In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 14 april 2014, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lindorff B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft een overeenkomst die op afstand is gesloten voor een mobiele telefoonabonnement bij T-Mobile. De consument ontbindt de overeenkomst, omdat hij van mening is dat hij niet correct is geïnformeerd over de voorwaarden van het contract. Lindorff, als eiser, vordert betaling van openstaande bedragen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de consument ontvangt op 25 mei 2011 een e-mail van [site] over de verlenging van zijn abonnement bij T-Mobile. Op 31 mei 2011 bevestigt [site] de aanvraag voor een nieuw abonnement, dat op 29 juni 2011 wordt geactiveerd. De consument stelt echter dat hij het contract tijdig heeft willen beëindigen, omdat hij niet goed geïnformeerd was over de einddatum van zijn oorspronkelijke contract. Hij heeft op 5 juli 2011 per e-mail aangegeven de overeenkomst te willen beëindigen.
De kantonrechter oordeelt dat de consument de overeenkomst tijdig heeft ontbonden, ongeacht de datum waarop Lindorff stelt dat de overeenkomst is gesloten. De rechter stelt vast dat Lindorff niet heeft aangetoond dat aan de informatieplicht, zoals vastgelegd in artikel 7:46c lid 2 BW, is voldaan. Hierdoor is de ontbinding van de overeenkomst door de consument rechtsgeldig en wordt de vordering van Lindorff afgewezen. Lindorff wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de consument op nihil worden begroot.