ECLI:NL:RBAMS:2014:2749

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 mei 2014
Publicatiedatum
16 mei 2014
Zaaknummer
EA 13-103.2
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vervangende machtiging voor het vervangen van raamkozijnen in appartement

In deze zaak heeft de kantonrechter te Amsterdam op 6 mei 2014 uitspraak gedaan in een verzoek van een eigenaar van een appartement om een vervangende machtiging te verlenen voor het vervangen van raamkozijnen. De eigenaar, aangeduid als verzoeker, had eerder een toezegging van de Vereniging van Eigenaren (VvE) ontvangen dat de kozijnen op kosten van de VvE vervangen zouden worden. Echter, de deskundige die door partijen was ingeschakeld, concludeerde dat vervanging van de kozijnen niet noodzakelijk was en dat de problemen opgelost konden worden door het rechtzetten van de pui en het vervangen van de rubbers.

De procedure begon met een mondelinge behandeling op 28 maart 2013, gevolgd door een tussenbeschikking op 12 april 2013. Partijen hebben een deskundige voorgesteld, die onderzoek heeft gedaan en zijn bevindingen heeft gerapporteerd. Tijdens de tweede mondelinge behandeling op 11 maart 2014 zijn de conclusies van de deskundige besproken. De deskundige stelde dat de huidige aluminium kozijnen niet vervangen hoefden te worden, maar dat er minder ingrijpende oplossingen mogelijk waren.

De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de expertise van de deskundige en dat de conclusies van het rapport voldoende gemotiveerd waren. Het verzoek van de eigenaar om vervangende machtiging werd afgewezen, omdat de VvE niet verplicht was om de kozijnen te vervangen, gezien de eerdere besluitvorming in de algemene ledenvergadering. De kantonrechter concludeerde dat er geen ongerechtvaardigde verrijking was en dat de eigenaar zelf de waardevermeerdering bij een eventuele verkoop zou kunnen realiseren. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
TEAM KANTON - AFDELING PRIVAATRECHT
Kenmerk : EA 13-103.2
Datum : 6 mei 2014
245
Beschikking van de kantonrechter te Amsterdam op het verzoek van:

[verzoeker]

wonende te [woonplaats]
verzoeker, nader te noemen [verzoeker]
gemachtigde: voorheen mr. J.E. Struijk en thans mr M. Arraiss (ARAG SE Nederland)
t e g e n:

de VERENIGING VAN EIGENAREN [complex]

gevestigd te [complex]
verweerster, nader te noemen de VvE
gemachtigde: mr. A.W. Scholtens

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

In deze zaak is eerder op 28 maart 2013 een mondelinge behandeling gehouden en op 12 april 2013 een (tussen-)beschikking gegeven. Op de bovenbedoelde zitting is afgesproken dat partijen gezamenlijk een deskundige zouden voordragen, waaraan de in de (tussen-)beschikking neergelegde vragen zouden worden voorgelegd. Partijen konden daarbij ook zelf vragen aan de deskundige stellen.
Bij brieven van 12 april 2013 en 30 mei 2013 hebben partijen de kantonrechter bericht dat een deskundige van het Bureau voor Bouwpathologie te Montfoort als deskundige zou worden benaderd. [deskundige]
van dat bureau is vervolgens als deskundige ingeschakeld. Deze heeft onderzoek gedaan en van [verzoeker] foto- en videomateriaal ter beschikking gesteld gekregen, welk materiaal eveneens ter griffie is gedeponeerd. De deskundige heeft partijen over zijn bevindingen en conclusies gerapporteerd.
Op verzoek van partijen is daarop een tweede mondelinge behandeling bepaald op 11 maart 2014. Voor de zitting hebben beide partijen nog de navolgende stukken ingediend:
- een akte aan de zijde van [verzoeker], met bewijsstukken waaronder het expertiserapport van de deskundige en aanvullende bewijsstukken,
- een akte aan de zijde van de VvE met bewijsstukken.
Bij de tweede mondelinge behandeling op 11 maart 2014 was wederom [verzoeker] aanwezig, met zijn echtgenote [echtgenote] en zijn gemachtigde. Ook de VvE is weer verschenen bij [naam 1], voorzitter, [naam 2], [naam 3] en [naam 4] en de gemachtigde. Voorts was namens de VvE aanwezig [naam 5].
De zaak is nogmaals door de kantonrechter met partijen besproken. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt, die bij het dossier zijn gevoegd.
Daarna is andermaal beschikking bepaald.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

1.
Uit de nader ingebrachte stukken en stellingen van partijen kan nog het volgende worden afgeleid:
1.1.
Na de vorige zitting heeft de door partijen aangezochte deskundige, [deskundige] van het Bureau voor Bouwpathologie, een onderzoek ter plekke uitgevoerd. Daarbij waren aanwezig [verzoeker] en [echtgenote], [naam 1] en [naam 2]. De deskundige heeft kennis genomen van door [verzoeker] ter hand gesteld foto- en videomateriaal, dat ook in de procedure is gebracht. De deskundige heeft een concept-rapport opgesteld. Beide partijen hebben op het concept gereageerd. Daarna heeft de deskundige het definitieve rapport opgesteld. De deskundige heeft aan zijn rapport ter illustratie foto’s toegevoegd.
1.2.
De in de eerder bedoelde tussenbeschikking van 12 april 2013 opgenomen vragen heeft de deskundige beantwoord als volgt:
1. Is er sprake van binnendringend regenwater en tocht in het appartement van [verzoeker]?
Ondergetekende kan zich zeer goed voorstellen dat, gezien hetgeen is aangetroffen, er onder bepaalde omstandigheden sprake is van zowel tocht als binnendringend regenwater. […]2. Wat is daarvan de oorzaak en/of zijn er meerdere oorzaken?
De oorzaak van zowel de tocht als de vochtproblemen, moet worden gezocht in het type kozijn in combinatie met de werking van de rubbers. Het betreffen naar binnen draaiende ramen waarbij de waterdichtheid en tochtdichting valt of staat bij de aansluiting op de rubbers.[…] De rubbers sluiten onvoldoende aan om een goede afdichting tussen de draaiende delen en de stijlen en dorpels van het kozijn te garanderen. […] Een nadeel zal dan ook nog eens zijn dat het kozijn waarbij zich de meeste problemen voordoen niet te lood staat.[…]3. Indien de oorzaak is gelegen in de aantasting van de aluminium kozijnen, heft vervanging van die kozijnen door kozijnen met dezelfde uitstraling het probleem dan op?
Daar de oorzaak niet is gelegen in de aantasting van de aluminium kozijnen, doet dit nu niet meer ter zake.[…] Rechtzetten van de pui is dus wel noodzakelijk, vervanging niet.4. Zijn er andere oplossingen denkbaar met een even groot oplossend vermogen?
Vervanging van de kozijnen met een dubbele afdichting bij de draaiende delen en goede tochtdichte aansluiting op het gevel/stelkozijn, is één van de mogelijkheden om van de problemen te zijn verlost.[…] Vervangen van de rubbers door een ander type rubber en afdichten van de naden tussen kozijn en gevel, is ook een mogelijkheid de problemen te ondervangen. Er zullen dikkere rubbers moeten worden gebruikt waar de ramen goed in worden getrokken en de rubbers moeten onderin, in de hoeken doorlopen (aaneengesloten zijn).5. Wat zijn redelijke kosten ter vervanging van de aluminium kozijnen?
De kosten voor het vervangen van de drie kozijnen van het appartement van [verzoeker] wordt geraamd tussen de € 10,000,= en € 15.000,= […] De geraamde kosten is exclusief kosten voor hoogwerker, kraan en/of steiger […]
2.
Bij akte heeft [verzoeker] naar aanleiding van het rapport het navolgende opgemerkt.
brengt in herinnering dat het bestuur van de VvE op 5 oktober 2012 een toezegging heeft gedaan, welke toezegging aan de basis ligt van het geschil tussen partijen. Bij die toezegging heeft het bestuur nimmer de voorwaarde van een nader te bepalen noodzaak voor vervanging gesteld. [verzoeker] en het bestuur kwamen samen tot de conclusie dat die noodzaak reeds gegeven was door de op dat moment geconstateerde staat van de kozijnen. De VvE heeft toen vervanging toegezegd, zonder enige voorwaarde en op kosten van de VvE. Pas later kwam daar de noodzaak van vervanging bij. [verzoeker] beidt bewijs van deze stelling aan, door het horen van hemzelf en zijn echtgenote als getuigen.
3.
[verzoeker] stelt voorts dat indien hij op eigen kosten de kozijnen zou vervangen, deze door natrekking eigendom van de VvE zouden worden en de VvE aldus ongerechtvaardigd zou worden verrijkt.
4.
Daarnaast heeft [verzoeker] een groot aantal - in de akte genoemde - inhoudelijke bezwaren tegen het rapport en de constateringen van de deskundige.
5.
Tot slot voert [verzoeker] nog aan dat er slechts 1 van zijn 12 ramen is beveiligd en dat alleen dat raam naar binnen toe opengezet kan worden. De ramen zijn feitelijk onbruikbaar voor [verzoeker].
6.
Bij akte heeft de VvE naar aanleiding van het rapport het navolgende opgemerkt.
De VvE wijst er allereerst op dat [verzoeker] zelf het Bureau voor Bouwpathologie als deskundige heeft voorgesteld. De VvE had geen bezwaar. Er is in bijzijn van partijen uitvoering onderzoek verricht. Het concept-rapport is aan partijen voorgelegd, waarna [verzoeker] uitvoerig commentaar heeft gegeven. Dit commentaar is voor de deskundige geen aanleiding geweest, zijn conclusies te herzien. Deze conclusie dient partijen te binden, nu - anders dan [verzoeker] stelt - deze gebaseerd zijn op deugdelijk uitgevoerd en onafhankelijk deskundigenonderzoek en de conclusies voldoende zijn gemotiveerd, aldus de VvE.
7.
Na het rapport heeft [verzoeker], aldus de VvE, vervolgens de VvE verzocht alsnog de kozijnen te laten vervangen op haar kosten, met een beperkte financiële bijdrage van [verzoeker]. De VvE heeft dat geweigerd. Wel is de VvE bereid de door de deskundige noodzakelijk geachte werkzaamheden te laten uitvoeren en opdracht te geven voor herstelwerkzaamheden aan de binnenzijde van het appartement van [verzoeker]. Daarmee worden de problemen van [verzoeker] op afdoende wijze weggenomen. [verzoeker] heeft dit aanbod niet geaccepteerd.
8.
De VvE handhaaft de betwisting van de toezegging, zoals door [verzoeker] weergegeven. De VvE verwijst daarvoor naar de eerdere stellingen.

Beoordeling

9.
Allereerst wordt overwogen dat de kantonrechter geen reden heeft te twijfelen aan de expertise van de door partijen aangezochte deskundige. Het onderzoek en het rapport zijn op zorgvuldige wijze tot stand gekomen, partijen zijn bij het onderzoek ter plaatse aanwezig geweest, hebben hun visie op het concept gegeven en de deskundige geeft helder en eenduidig antwoord op de gestelde vragen. Dat de conclusies van de deskundige voor [verzoeker] teleurstellend zijn, is spijtig maar maakt niet dat de conclusies in het rapport onjuist zijn.
10.
Samengevat wordt door de deskundige geconcludeerd dat vervanging van de kozijnen niet noodzakelijk is en dat het probleem opgelost kan worden door het rechtzetten van de grootste pui van de woonkamer van [verzoeker] (4 meter breed), het vervangen van de rubbers door dikkere aaneengesloten rubbers en het afdichten van de naden tussen kozijnen en gevel.
11.
Geoordeeld wordt dan ook dat niet is gebleken dat de huidige aluminium kozijnen moeten worden vervangen en er minder ingrijpende oplossingen te realiseren zijn, waarmee de klachten van [verzoeker] verholpen kunnen worden. Het verzoek van [verzoeker] op die grond tot het verlenen van een vervangende machtiging, wordt derhalve afgewezen.
12.
Daarmee ligt de vraag voor of het bestuur van de VvE [verzoeker] heeft toegezegd dat op kosten van de VvE zijn aluminium kozijnen zouden worden vervangen, ook indien de noodzaak daartoe niet aanwezig is. Uit de thans ter tafel liggende stukken, de wederzijdse stellingen van partijen of overige feiten en omstandigheden kan de kantonrechter niet de conclusie trekken dat de VvE op 5 oktober 2012 [verzoeker] ongeclausuleerd heeft toegezegd dat de aluminium kozijnen op kosten van de VvE zouden worden vervangen los van de vraag of dat noodzakelijk is ter opheffing van de klachten, waarmee [verzoeker] - al geruime tijd - wordt geconfronteerd.
13.
Dat komt de kantonrechter ook niet logisch voor, mede gelet op de besluitvorming in de algemene ledenvergadering van 6 februari 2012, waarin is besloten dat vervanging van de aluminium kozijnen voor rekening van de bewoners zelf is, als vervanging niet nodig blijkt te zijn.
14.
[verzoeker] heeft niet gesteld dat het bestuur van de VvE, zonder nadere opdracht of instemming van de algemene ledenvergadering, bevoegd is toe te zeggen dat (alleen) zijn kozijnen op kosten van de VvE zouden worden vervangen, ook als de noodzaak daartoe niet aanwezig was. [verzoeker] heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat het bestuur van de VvE cq de voorzitter de bevoegdheid heeft om, ondanks andersluidende besluitvorming door de algemene ledenvergadering, zulke toezeggingen te doen. Evenmin heeft [verzoeker] gesteld op grond waarvan hij er op mocht vertrouwen dat het bestuur daartoe bevoegd was. Het enkele feit dat de voorzitter van de VvE zich in die zin heeft uitgelaten - hetgeen overigens door de voorzitter wordt betwist - en er [verzoeker] zijn hand op heeft gegeven, is niet voldoende.
15.
Dat betekent dat het verzoek van [verzoeker] tot het verlenen van een vervangende machtiging ook op deze grond niet kan slagen.
16.
Resteert de vraag of ongerechtvaardigde verrijking of de laatst aangevoerde grond, namelijk dat de ramen van [verzoeker] in verband met het val gevaar niet geopend kunnen worden, nog tot het verlenen van een vervangende machtiging moet leiden. Die vraag wordt door de kantonrechter negatief beantwoord. Van een ongerechtvaardigde verrijking door natrekking is bij de VvE geen sprake. De VvE is slechts een (administratief) hulpmiddel van de gezamenlijke eigenaren. [verzoeker] zelf zal de waardevermeerdering door vervanging te zijner tijd bij de verkoop van zijn huis (eventueel) in de koopprijs kunnen laten terugkomen.
17.
Voorts is onvoldoende gesteld voor de conclusie dat voor het aanbrengen van valbeveiligingen op de ramen, de kozijnen vervangen moeten worden. Wel zal dit aspect - zo dat inderdaad het geval is - opgelost dienen te worden op het moment dat de rubbers bij [verzoeker] worden vervangen en de overige herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. Aangezien de VvE heeft gesteld dat zij (nog steeds) bereid is de herstelwerkzaamheden uit te voeren conform het rapport van de deskundige en de kanton-rechter geen reden heeft eraan te twijfelen dat de VvE daartoe ook daadwerkelijk zal overgaan, heeft [verzoeker] geen belang bij het verlenen van een vervangende machtiging op dit specifieke punt.
18.
Dit alles betekent dat het verzoek [verzoeker] zal worden afgewezen.
19.
Er zijn termen de proceskosten tussen partijen te compenseren, in dier voege dat ieder de eigen kosten draagt.

BESLISSING

De kantonrechter:
Wijst het verzoek af;
Compenseert de proceskosten tussen partijen in dier voege dat ieder de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2014 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter