2.Centurion vordert [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] te veroordelen tot betaling van € 898,80 aan hoofdsom en voor recht te verklaren dat hij gehouden is tot vergoeding van de totale schade van € 1.068,74. Centurion stelt dat [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] op roekeloze en disproportionele wijze te werk is gegaan bij het bevrijden van zijn collega. Zo had van [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] verwacht mogen worden dat hij, in plaats van de betreffende ruit in te slaan, de piketdienst van Centurion had gebeld, die precies had geweten hoe dit geval zonder schade had kunnen worden opgelost, aldus Centurion.
3.[gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] verweert zich tegen deze vordering en voert aan dat de schade in hoogte onvoldoende is onderbouwd. Voorts erkent hij de toegangsdeur te hebben geforceerd, maar bestrijdt hij dat er op dat moment andere opties waren, terwijl hij bovendien op verzoek en volgens instructie van [naam] heeft gehandeld. [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] verbaast zich over het feit dat Centurion pas medio 2012, na beëindiging van de arbeidsrelatie wegens een conflict, actie tegen [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] onderneemt en verbaast zich erover dat [naam] niet in de procedure is betrokken, aldus [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie].
4.In deze kwestie springen twee zaken in het oog. Ten eerste dat Centurion meer dan een jaar heeft gewacht voordat zij [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] voor de ontstane schade aansprakelijk heeft gesteld, althans niet is gesteld of gebleken dat dit eerder is gebeurd.
5.Ten tweede dat thans de schade uitsluitend op [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] wordt verhaald en [naam] buiten schot blijft, hetgeen onbestreden is gesteld. Dat wekt bevreemding, nu het ten slotte gaat om een probleem dat door een fout van [naam] is ontstaan (hij heeft zichzelf in het kantoor van Centurion opgesloten, niet [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] heeft dat gedaan). Nog vreemder wordt het als in aanmerking wordt genomen dat Centurion [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] het verwijt maakt dat deze in plaats van de piketdienst te bellen, het probleem zelf is gaan oplossen, met schade als gevolg. Immers, als het zo is dat [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] in het gegeven geval de piketdienst had moeten bellen, hetgeen door [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] niet wordt betwist, dan volgt daaruit dat [naam] dat dus direct al had moeten doen op het moment dat hij zichzelf had ingesloten. In plaats daarvan heeft hij [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] gebeld, die dus pas als gevolg van deze tweede fout van [naam] op het toneel verschijnt. Vervolgens komt uit de, op dat punt niet (voldoende) bestreden, stellingen van [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] naar voren dat het forceren van de deur door [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] is geschied volgens instructie van of in ieder geval in samenspraak met [naam]. Zie in dat verband ook het onder 1.3 weergegeven citaat uit een e-mail van [naam].
6.Zo gezien is de schade primair veroorzaakt door [naam] die een probleem had veroorzaakt en dat probleem heeft opgelost door het inschakelen van [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] in plaats van de piketdienst. Daarmee wil niet gezegd zijn dat [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] bij de gebleken gang van zaken geen enkel verwijt treft, omdat hij na te zijn ingeschakeld zijn eigen verantwoordelijkheid had, maar wel dat het niet goed te begrijpen is dat alleen hij door zijn werkgever Centurion voor de schade aansprakelijk is gesteld, daar waar de fout in grotere mate bij zijn collega [naam] lijkt te liggen.
7.Met het bovenstaande voor ogen, wordt het volgende overwogen. Van Centurion, als goed werkgever, had verwacht mogen worden dat zij direct na het plaatsvinden van het betreffende incident met de beide betrokken werknemers om de tafel was gaan zitten. Daarbij had onder meer de afhandeling en eventuele verdeling van de schade aan de orde kunnen komen, de vraag hoe het schadebedrag betaald zou kunnen worden, terwijl tevens de mogelijkheden tot verhaal op een verzekering hadden kunnen worden besproken.
8.Dit alles is niet gebeurd. In plaats daarvan heeft Centurion een jaar na het incident, bij de eindafrekening naar aanleiding van het einde van de arbeidsovereenkomst, het onverdeelde schadebedrag aan [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] in rekening gebracht, een paar maanden later gevolgd door een eerste schriftelijke aansprakelijkheidstelling. Daarin wordt [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] alsnog aangeraden zijn verzekering in te schakelen, iets wat uiteraard minder kansrijk is een jaar nadat het schadegeval heeft plaatsgevonden.
9.Deze handelwijze van Centurion kan worden gekwalificeerd als een daad van slecht werkgeverschap van Centurion jegens [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] en [gedaagde in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie] hoefde na al die tijd in redelijkheid niet meer te verwachten dat Centurion hem alsnog voor de schade zou aanspreken.
10.Op grond van het bovenstaande wordt de vordering afgewezen.
11.Gelet op de uitkomst van de procedure wordt Centurion veroordeeld in de proceskosten.