Uitspraak
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderden de eiseressen, bestaande uit verschillende besloten vennootschappen, een voorschot op schadevergoeding van de gedaagden, waaronder een accountant en een vennootschap, wegens vermeende fouten bij de opstelling van jaarrekeningen en inbrengverklaringen. De eiseressen stelden dat zij waren opgelicht door de voormalige aandeelhouders van AquaServa Group, en dat de accountant grove fouten had gemaakt bij de beoordeling van de financiële situatie van de vennootschappen. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat de eiseressen niet voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat de gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld of dat zij niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht hadden genomen. De vordering werd afgewezen, en de eiseressen werden veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter weigerde de gevraagde voorzieningen en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak vond plaats op 17 juni 2014.