Uitspraak
[verzoekster]
3 [verweerster 2]wonende te [woonplaats]
4 [verweerder]
5 [verweerster 3]wonende te [woonplaats]
6 [verweerder 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
I dat verweerders een verwarmingsinstallatie bestaande uit een HR-combiketel, radiatoren en leidingnetwerk, geschikt om de hele woning te verwarmen dienen aan te leggen in de woning aan de [adres] onder deugdelijke verwijdering of afsluiting van de bestaande opstelplaats(en) voor gaskachels binnen een in goede justitie te bepalen termijn en in overeenstemming met de daarvoor geldende bouwkundige normen en normen van goed vakmanschap, alles op verbeurte van een dwangsom van € 25,00 per dag;
II dat de maandelijkse kale huur wordt verhoogd met een bedrag van € 45,78 met ingang van de eerste van de maand volgend op het gereedkomen van de onder I verzochte voorzieningen, althans met een in goede justitie vast te stellen bedrag;
III dat de te geven beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad is.
met veroordeling van verweerders in de kosten van de procedure.
1. Indien woonruimte in een gebouwde onroerende zaak voorzieningen behoeft als bedoeld in lid 2, kan de rechter op verzoek van de huurder bepalen dat de verhuurder verplicht is deze verbetering op eigen kosten aan te brengen, mits de huurder zich bereid heeft verklaard tot het betalen van een huurverhoging die in redelijke verhouding staat tot deze kosten. Van deze bepaling kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken.
2. Voorzieningen als bedoeld in lid 1 zijn:
a. het thermisch isoleren van de uitwendige scheidingsconstructies;
b. het thermisch isoleren van de constructie die de scheiding vormt met de kruipruimte;
c. het ten behoeve van de verwarmingsinstallatie plaatsen van een verwarmingsketel met een
opwekkingsrendement van ten minste 80%, indien de bestaande verwarmingsketel ten
minste tien jaren oud is.
de huurovereenkomst staat dat Keij & Stefels als gevolgmachtigde van de eigenaar de huurovereenkomst heeft gesloten. Verweerders hebben aangevoerd dat Keij & Stefels daarom zelf geen partij is bij de huurovereenkomst. Verzoekster heeft dat niet weersproken. Dit betekent dat [verzoekster] in haar tegen Keij & Stefels gedane verzoek, niet kan worden ontvangen en dat zij zal worden veroordeeld in de - op nihil begrote – proceskosten.