnis. Daarbij is aan partijen medegedeeld dat indien zij een uitwerking van het verkorte vonnis wensen zij daartoe een verzoek kunnen doen. Bij faxbericht van 6 april 2012 heeft mr. Van Toorn namens [eiseres] om uitwerking van het vonnis gevraagd. Dit betreft het uitgewerkte vonnis, dat op 16 april 2012 aan partijen is afgegeven.
1.5. Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van [eiseres]: [eiseres] met mr. Van Toorn en haar kantoorgenoot
mr. P. Nobel;
aan de zijde van Tros: [A], [functie] en [functie], [B], [functie], en [C], [functie], met mr. Klöters.
2. De feiten
2.1. Tros is een omroeporganisatie die onder meer het televisieprogramma Tros Vermist maakt en uitzendt. In dat programma worden vermiste, verdwaalde en ontvoerde personen getracht op te sporen en -als dat is gelukt- weer in contact gebracht met hun dierbaren.
2.2. [eiseres] is de moeder van de minderjarige [minderjarige]. In december 2011 is [eiseres] met [minderjarige] naar Turkije vertrokken. Zij heeft dit gedaan zonder toestemming van de vader van [minderjarige] waarvan [eiseres] is gescheiden en met wie zij het gezamenlijk gezag had over [minderjarige]. [minderjarige] is onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg en woonde op het moment dat haar moeder haar meenam naar Turkije bij haar vader. Bij beschikking van 23 januari 2012 heeft de vader van [minderjarige] het eenhoofdig gezag over [minderjarige] gekregen.
2.3. Nadat dierbaren van [minderjarige] in Nederland [minderjarige] als vermist hadden opgegeven is in de uitzending van 23 maart 2012 van Tros Vermist aan de vermissing van [minderjarige] aandacht besteed. In deze uitzending zijn diverse betrokkenen aan het woord gelaten en is een portret en filmopname van [eiseres] getoond.
2.4. De uitzending van 23 maart 2012 is via een link op de website van Tros Vermist naar ‘uitzending gemist’ terug te zien. Op de website van Tros Vermist is verder een artikel geplaatst over de vermissing en opsporing van [minderjarige]. Daarbij is ook de naam van [eiseres] genoemd.
2.5. Toen duidelijk was dat [minderjarige] door haar moeder mee was genomen naar Turkije is de redactie van Tros Vermist met een oom van [minderjarige], haar gezinsvoogd en een tolk van Bureau Jeugdzorg naar Turkije gereisd om [minderjarige] terug naar Nederland te halen. In Turkije is over de terugkeer van [minderjarige] naar Nederland met [eiseres] gesproken en daarbij zijn beeld- en geluidsopnames van [eiseres] gemaakt. Kort daarna is [eiseres] vrijwillig met [minderjarige] mee teruggereisd naar Nederland. Van deze terugreis en de ontvangst op Schiphol door de vader, familie en vrienden van [minderjarige] zijn eveneens opnames gemaakt.
2.6. Tros is voornemens om in de uitzending van Tros Vermist van 6 april 2012 aandacht te besteden aan het opsporen van [minderjarige] in Turkije en haar terugkeer naar Nederland.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert, samengevat, uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren, op straffe van dwangsommen:
I. Tros te verbieden enig beeld- en geluidmateriaal dat van [eiseres] is opgenomen -in de periode 30 december 2011 tot en met heden- uit te zenden dan wel openbaar te maken;
II. Tros te verbieden de uitzending van 23 maart 2012 van Tros Vermist
-voor zover deze uitzending beeld- en geluidopnames van [eiseres] betreffen- nogmaals openbaar te maken dan wel uit te zenden; en
III. Tros te verplichten beeld- en geluidopnames van [eiseres] en lasterlijke teksten, waaronder vermelding van de naam van [eiseres], per direct van haar website te verwijderen.
[eiseres] vordert ten slotte om Tros te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. [eiseres] heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat bij haar gegronde vrees bestaat dat met de voorgenomen uitzending van Tros Vermist van 6 april 2012 ongeoorloofde inbreuk zal worden gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer. Volgens [eiseres] is de uitzending van 23 maart 2012 daarvan reeds het bewijs. [eiseres] heeft in dit verband verklaard dat zij in die uitzending wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen aangezien zij daarin wordt neergezet als een vrouw met psychische problemen die zich schuldig heeft gemaakt aan kinderontvoering. Het beschikbare feitenmateriaal is onvoldoende om de uitlatingen over de geestelijke gezondheid van [eiseres] te ondersteunen. Daarnaast betwist [eiseres] dat er sprake was van ontvoering. In dit verband is het volgens [eiseres] van belang dat zij op het moment van het vertrek naar Turkije nog (mede) het gezag had over [minderjarige] en dat zij vrijwillig met [minderjarige] is teruggekeerd naar Nederland.
Tros heeft er volgens [eiseres], anders dan ten behoeve van haar kijkcijfers, geen enkel belang bij om in de uitzending van 6 april 2012 van haar gemaakte beeld- en geluidsopnames te tonen. Het is voor [eiseres] onvoldoende indien alleen haar beeltenis onherkenbaar wordt gemaakt. Zij wil ook niet dat zij in de uitzending is te horen. Met betrekking tot de te maken belangenafweging heeft [eiseres] nog verwezen naar het zogenoemde Axel Springer arrest (EHRM 7 februari 2012).
[eiseres] heeft voorts gesteld dat Tros met de berichtgeving op haar website, waaronder vermelding van haar naam en plaatsing van haar portretten, en met de uitzending van 23 maart 2012 onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. De gevraagde voorzieningen zijn volgens haar dan ook gerechtvaardigd.
3.3. Tros heeft verweer gevoerd. Zij heeft daartoe primair aangevoerd dat het haar vanwege het censuurverbod niet al voordat de uitzending van 6 april 2012 een feit is kan worden verboden om door haar vervaardigde beeld- en geluidsmateriaal openbaar te maken. Tros heeft verder naar voren gebracht dat zij met het item over de vermissing van [minderjarige] nogmaals het onderwerp kinderontvoering onder de aandacht wenst te brengen hetgeen volgens haar een maatschappelijk verschijnsel betreft waarover het publiek moet worden geïnformeerd. Volgens Tros bestaat er geen aanleiding om haar uitingsvrijheid te beperken. Zij heeft met het interviewen van [eiseres] in Turkije hoor en wederhoor toegepast. Daarnaast heeft zij reeds toegezegd om in de uitzending van 6 april 2012 de achternaam van [eiseres] niet te vermelden en de beeltenissen van [eiseres] onherkenbaar te maken door haar gezicht te blurren. Met deze toezegging wordt de privacybescherming van [eiseres] voldoende gewaarborgd.
De toezegging om de naam en beeltenissen van [eiseres] onherkenbaar te maken geldt volgens Tros ook voor het geval de uitzending van 23 maart 2012 nogmaals door Tros zou worden gebruikt. Voor zover de uitzending van 23 maart 2012 via de link op haar website naar ‘uitzending gemist’ nog is terug te zien geldt volgens Tros dat de uitzending van 23 maart 2012 jegens [eiseres] niet onrechtmatig is. Tros heeft verder naar voren gebracht dat in die uitzending geen sprake is van lichtvaardige verdachtmakingen van [eiseres] maar van een weergave van de feiten. Ten slotte heeft Tros naar voren gebracht dat het [eiseres] aan een redelijk belang ontbreekt om achteraf alsnog de in de uitzending van 23 maart 2012 gebruikte portretten van [eiseres] te verwijderen. In dit verband heeft Tros verklaard dat één portret een verouderde foto is, gebruikt in een uitzending van het televisieprogramma Spoorloos waaraan [eiseres] zelf heeft meegewerkt en dat het andere portret een onduidelijke zwart-wit foto van [eiseres] met [minderjarige] betreft.
4. De beoordeling
4.1. Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 Rv - waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.2. Uitgangspunt is dat de toewijzing van de vorderingen van [eiseres] in beginsel een beperking inhouden van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht van Tros op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen van [gedaagde] onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht ter bescherming van eer of goede naam – in dit geval zwaarder weegt, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen.
4.3. Het belang van Tros is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Het belang van [eiseres] is erin gelegen dat haar persoon niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan voor haar ongewenste publiciteit omtrent haar privé-gegevens en privé-situatie. Welk van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag behoort te geven, hangt af van de omstandigheden van het geval.
4.4. Vast staat dat [eiseres] met haar dochter [minderjarige] naar Turkije is gegaan zonder dat de vader van [minderjarige], die toen samen met haar het gezag over [minderjarige] had daarmee heeft ingestemd. Hoewel [eiseres] hiervoor niet strafrechtelijk veroordeeld is mocht Tros deze gang van zaken aanduiden als kinderontvoering.
4.5. Tros heeft in haar uitzending van 23 maart 2012 diverse betrokkenen aan het woord gelaten die [eiseres] en [minderjarige] kenden en deze hebben hun mening gegeven over [eiseres]. Daarbij zijn negatieve kwalificaties geuit. Dat is echter geen grond om aan te nemen dat Tros hierbij onzorgvuldig heeft gehandeld.
4.6. [eiseres] stelt dat zij in haar verblijfplaats in Turkije is overvallen door een journalist en een cameraman van Tros. Tros stelt dat sprake was van een rustig gesprek, waarin [eiseres] haar redenen om [minderjarige] naar Turkije mee te nemen en haar plan weer terug te keren heeft kunnen toelichten.
4.7. Nu de uitzending nog niet heeft plaatsgevonden, kan niet bij voorbaat worden gezegd dat Tros [eiseres] heeft overvallen en dat zij zich daarom van elke uitzending van haar opnamen zou moeten onthouden.
4.8. [eiseres] heeft zich er verder op beroepen dat haar privacybelang zwaarder moet wegen dan het belang dat Tros heeft bij uitzending van het gemaakte beeld- en geluidsmateriaal. Het staat Tros weliswaar vrij over het terugvinden van [minderjarige] te berichten, maar de beelden en geluidsopnamen die in Turkije zijn gemaakt mogen niet gebruikt worden, aldus [eiseres].
Tros beroept zich op haar uitingsvrijheid en betoogt dat zij hoor en wederhoor heeft toegepast door [eiseres] naar haar reactie te vragen. De aandacht die zij aan de zaak besteedt wordt gerechtvaardigd door het belang van het maatschappelijk debat over het verschijnsel kinderontvoering.
4.9. Het beroep van Tros op hoor en wederhoor faalt nu voorshands niet aannemelijk is dat zij met die bedoeling [minderjarige] heeft opgespoord en haar moeder heeft geïnterviewd.
4.10. De voorzieningenrechter is van oordeel dat een maatschappelijk belang wordt gediend door aandacht te besteden aan dit geval van kinderontvoering. In de wijze waarop dit gebeurt moet echter een juist evenwicht worden bewaard tussen het geven van informatie en het belang van [eiseres] dat haar privacy niet onnodig wordt geschonden. Daarbij moet worden meegewogen dat zij zich mogelijk voor de kinderontvoering strafrechtelijk zal moeten verantwoorden.
4.11. Voor de maatschappelijke discussie is niet van belang dat [eiseres] herkenbaar in beeld wordt gebracht, terwijl zij zelf een groot belang heeft niet herkenbaar in beeld te komen. Tros zal worden veroordeeld haar niet herkenbaar in beeld te brengen, wat zij overigens ook ter zitting reeds heeft toegezegd.
4.12. [eiseres] wenst dat ook haar stem niet hoorbaar zal zijn. Voor een goede beoordeling van hetgeen zij heeft verklaard heeft het hoorbaar maken van het stemgeluid echter een meerwaarde ten opzichte van het enkel citeren van haar verklaring. Anderzijds is niet te verwachten dat [eiseres], doordat haar stem in het programma Tros vermist hoorbaar is geweest, wordt benadeeld in haar privacy-belang, omdat er weinig mensen zullen zijn die haar tevoren niet kenden en haar op grond van haar stemgeluid elders zullen herkennen als de moeder van [minderjarige] die in Tros vermist hoorbaar is geweest. Tros zal dus niet worden veroordeeld de stem van [eiseres] onhoorbaar te maken.
4.13. In de uitzending van 23 maart 2012 is het portret en een filmopname van [eiseres] zichtbaar geweest. Dat was toen, gezien het feit dat het ging om een vermissing van een minderjarige en het feit dat bekend was dat [minderjarige] na omgang met haar moeder was verdwenen, jegens [eiseres] niet onrechtmatig en is dat nog steeds niet. De uitzending die is terug te zien op ‘uitzending gemist’ behoeft dus ook niet te worden aangepast.
Dat zou anders worden als het portret zou worden gebruikt in het kader van een nieuwe televisie-uitzending. Nu [minderjarige] is teruggevonden is er immers geen noodzaak meer het portret van [eiseres] te publiceren.
4.14. Wat de website van Tros Vermist betreft vloeit uit het voorafgaande voort dat daarvan geen teksten behoeven te worden verwijderd, maar dat het portret en de naam van [eiseres] daarop niet langer zichtbaar mogen zijn, nu het privacybelang van [eiseres] inmiddels zwaarder weegt dan het (inmiddels vervallen) opsporingsbelang dat voorheen de plaatsing van haar portret en haar naam rechtvaardigde.
4.15. Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, worden de kosten gecompenseerd.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt Tros om, na betekening van dit vonnis, beeldmateriaal dat van [eiseres] in de periode van 30 december 2011 tot heden is opgenomen uit te zenden dan wel openbaar te maken, voor zover [eiseres] daarbij herkenbaar in beeld wordt gebracht,
5.2. verbiedt Tros om, na betekening van dit vonnis, de uitzending van 23 maart 2012 van Tros Vermist nogmaals uit te zenden dan wel openbaar te maken, voor zover [eiseres] daarbij herkenbaar in beeld wordt gebracht,
5.3. veroordeelt Tros om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van haar website te verwijderen: de naam van [eiseres] en haar portretten,
5.4. veroordeelt Tros om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 50.000,= voor iedere keer dat zij in strijd handelt met (een van) de onder 5.1 tot en met 5.3 vermelde verboden en veroordeling, tot een maximum van € 100.000,= is bereikt,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.P.W. Busch op 5 april 2012.?