In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, hebben eisers, [Eiser] en [Eiseres], een kort geding aangespannen tegen de coöperatie Coöperatieve Rabobank Amsterdam en Omstreken U.A. De eisers vorderden nakoming van een toezegging van de bank om hun hypothecaire lening mee te verhuizen naar een nieuwe woning. De zaak kwam voort uit een hypothecaire lening die eind 2008 door eisers was afgesloten. In 2013 hadden zij contact met de bank over de mogelijkheid om de hypotheek mee te nemen bij de aankoop van een nieuwe woning. De bank had in een e-mail bevestigd dat de hypotheek '1 op 1' mee kon worden verhuisd.
Eisers hebben een woning gekocht en de bank heeft later medegedeeld dat financiering niet mogelijk was. De voorzieningenrechter moest beoordelen of de bank de toezegging had gedaan en of deze nagekomen moest worden. De rechter oordeelde dat de bank de voorgenomen vervanging van het onderpand niet als een nieuwe kredietaanvraag hoefde te beschouwen, en dat de Tijdelijke regeling hypothecair krediet niet van toepassing was. De rechter concludeerde dat eisers erop mochten vertrouwen dat de bank de toezegging zou nakomen en dat de bank niet vrij was om deze later te herroepen.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers toegewezen, waarbij de bank werd veroordeeld tot het voortzetten van de hypothecaire lening en het verstrekken van een overbruggingskrediet. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de bank in gebreke zou blijven. De uitspraak werd gedaan op 15 april 2014.