2.6.Op 8 februari 2013 hebben partijen in gezamenlijk overleg neuroloog [neuroloog] (hierna: [neuroloog]) verzocht een onderzoek bij [verzoekster] te verrichten. Het rapport van [neuroloog], gedateerd 1 augustus 2013, luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
“(…)
Overwegingen
(…) het [is] aannemelijk dat er sprake is geweest van een licht hoofd/hersenletsel (…). Dit is in overeenstemming met de conclusie, die op de polikliniek neurologie van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis is gesteld. In latere medische correspondentie wordt gesproken over zwaar hersenletsel, maar voor deze conclusie bestaat geen enkel argument.
Zowel de CT hersenen na het ongeval als de MRI hersenen, die later is verricht, tonen geen intracerebrale afwijkingen, met neme geen aanwijzingen voor (post)traumatische afwijkingen.
Het is aannemelijk dat de klachten over hoofdpijn, die in aansluiting op het ongeval zijn ontstaan, zijn veroorzaak door dit hoofd/hersenletsel. (…) Betrokkene heeft blijkens de medische correspondentie uit het OLVG in 2010 vermoedelijk een migraine aanval doorgemaakt, bij positieve familieanamnese, waarbij een oorzakelijke relatie met het ongeval, mede gezien het late ontstaan, niet waarschijnlijk is. (…)
Postcommotionele klachten kunnen gepaard gaan met klachten over verminderde concentratie, verminderde energie of overgevoeligheid voor licht en geluidsprikkels. In 2008 is er in de revalidatiekliniek een neuropsychologisch onderzoek verricht, waarbij stoornissen zijn gemeld in de aandacht en concentratie, het geheugen en het tempo. (…) Omdat betrokkene thans nog klachten heeft op cognitief gebied is mede gezien dit eerder verrichte neuropsychologisch onderzoek opnieuw neuropsychologisch onderzoek verricht door [dokter]. Concluderend wordt in dit rapport gesteld dat er sprake is van onderpresteren op grond van een validiteittest en dat het tempo van werken sterk wisselt, waarbij tests die nu traag gaan in 2008 goed werden gedaan en omgekeerd. Ook zijn sommige andere resultaten in 2008 beter, hetgeen niet kan worden verklaard door eventueel hersenletsel. Er wordt gesteld dat er geen consistente stoornissen in het cognitief functioneren zijn gevonden.
De klachten over pijn in de nek kunnen niet worden verklaard als gevolg van het ongeval. Het zou mogelijk geweest kunnen zijn dat er een contusie van de nek is geweest, maar er is geen uitwendig letsel is waargenomen op de spoedeisende hulp. (…) De nekpijn straalt niet uit, er is geen bewegingsbeperking. (…)
Bij het onderzoek kunnen geen coördinatiestoornissen of gezichtsvelddefecten worden geobjectiveerd. (…)
Klachten over verminderde energie kunnen voorkomen na een licht hoofd/hersenletsel. Er bestaat in casu wel een sterke discrepantie tussen de ernst van de thans aangegeven klachten en de daarbij door betrokkene vermelde beperkingen en de ernst van het doorgemaakte trauma. Daarbij dient tevens te worden overwogen dat betrokkene blijkens het journaal van de huisarts eind 2006 de huisarts nog heeft geconsulteerd in verband met vermoeidheidsklachten, en tevens dat vermoeidheidsklachten in een niet getraumatiseerde populatie niet zeldzaam zijn en vele oorzaken kunnen hebben, waarbij echter in de meeste gevallen geen oorzaak kan worden gevonden, zodat niet met zekerheid valt te zeggen of de door betrokkene klachten over verminderde energie het gevolg zijn van het ongeval en zo ja, in welke mate.
Beantwoording van de vragen
(…)
Vraag 1g
Welke huidige mate van functieverlies (impairment) kunt u vaststellen op uw vakgebied? Wilt u dit uitdrukken in een percentage volgens de richtlijnen van de (…) (AMA-guides 6e druk), aangevuld met eventuele richtlijnen van uw eigen beroepsvereniging?
Antwoord
(…) Persisterende hoofdpijnklachten kunnen worden gewaardeerd met een percentage functieverlies van maximaal 2 % van de persoon. In casu zou dit kunnen worden geschat op 2 % van de persoon, rekening houdend met de anamnese.
De oorzaak van de nekklachten is onduidelijk. Indien de klachten toch zijn veroorzaakt door een contusie als gevolg van het ongeval kunnen persisterende nekklachten na een specifiek nektrauma worden geëvalueerd (…). Er kan daarbij alleen functieverlies worden toegekend indien de nekklachten vergezeld gaan van irradiatie (…), hetgeen bij betrokkene niet het geval is, zodat in het (niet waarschijnlijke) geval van chronische pijn na een nekcontusie er geen functieverlies zou worden toegekend.
Uitgaande van de Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie kan geen functieverlies worden toegekend bij persisterende hoofdpijnklachten na een licht hoofd/hersenletsel of nektrauma.
Vraag 1h
Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? (…)
Antwoord
Als gevolg van de nekklachten bestaat er een lichte beperking bij werkzaamheden of activiteiten, waarbij het hoofd regelmatig maximaal dient te worden geëxtendeerd dan wel te worden geroteerd naar rechts tot in de eindstand.
Als gevolg van de hoofdpijn en vermoeidheid is het aannemelijk dat betrokkene een lichte beperking ondervindt bij werkzaamheden of activiteiten, die qua energie belastend zijn, die verricht dienen te worden in een rumoerige omgeving of die een langdurige concentratie vereisen.
(…)”