Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 25 september 2013 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 januari 2014 en de daarin genoemde stukken,
- de fax van 30 januari 2014 van Artis met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal,
- de fax van 31 januari 2014 van Parallel Groep met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
Artikel 1 Toepasselijke bepalingen
18. Overdraagbaarheid
Kredietnemers”;(…)
- dat de Kredietnemers zakelijke zekerheidsrechten hebben verstrekt aan de Bank, (...)
- dat de Bank uit hoofde van kredietverstrekking een vordering heeft (...). De vorderingen van de Bank op de Kredietnemers worden hierna gezamenlijk als de “
Vorderingen” aangeduid;
(...)
Zijn overeengekomen als volgt:1. De Bank verkoopt de Vorderingen aan de Koper, gelijk deze de Vorderingen van de Bank koopt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Sprake van een vordering?
factuur, akkoord bevinding en uitvoering van de werkzaamheden. (…)”.
allewerkzaamheden ten aanzien van de betreffende opdracht zijn uitgevoerd en goedgekeurd. Feiten of omstandigheden die maken dat artikel 7 van de raamovereenkomst wel op de door Artis voorgestane wijze moet worden uitgelegd of dat partijen dat anderszins zijn overeengekomen, alsmede dat EnergiQ dat ook redelijkerwijs op die manier heeft moeten begrijpen, zijn niet gesteld of gebleken. Het verweer van Artis dat op haar geen vordering bestaat, wordt derhalve verworpen.
De Algemene Inkoopvoorwaarden van Stichting Natura Artis Magistra zijn als bijlage (..) aan deze overeenkomst gehecht’.Deze bladzijde is door EnergiQ geparafeerd en EnergiQ heeft de raamovereenkomst ook op de laatste pagina ondertekend. Hierbij is door EnergiQ geen enkel voorbehoud gemaakt of protest geuit. Op grond daarvan neemt de rechtbank, mede op grond van artikel 157 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), als vaststaand tussen partijen aan dat de algemene voorwaarden aan de raamovereenkomst gehecht waren en op die wijze aan EnergiQ ter hand zijn gesteld (zie: ECLI:NL:HR:2008:BD1394). Feiten of omstandigheden waaruit het tegendeel blijkt, zijn niet (voldoende) gesteld of gebleken.
overdragenvan vorderingen op Artis [cursivering rechtbank] en niet over een verbod tot verpanding van deze vorderingen.
Vestiging pandrecht4.18. Door Artis is voorts betwist dat er rechtsgeldig een pandrecht op de vorderingen van EnergiQ op Artis is gevestigd, nu bij het eerste pandrecht (in eerste instantie gevestigd ten gunste van ING Bank) niet is voldaan aan het vereiste van voldoende bepaalbaarheid en bij het tweede pandrecht (gevestigd ten gunste van Parallel Groep) geen pandakte is opgesteld.
Vervolg
5.De beslissing
21 mei 2014voor het nemen van een akte door Artis over hetgeen is vermeld onder 4.5, 4.16 en 4.17, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen en de pandlijst als bedoeld in 4.20 in het geding kan brengen, waarna Artis op de rol van vier weken nadien een antwoordakte ten aanzien van de pandlijst en hetgeen is vermeld onder 4.5 kan nemen,
Coll: RV