Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 maart 2014 in de zaak tussen
[naam], te [woonplaats], eiser,
Procesverloop
Vaststaande feiten
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van meerdere verhuurde woningen, en de Heffingsambtenaar van de gemeente Uithoorn. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen afvalstoffenheffing voor twee woningen, gelegen aan [adres 1] en [adres 2]. De aanslagen waren opgelegd op 28 februari 2013 voor het jaar 2013, maar de eiser betwistte de rechtmatigheid van deze aanslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslag voor de woning aan [adres 2] terecht was vernietigd, omdat het pand gedurende langere tijd aan dezelfde huurster was verhuurd. De kern van het geschil lag echter bij de woning aan [adres 1]. De Heffingsambtenaar stelde dat er sprake was van volgtijdig gebruik, waardoor de eigenaar als belastingplichtige kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de feitelijke situatie leidend is en dat de woning aan [adres 1] voor langere periodes aan dezelfde huurders was verhuurd. Hierdoor was er geen sprake van volgtijdig gebruik in de zin van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde de aanslagen en droeg de verweerder op het betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending.