Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
23 mei 2014.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft ABN AMRO LEASE N.V. (AAL) op 28 april 2014 een verzoekschrift ingediend tot het leggen van conservatoir beslag onder een derde ten laste van de curator van KASH HOLDING B.V. De voorzieningenrechter heeft op 29 april 2014 voorlopig verlof verleend en partijen gehoord op 9 mei 2014. AAL heeft een stil pandrecht op houtbewerkingsmachines die aan KASH HOLDING B.V. zijn verpand. Na de faillietverklaring van KASH op 24 januari 2012 heeft de curator de machines verkocht, wat leidde tot een geschil over de netto-opbrengst van € 45.000,--. AAL stelt dat de curator tekort is geschoten in de nakoming van afspraken over de opbrengst en dat hij onrechtmatig heeft gehandeld door de faillissementen af te wikkelen zonder rekening te houden met haar rechten. De curator heeft echter betoogd dat hij verplicht was om de opbrengst te realiseren en dat hij dit deed in overeenstemming met de faillissementspraktijk. De voorzieningenrechter oordeelt dat de curator niet hoeft af te zien van opeising op grond van artikel 57 lid 3 van de Faillissementswet, ook al is het onzeker of er een uitkering aan de fiscus zal plaatsvinden. De voorzieningenrechter weigert het gevraagde verlof voor het beslag, omdat AAL geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de opheffing van de faillissementen, waardoor de op de boedelrekening aanwezige gelden moeten worden uitgekeerd zoals in het financieel eindverslag is aangegeven. AAL wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.