Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
BDM N.V.,
SOCIETA ITALIANA ASSICURAZIONI TRANSPORTI (S.I.A.T),
ASCO CONTINENTALE VERZEKERINGEN N.V.,
ZÜRICH VERSICHERUNGS AG,
WINTERTHUR-EUROPE VERZEKERINGEN NV (HRB 1459),
GENERALI ASSURANCES IARD,
eiseressen in voorwaardelijke reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 mei 2012 van [eiser] met producties A t/m H,
- de conclusie van antwoord van 6 maart 2013 van Concordia met 8 producties,
- de conclusie van antwoord van 12 juni 2013 van BDM c.s. met 22 producties,
- de akte overleggen producties van 1 mei 2013 van [eiser] met productie G3,
- de akte uitlating producties van [eiser] van 12 juni 2013,
- het tussenvonnis van 10 juli 2013,
- het proces-verbaal van comparitie van 18 november 2013 met de daarin genoemde stukken,
- de brief van 9 januari 2014 van mr. Ch. van Eeghen, advocaat van [eiser], met bijgevoegd een kopie van het proces-verbaal met een aantal opmerkingen daarin verwerkt,
- de brief van 10 januari 2014 van mr. Pijper,
- de brief van 14 januari 2014 van de rolgriffier van de rechtbank aan de advocaten van partijen, waarin is medegedeeld dat de brieven van 9 en 10 januari 2014 aan het proces-verbaal zijn gehecht en daarmee thans deel uitmaken van het procesdossier.
2.De feiten
Certificate of Insuranceafgegeven. In dit
Certificate of Insuranceis het volgende bepaald, voor zover hier van belang:
Covernotevan 1 oktober 2007 met [polisnummer]
- waarvan Concordia een door BDM op 2 juni 2008 getekend exemplaar heeft overgelegd - is het volgende vermeld, voor zover hier van belang:
Special Clauses for Dutch Building Risks” (hierna: de
special clauses)is het volgende bepaald, voor zover hier van belang:
Faulty Design and 100% Protection and Indemnity Clause” (hierna: BC-006 of
faulty designclausule) luidt als volgt:
Underwriters shall not be liable for any loss or expenditure incurred solely in remedying a fault in design nor, in the event of damage resulting from faulty design and giving rise to a claim under the conditions of this insurance, for any additional expenditure incurred by reason of betterment of alteration in design.
schadevoorval 1). Na een noodreparatie is het schip, varend op de pompen, doorgevaren naar [naam 1].
Droogzetten van het schip voor verdere inspectie en reparatie van het koperbeslag en mogelijk huidhangen.
(…)
schadevoorval 1a) en is schade aan de romp ontstaan.
Oorzaak lekkage:
4.Reparatie:
5.Reparatie-advies:
Ter hoogte van het voordek - buiten huidbeplanking en achterliggende binnen huidbeplanking ingedrukt, geschaafd en lokaal gekraakt (…)
Ter hoogte van de machinekamer - buiten huidbeplanking en achterliggende binnen huidbeplanking ingedrukt, geschaafd en lokaal gekraakt (…)
Ter hoogte van het ruim - buiten huidbeplanking en achterliggende binnenhuid beplanking ingedrukt, geschaafd en lokaal gekraakt (…)
Drie stalen spanten achter het machinekamerschot verbogen
Voordek (teak) lijfhout gekraakt over ca. 6 meter en stalen halfrond (schuurlijst) lostgetrokken en verbogen
Voordek planken (teak) gekraakt en los aan bakboordzijde (…)
Stalen boeisel uit voordek getrokken, verbogen en/of los (…)
Mahonie potdeksel van het boeisel gebroken en afgescheurd.
Wegering voorschip gekraakt (…)
Acht dekbalken voorschip gekraakt, dek deels ongesteund.
Berghoutgang gekraakt (…); stalen schuurlijst voordek omgebogen.
Schip droogzetten voor de duur van de werkzaamheden.
Schuurlijst, inclusief halfrond staal stuurboordzijde vervangen.
Koperbeslag onder de waterlijn af en op.
Berghout (eiken) vervangen ter hoogte van machinekamer en ruimsectie (totaal 8 meter).
Acht dekbalken (eiken) voordek vernieuwen (8 x 5 meter).
Lijfhout (teak) voordek vervangen over lengte van 6 meter.
Wegering (eiken) stuurboord voordek vervangen (6 meter).
Wegering (eiken) stuurboord hoofddek vervangen (6 meter).
Kluisgat stuurboordzijde af en op.
Potdeksel (mahonie) boeisel voorschip vervangen.
Relingsteunen voordek richten en/of nieuw aanmaken.
Dekkist (mahonie) voordek af en op.
Richten stalen spanten.
Voordek (teak) deels vervangen (4,5 m2).
Buitenhuid (eiken) deels vervangen (in totaal 26 m2).
Binnenhuid (eiken) deels vervangen (in totaal 18 m2).
Lichtranden uit- en inbouwen.
Kimkiel deels tijdelijk verwijderen.
Schilderen van de gerepareerde secties
schadevoorval 2).
) geeft in beginsel dekking voor schade die op welke wijze dan ook werd veroorzaakt, zoals door fault, misconduct, carelessness en incompetence. Indien namens verzekerde aangevoerd zou worden dat verzekerde wist althans behoorde te weten dat de houten huid van een droogliggend schip uitdroogt, zal verzekerde kunnen aanvoeren dat het dan voorts aan verzekeraars zou zijn geweest hem daar uitdrukkelijk op te wijzen. Echter is het uitdrogen sinds november 2008 een punt van discussie geweest tussen de experts en zal een beroep van verzekeraars op onzker voorval asltardief kunnen worden gezien.
De kosten voor herstel van het onderwaterschip, begroot op EUR 342.000,-, zijn gebaseerd op een eerder op 14 augustus 2009 door scheepswerf [naam 1] in deze uitgebrachte offerte (…)”
Uitdroging op de helling
8.Methode [naam 5]
e-mail van 16 november 2009 14:01 uur van BDM aan Concordia en Generali
e-mail van 16 november 2009 14:21 uur van Generali aan Concordia en BDM
e-mail van 17 november 2009 12:17 uur van Concordia aan BDM en Generali
e-mail van 18 november 2009 7:18 uur van Generali aan Concordia en BDM
e-mail van 18 november 9:07 uur van BDM aan Concordia en Generali
e-mail van 17 november 2009 17:43 van Concordia aan [eiser]
e-mail van 18 november 2009 14:38 van [eiser] aan Concordia
- U opdracht tot herstel heeft gegeven aan [naam 1] dan wel thans per omgaande geeft;
- U de werf schriftelijk machtigt het bedrag, eventueel door middel van door [bedrijf x] goedgekeurde voorschotten, rechtstreeks bij Concordia Holland BV te incasseren;
e-mail van 19 november 2009 7:34 uur van Generali aan Concordia en BDM
e-mail van 19 november 2009 10:21 uur van BDM aan Concordia en Generali
- het vervangen van SB en BB buitenhuidplanken € 342.000,--
- het vernieuwen deel buitenhuid bovenwater € 54.000,--
- hellingkosten gedurende herstel € 12.000,--
- montage/ demontage schroefassen etc. € 12.800,--
- u thansomgaandopdracht tot herstel geeft aan [naam 1] en;
- u de werf schriftelijk machtigt het bedrag, eventueel door middel van door [bedrijf x] goedgekeurde voorschotten, rechtstreeks bij Concordia Holland B.V. te incasseren.
e-mail van 15 december 2009 12:16 uur van [eiser] aan Concordia
e-mail van 17 december 2009 10:33 uur van Concordia aan [eiser]
e-mail van 17 december 2009 15:31 uur van [eiser] aan Concordia
“(…)
schadevoorval 3).
legal opinionovergelegd van MR. R. Lord QC (hierna: de opinie van Lord) van 30 oktober 2013. Daarin is het volgende vermeld, voor zover hier van belang:
als het verweer gebaseerd op de MIA tardief is (…)
indien de polis hierin anders voorziet (…)
er geen sprake zou zijn van een voorval (…) ;
3.Het geschil
in conventie
A) veroordeling van verzekeraars te voldoen aan hun exhibitie- en informatieplicht met betrekking tot Engels recht en de gevolgen die onder Engels recht afwijken van Nederlands recht c.q. de adviezen naar Engels recht in deze zaak over te leggen;
4.De beoordeling in conventie en voorwaardelijke reconventie
Het verzoek van BDM c.s. zal dan ook worden afgewezen.
de hiervoor onder 2.5 tot en met 2.7 genoemde voorwaarden en clausulesen naar die voorwaarden en clausules in het
Certificate of Insurancedan wel op de
Covernoteis verwezen, neemt de rechtbank als vaststaand aan dat deze
op de verzekeringsovereenkomst van toepassingzijn.
Engels recht van toepassing op de onderhavige geschillen.
underwriters’, kunnen deze partijen (gedaagden 1 en 7 tot en met 11 in conventie) in het onderhavige geval voor het bij ieder van hen genoemde percentage als verzekeraar worden aangemerkt. Daaraan doet niet af of BDM al dan niet als verzekeringsagent voor gedaagden 2 tot en met 6 in conventie is opgetreden, zoals BDM c.s. mogelijk juist heeft aangevoerd. [eiser] mocht afgaan op hetgeen in de polis vermeld is en BDM is op grond van die polis als verzekeraar jegens [eiser] gebonden. In zoverre faalt het verweer van BDM c.s.
vorderingen jegensSIAT, Asco, Zürich, Winterthur, Generali IARD (
gedaagden 2 tot en met 6 in conventie) - bij eindvonnis -
zullen worden afgewezen, nu zij geen partij zijn bij de overeenkomst met [eiser]. Om dezelfde reden wordt voorbijgegaan aan het door [eiser] gevoerde betoog dat hij hogere kosten heeft moeten maken omdat er - anders dan overeengekomen - ook buiten Nederland en België gevestigde verzekeraars contractspartij zijn geworden. Slechts gedaagden 1 en 7 tot en met 11 in conventie zijn als verzekeraar partij bij de overeenkomst met [eiser] en zij zijn allen in Nederland of België gevestigd.
De tegen Concordia ingestelde vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
- griffierecht: € 3.621,00
- salaris advocaat:
€ 6.422,00(2 punten x tarief € 3.211,00) - totaal: € 10.043,00
- de aanvaring (schadevoorval 1);
- de val van het schip van de bokken (schadevoorval 1a);
- de uitdroging (schadevoorval 2); en
- het verkeerd uitvoeren van de reparatiewerkzaamheden (schadevoorval 3).
- integendeel, zij stelt zelf dat zij om van alle discussie af te zijn besloten heeft aan [eiser] het voorschotbedrag van € 253.953,14 (zie onder 2.17) uit te keren - zullen deze door de rechtbank verder niet worden besproken.
- niet in de schadevaststelling begrepen, maar wel geleden - schade zou kunnen vorderen. Het enkele feit dat V&H de tot dan toe begrote schade in overleg met de expert van [eiser] heeft vastgesteld, rechtvaardigt de door BDM c.s. voorgestane conclusie niet.
vergoeding voor hellingdagen van 1 december 2008 tot 21 april 2009 toewijzen.
(antwoord)akte- eerst aan de zijde van [eiser] - nader uit te laten.
“Wij zijn daarnaast van mening dat ook de aanpak van, in ieder geval een aantal, de kleinere lekkages reeds in de geoffreerde werkzaamheden was voorzien.”Nu de gezamenlijke experts de schade - met inachtneming hiervan - hebben bepaald op
€ 253.953,14, moeten deze kosten van herstel geacht worden reeds door BDM c.s. te zijn vergoed.
kosten van herstel van lekkageste vorderen die zijn
veroorzaakt door scheuring van het doek als gevolg van verschuivingen van de buitenhuid ten opzichte van de binnenhuid(de rechtbank maakt dit op uit de stellingen van [eiser] op pagina 17 en 18 van de dagvaarding, in onderling verband en samenhang bezien met onder meer het onder 2.14 aangehaalde rapport van [naam 3] van 28 oktober 2008), zal de rechtbank deze als door BDM c.s. onvoldoende weersproken
toewijzen.
aktemogen nemen, waarop BDM c.s. vervolgens bij
antwoord-aktemag reageren.
zal dit deel van de vordering worden toegewezen.
kosten zullen dan ook worden toegewezen.
zal de gevorderde kosten toewijzen, nu BDM c.s. daartegen geen verweer heeft gevoerd en uit het rapport van 2 maart 2009 niet blijkt dat de kosten voor deze werkzaamheden zijn meegenomen bij de vaststelling van de schade op € 253.953,14.
special clauses(zie onder 2.6) - stelt en BDM c.s. betwist.
special clauses:
kosten aan (juridische) expertsniet heeft betwist,
zullendeze door de rechtbank
worden toegewezen.Omdat sprake is van een P.M. post, zullen partijen in een later stadium van de procedure in de gelegenheid worden gesteld zich nader over de hoogte van de kosten uit te laten.
voorshands bewezendat BDM en Generali namens
BDM c.s. dekkingaan Concordia en dus [eiser]
hebben toegezegden wel
tot minimaal € 420.800,00exclusief btw. In beginsel heeft BDM c.s. - conform het door haar op dit punt gedane bewijsaanbod - recht te worden toegelaten tot tegenbewijs van dit voorshands bewijs, doch gelet op het onder 4.65 tot en met 4.72 gegeven oordeel wordt daaraan niet toegekomen.
delay, waarvoor op grond van artikel 55 lid 2 van de Marine Insurance Act 1906 (hierna: MIA) en artikel 3 van de special clauses een uitsluiting van de dekking geldt. Volgens BDM c.s. is de oorzaak van de schade niet gelegen in de discussie tussen de deskundigen, maar in het feit dat [naam 1] de werkzaamheden heeft stilgelegd omdat zij niet werd betaald door [eiser].
carelessness, incompetenceen
error of judgmentvan alle betrokkenen en met name V&H. Terwijl de experts maandenlang een discussie voerden over de aftrek ‘nieuw-voor-oud’, waarin BDM c.s. uiteindelijk toch het standpunt van [eiser] heeft gevolgd, staakten BDM c.s. de bevoorschotting en droogde het schip uit. Er is bij dit alles wel
delayopgetreden, maar nu dit niet als de
one dominant proximate causekan worden aangemerkt, is sprake van dekking onder de polis, aldus [eiser].
Ad (i): tardief verweer4.62. De rechtbank stelt vooropdat naar Nederlands recht de eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat een verzekeraar, die zijn afwijzing op een bepaalde grond heeft doen steunen, daarop niet kan terugkomen door de afwijzing, wanneer die grond onjuist is gebleken, op een andere grond te baseren (HR 3 februari 1989, NJ 1990, 476).
behoefte aan nadere voorlichting over Engels recht. Gelet op hetgeen hierna onder 4.65 tot en met 4.72 is overwogen, zal aan bovenstaande evenwel niet worden toegekomen.
delayen of er sprake is van een onzeker of van een verzekerd voorval.
‘unless te policy otherwise provides’). Naar het oordeel van de rechtbank is dit in het onderhavige geval ook gebeurd. Dit volgt niet alleen uit de ruime omschrijving van de dekking als gegeven in clausule 1.11 van de
special clauses, maar ook uit de formulering van clausule 3 van die
clauses, die - zoals Lord in zijn opinie ook aangeeft - een verruiming ten opzichte van clausule 1.11 vormt. In clausule 3 is het volgende bepaald (onderstreping rb):
delay, welke in beginsel volgens Engels recht (onder de York-Antwerp Rules) niet gedekt is. Oftewel:
delaydat naar Engels recht in beginsel gedekt is valt onder de dekking en overigens niet. De voorwaarde ‘
although the delay be caused by a peril insured against’ van lid 2 onder b van artikel 55 MIA komt in clausule 3 niet terug. Derhalve is de dekking van de polisvoorwaarden ruimer geformuleerd dan die van de MIA: alleen in beginsel naar Engels recht niet gedekte vormen van
delayzijn van dekking uitgesloten.
delayeng moet worden uitgelegd, dat de
proximate causede
dominant causeis en dat de beoordeling of de
proximate cause‘
delay’ of een ander voorval is er een van feitelijke aard is.
error of judgment, te weten de voortdurende discussie tussen de experts, dan door
delay. Daartoe wordt overwogen dat de discussie tussen de experts over onder meer de nieuw-voor-oud-aftrek medio april 2009 - met de onder 2.17 genoemde betaling door BDM c.s. - is geëindigd, terwijl het openstaan van de naden als gevolg van het droogliggen reeds op 4 november 2008 door de gezamenlijke experts is geconstateerd, zo blijkt uit het rapport van 18 mei 2009 van V&H (zie onder 2.19). Weliswaar heeft BDM c.s. mogelijk terecht opgemerkt dat op dat moment nog geen sprake was van schade, maar nu V&H - als expert van BDM c.s. - in haar e-mail van 14 september 2009 (zie onder 2.21) schrijft dat zij zelf denkt dat de uitdroging eerst na februari 2009 tot schade heeft geleid, houdt de rechtbank het ervoor dat de schade in ieder geval voor medio april 2009 is ingetreden, derhalve toen de discussie tussen de deskundigen nog voortduurde. Ook al is de schade na april 2009 waarschijnlijk verergerd door
delay, onder deze omstandigheden - de schade is ook nog onder het toeziend oog van de deskundigen ingetreden - kan niet worden volgehouden dat
delayde belangrijkste oorzaak van de schade en daarmee de
proximate causewas.
Derhalve faalt dit onderdeel van het verweer van BDM c.s.
prudent uninsuredvoor het schip heeft gezorgd, overweegt de rechtbank dat zij ter onderbouwing daarvan geen concrete feiten of omstandigheden heeft gesteld, zodat daaraan voorbij zal worden gegaan.
conclusievan het voorgaande is dat
de uitdrogingsschade(schadevoorval 2), gelet op de ruime omschrijving van de dekking als opgenomen in artikel 1.11 en 3 van de
special clauses,
onder de polis gedekt is. Het is niet meer nodig vast te stellen of op basis van een toezegging een vergoedingsrecht onder de polis bestaat (vgl. 4.58) en evenmin of de afwijzing van de claim naar Engels recht tardief is (vgl. 4.63 en 4.64), omdat BDM c.s de aanspraak van [eiser] onder de polis ook zonder toezegging en met een aanvankelijk standpunt van BDM c.s. tot afwijzing had dienen te honoreren. Dit brengt mee dat partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld zich nader uit te laten over de hoogte van de schade die veroorzaakt is door de uitdroging (schadevoorval 2).
patchworkgedubbeld maar in gehele planken vervangen moeten worden en had de diagonale buitenhuid met planken uit één stuk gerepareerd moeten worden in plaats van met dubbelingen die zich op lange breuklijnen bevinden. Ter onderbouwing van zijn stellingen beroept [eiser] zich onder meer op de rapporten van [naam 3] van 12 november 2009 (zie onder 2.28) en 23 augustus 2009 (zie onder 2.42) en van [naam 8] van 27 mei 2011 (zie onder 2.48) en van 25 april 2012, 18 april 2013 en 31 oktober 2013 (zie onder 2.50).
faulty design clausevallen, zoals BDM c.s. - met een beroep op de opinie van Lord - stelt en [eiser] - onder verwijzing naar de reactie van [naam 10] - betwist.
faulty designclausule naar Engels recht, mede in het licht van artikel 1.11 lid 2 van de
special clauseswaarin
damage attributable to error of judgementals gedekte schadeoorzaak is opgenomen, moet worden uitgelegd. Teneinde te kunnen beoordelen of in het onderhavige geval het beroep op de uitsluitingsgrond slaagt, heeft de rechtbank
behoefte aan voorlichtingover die uitleg
naar Engels recht. Aangezien [eiser] zich op de naar Nederland recht geldende
contra proferentemregel heeft beroepen, wenst de rechtbank tevens te worden geïnformeerd over de vraag of, en in hoeverre, het Engelse recht een dergelijke regel - die erop neer komt dat bij twijfel over de betekenis van een beding, de voor een consument gunstigste uitleg prevaleert - kent. Nu [eiser] ter zitting onweersproken heeft betwist dat hij het schip zou gaan verhuren, dient hij immers niet alleen naar Nederlands recht, maar ook op grond van de EG Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de EG richtlijn) als natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen (artikel 2 sub b van de EG richtlijn) en dus als consument te worden aangemerkt.
(antwoord)aktete nemen, waarbij een advies op het gebied van het Engelse recht wordt overgelegd waarin wordt ingegaan op de volgende vragen:
faulty designclausule, mede in het licht van de onder 1.11 lid 2 van de
special clausesopgenomen dekking voor
error of judgement? Valt een fout in de - in overleg met de verschillende deskundigen gekozen - reparatiemethode naar uw mening onder ‘
design’ (zie hiervoor onder 4.76)?
contra proferentemregel, inhoudende dat bij twijfel over de betekenis van een beding, de voor een consument gunstigste uitleg prevaleert (zie hiervoor onder 4.76)?
faulty designclausule slaagt, overweegt de rechtbank reeds nu dat de schade veroorzaakt door een verkeerde reparatie alsdan gedekt is onder artikel 1.11 lid 2 van de
special clauses.
faulty designclausule faalt, te worden beoordeeld of sprake is van fouten in de reparatiemethode, zoals [eiser] stelt en BDM c.s. betwist.
- gelet op de ruime dekking die wordt geboden in de
special clauses- niet doorslaggevend is of de deskundigen destijds goed hebben geadviseerd, maar of het eindresultaat goed is. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank sprake indien met de reparatie de functionaliteit van de romp van het schip afdoende is hersteld, waarbij esthetische aspecten niet van doorslaggevend belang worden geacht.
deskundigenberichtnoodzakelijk, uit te voeren door een scheepsbouwdeskundige, bij voorkeur gespecialiseerd in (klassieke) houten schepen.
(antwoord)akte, eerst aan de zijde van [eiser], uit te laten over de te benoemen deskundige en over de aan de deskundige te stellen vragen. Voorts kunnen partijen in die (antwoord)akte aangeven of zij wensen dat de deskundige reeds nu wordt benoemd en een aanvang maakt met het onderzoek naar het schip of dat dit gebeurt eerst nadat de rechtbank geoordeeld heeft over de vraag of een verkeerde reparatie onder de uitsluitingsclausule BC-006 valt. De rechtbank geeft partijen hierbij in overweging om ten aanzien van de hiervoor genoemde aspecten met elkaar in overleg te treden. De rechtbank is voornemens de deskundige in ieder geval de volgende vragen voor te leggen:
5.De beslissing
21 mei 2014voor: