Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 maart 2013, dat is hersteld bij vonnis van 3 april 2013,
- het deskundigenbericht,
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiseres],
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Slotervaartziekenhuis.
2.De verdere beoordeling
SEH-bezoek 12-06-2001:
SEH bezoek 31-01-2001:
"op enig moment gedurende deze bezoeken"(met deze bezoeken wordt gerefereerd aan de SEH-consulten op 12 juni 2001, 16 september 2005 en 20 april 2008) er een besluit genomen had moeten worden tot nadere diagnostiek, maar welk moment dat had moeten zijn is wel degelijk door de deskundige uitgewerkt in zowel zijn rapport als in zijn brief van 30 november 2013. In het deskundigenrapport staat immers (zie onder 2.2.) dat op 31 januari 2001 volgens de deskundige niet onzorgvuldig is gehandeld. Vervolgens staat er over het consult op 12 juni 2001 (zie 2.3.) dat er toen een hogere verdenking had moeten zijn op achtergebleven glas. Ook onder het kopje eigen beschouwing (zie 2.5.) geeft de deskundige aan dat bij het eerste bezoek (waarmee het bezoek op 31 januari 2001 wordt bedoeld) geen nalatig handelen heeft plaatsgevonden, maar bij het eerstvolgende bezoek (waarmee het consult van 12 juni 2001 wordt bedoeld) had volgens de deskundige de verdenking moeten rijzen dat er een stuk glas achtergebleven was. Dit wordt door de deskundige herhaald in zijn brief van 30 november 2013 (zie 2.8.) waarin hij schrijft dat bij het eerste SEH-bezoek na de verwonding in juni 2001 er een verdenking had mogen zijn op achtergebleven glas. Ook in antwoord op item c schrijft de deskundige dat tijdens het bezoek op 12 juni 2001, hetgeen kort na de verwonding is, gelet op de anamnese waarin staat dat er een verwonding is geweest en dat [eiseres] pijn is blijven houden, bij het lichamelijk onderzoek meer dan voldoende aanleiding had moeten zijn om te denken aan een dieper liggende oorzaak. Ten slotte wordt in antwoord op item d (zie nog steeds 2.8.) door de deskundige herhaald dat op 12 juni 2001 een arts op de SEH onder supervisie van chirurgen dient te weten dat een huidwond boven een corpus alienum probleemloos kan genezen, maar niet hoeft te betekenen dat er niets achtergebleven is en (zie ook 2.3.) dat bij het bezoek van juni 2001 de verdenking had moeten bestaan op achtergebleven glas of een andere traumatische oorzaak voor de pijn. Dit betekent dat de deskundige duidelijk heeft aangegeven dat tijdens het consult op 12 juni 2001 een besluit had moeten worden genomen tot nadere diagnostiek.
durf ik een gok te wagen dat zij functioneel een normaal leven had kunnen leiden indien in 2001 het stuk glas verwijderd was." De schadestaatprocedure kan er mede toe strekken om vast te stellen in hoeverre de eisende partij voor vergoeding vatbare schade heeft geleden. Dit betekent dat hetgeen Slotervaartziekenhuis heeft aangevoerd omtrent het causale verband tussen door [eiseres] gestelde schade en het onzorgvuldig handelen door Slotervaarziekenhuis alsmede hetgeen zij heeft aangevoerd omtrent eventuele proportionele aansprakelijkheid pas beoordeling behoeft in het kader van de te voeren schadestaatprocedure. Dit debat is nog niet volledig gevoerd. De rechtbank ziet mede daardoor geen mogelijkheid de schade in dit vonnis te begroten, anders dan Slotervaartziekenhuis beoogt.
1.356,00(3,0 punten × tarief € 452,00)
3.De beslissing
onder vermelding van:"
proceskostenveroordeling C/13/499062 / HA ZA 11-2447",