Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
GER CORNELIS HENDRIK [gedaagde 2],
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘bestaande uit de verkoopopbrengst van het paard [naam paard] en opbrengsten van prijzen- en dekgeld’is onvoldoende om aan te nemen dat niet het volledige banksaldo is bedoeld als zijnde het aan [eiseres] toekomende bedrag. Die toevoeging laat zich eerder als een toelichtende dan als een beperkende bijzin lezen. Daar komt bij dat gedaagden weliswaar hebben gesteld dat op de rekening bij de Commerzbank ook aan [gedaagde 1] toebehorende (sponsor)gelden en gelden uit een lening staan maar dat zij dit op geen enkele wijze hebben onderbouwd.
816,00