Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagden 1],
. [gedaagde 2]en
[gedaagde 3],
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
4.2 Vaststaat dat gedaagden zich zonder recht of titel in de woning bevinden. Een ontruimingsvordering in kort geding is evenwel slechts toewijsbaar indien de eigenaar daarbij een spoedeisend belang heeft, waarbij als uitgangspunt heeft te gelden dat ontruiming niet tot ongerechtvaardigde leegstand zal leiden.
Op 18 april jl. heeft cliënt met u een mondelinge overeenkomst van opdracht gesloten, op grond waarvan u de bedrijfsruimte aan het [adres 2] in gebruik zou geven aan derden om kraak van dat pand te voorkomen. (…) Uit de mij ten dienste staande gegevens blijkt dat er (…) aangifte tegen de krakers is gedaan, maar, voor zover mijn cliënt bekend, heeft u daarna onvoldoende inspanningen verricht om de ruimte daadwerkelijk ontruimd te krijgen. Met name bent u geen ontruimingskortgeding tegen de krakers begonnen.
Op 19 april 2013 heb ik het pand aan het [adres 2] in bruikleen genomen. Ik gebruik het pand voor het opslaan van materialen en/of het bewerken van materialen ten behoeve van de werkzaamheden van Mooi Hout BV.
Ik had in 2013 al eerder interesse getoond voor het in gebruik nemen van het pand aan het [adres 2] (…), maar dat werd op dat moment gebruikt door een ander. AK Leegstandsbeheer B.V. heeft mij toen een bruikleenovereenkomst aangeboden voor het [adres 2] per 18 november 2013. De huidige bruiklener zou zijn goederen verplaatsen naar het naastgelegen pand. Daarna zou ik mijn intrek kunnen nemen in het pand. De overeenkomst heb ik nog niet getekend omdat het pand (…) de dag ervoor is gekraakt.