Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
- De naam wordt uitsluitend gebruikt in het buitenland en dat zijn dus die sporadische momenten in het bestaan van het Orkest van het Oosten, waarop onze eigen naam een verkeerde indruk zou wekken;
- de naam is zodanig gekozen, dat er geen zelfde naam in het Nederlandse orkestenbestel voorkomt. Wij hebben dus terdege rekening gehouden met mogelijke verdubbeling;
- ik besef dat er natuurlijk onderdelen in voorkomen, die ook in de namen van andere orkesten bestaan, dat is onontkoombaar.(…)
aan de naam hebben wij toegevoegd Enschede.Derhalve wordt de complete naam dus nu The Netherlands Symfonie Orchestra “based in”Enschede;
de naam is vervat in een logovorm, die afgeleid is van onze eigen Orkest van het Oostenlogo, derhalve is een optimaal onderscheid gegarandeerd;
de naam wordt uitsluitend gebruikt in het buitenland. In het Nederlandse taalgebied blijven wij met plezier onze eigen naam voeren.’
‘Tijdens het concert van ons orkest in de Beurs van Berlage op 8 januari j.l. fluisterde je mij in het kort toe met betrekking tot de Engelse naamgeving van ons orkest, het er maar bij te laten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Tussen partijen is in geschil of deze overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een vaststellingsovereenkomst. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat dit niet het geval is. Het enkele feit dat er onzekerheid was over de rechtstoestand (te weten het al dan niet toelaatbaar zijn van de naam The Netherlands Symphony Orchestra) is onvoldoende om een vaststellingsovereenkomst aan te nemen. Voor een vaststellingsovereenkomst is immers volgens artikel 7:900 BW vereist dat partijen daarmee beogen tussen hen een rechtstoestand vast te stellen. De strekking van de overeenkomst zoals deze uit de gedingstukken kan worden afgeleid (weergegeven onder 2.6) was echter niet dat tussen partijen een rechtstoestand werd vastgesteld, maar dat de ene partij de ander ‘met rust zou laten’ en ‘het er bij zou laten zitten’, gezien de toezegging van de andere partij de naam The Netherlands Symphony Orchestra alleen in het buitenland te gebruiken.
De aard van een vaststellingsovereenkomst verzet zich er tegen dat deze kan worden opgezegd. Een overeenkomst als de onderhavige, te weten om iets niet te doen (waarvan niet is vastgesteld of het al dan niet onrechtmatig is) met als tegenprestatie dan ‘met rust gelaten te worden’, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen afspraak waarvan ‘voor altijd’ de nakoming kan worden gevorderd. Een dergelijke overeenkomst kan dus worden opgezegd. Er is dan ook een reële kans dat in de bodemprocedure geoordeeld zal worden dat gezien de onder 2.7 vermelde opzegging de overeenkomst van 1996/1997 NedSym niet langer bindt.
In de communicatie met zaalverhuurders en bij alle andere afspraken met betrekking tot het seizoen 2014/2015 moet door NedSym steeds bedongen worden dat de naam van het orkest in communicatie met het publiek met ingang van het seizoen 2014/2015 als volgt wordt aangeduid:
‘Nederlands Symfonie Orkest/HET orkest van het oosten’ of als daarvoor geen plaats is: ‘NedSym/orkest v.h. Oosten’. Ook dit geldt totdat de bodemrechter uitspraak heeft gedaan.
Als vóór aanvang van het nieuwe seizoen op 1 september 2014 geen uitspraak door de bodemrechter is gedaan, gelden de bovenstaande aanwijzingen tot de bodemrechter uitspraak doet voor alle communicatie die van NedSym uitgaat.
5.De beslissing
- NedSym, totdat de bodemrechter uitspraak heeft gedaan, brochures mag verspreiden met daarop de naam (alles in even grote letters)
‘Nederlands Symfonie Orkest/HET orkest van het oosten’en
- dat zij in de communicatie met zaalverhuurders en bij alle andere afspraken met betrekking tot het seizoen 2014/2015 steeds moet bedingen dat de naam van het orkest in communicatie met het publiek met ingang van het seizoen 2014/2015 wordt aangeduid als
‘Nederlands Symfonie Orkest/HET orkest van het oosten’of als daarvoor geen plaats is:
‘NedSym/orkest v.h. Oosten’,