Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 17 juni 2013 inhoudende de vordering van [eiser], met producties,
- de conclusie van antwoord van [Gedaagde], met producties.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
‘’Patiënt vertelt dat het om een schijnhuwelijk ging voor vergunning en dat hij er mee bedreigd werd. Er was een advocaat ingeschakeld en vervolgens werd hij door de tegenpartij aangeklaagd voor mensenhandel. Dit heeft ongeveer 2-3 jaar geduurd en momenteel heeft hij van het hof gelijk gekregen. Patiënt geeft aan dat hij dit niet kan verwerken.’’
‘’Opvallend in gesprek is dat [eiser] steeds terugkomt op een aantal onderwerpen die hem bezighouden, zoals de onheuse praktijken van justitie/gemeente/politie, het onrecht wat hem is aangedaan door zijn ex vrouw en haar advocaat en de achterdocht naar zijn omgeving toe, met name 55+ generatie en allochtone Nederlanders. [eiser] lijkt hierdoor gepreoccupeerd, het beperkt hem in zijn dagelijks functioneren.’’
‘’Klachten die [eiser] omschrijft zijn passend bij PTSS. Tevens lijkt er ook sprak van een (geagiteerde) depressie. De mate van preoccupatie met (de gevolgen van) de traumatische ervaringen die patiënt beschrijft en de generaliserende denkbeelden en de achterdocht die patiënt formuleert kunnen behoren bij de vastgestelde depressieve problematiek, voortkomen uit de (reeds vastgestelde) persoonlijkheidsproblematiek, maar mogelijk ook op zichzelf staande psychiatrische problematiek behelzen.’’
Vordering en verweer
a. € 3.398,60 aan advocaatkosten;
b. € 7.500 aan immateriële schade;
c. de proceskosten;
Beoordeling
ex tuncte worden getoest. Subsidiair stelt [Gedaagde] dat er geen causaal verband is tussen het handelen van [naam 2] en de geleden schade van [eiser]. De door [eiser] gestelde materiële schade is niet veroorzaakt door het emailbericht van [naam 2] van 15 januari 2008 maar door 1) zijn huwelijk met [naam 1], 2) het feit dat [naam 1] niet eerder wilde scheiden en 3) de keuze van [eiser] om in 2008 geen verder gevolg te geven aan zijn wens te scheiden. Er is sprake van eigen schuld aan de zijde van [eiser] nu hij in 2008 zijn wens om te scheiden van [naam 1] zelf niet heeft doorgezet door middel van een gerechtelijke procedure. Voor zover [eiser] psychische schade zou hebben geleden, was dit reeds voor het ontvangen van het emailbericht van [naam 2] van 15 januari 2008 het geval. De psychische schade is niet veroorzaakt door toedoen van [naam 2].