Uitspraak
de stichting STICHTING DE ALLIANTIE
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
a. Gedaagden huren van eiseres de woning op het [adres], aanvankelijk als wisselwoning. De schriftelijke huurovereenkomst dateert van 22 oktober 2001, maar de huur was feitelijk al per 1 september 1999 ingegaan.
b. Over de huurprijs en de staat van het gehuurde hebben partijen verschillende procedures gevoerd. Bij vonnis van 15 juli 2013 heeft de kantonrechter (na een descente op 27 september 2011) geoordeeld dat de woning gebreken vertoont die tot tijdelijke verlaging van de huurprijs aanleiding geven met 25%. Daarbij gaat het onder meer over schimmelvorming in de badkamer, onvoldoende ventilatie daarvan en van de wc, de (aarding van) de elektriciteitsvoorziening en scheurvorming. De huurkorting is in tijd beperkt tot de periode van 11 augustus 2008 tot en met 31 december 2011, omdat gedaagden daarna onvoldoende gelegenheid hebben geboden om de gebreken te herstellen.
c. Op 5 februari 2013 heeft een inspectie van de woning plaatsgevonden door [het Stadsdeel]. Bij brief van 12 maart 2013 is eiseres aangeschreven over de daarbij geconstateerde gebreken (Vooraanschrijving en Spoedaanschrijving) onder verwijzing naar een bijgevoegde lijst met te treffen voorzieningen. Daarbij gaat het om de ventilatie van de toiletruimte, de elektriciteitsinstallatie en het herstel van een wand ter plaatse van de slaapkamer aan de achterzijde welke niet meer bestand is tegen de daarop werkende krachten en onvoldoende brandwerend.
d. Ondanks pogingen om tot een afspraak te komen voor een nieuwe inventarisatie van de blijkbaar na voormelde descente in ernst toegenomen gebreken, is het daartoe niet gekomen.
e. Bij brief van 1 augustus 2013 hebben gedaagden opnieuw melding gemaakt van in ernst toenemende gebreken, waaronder verdergaande scheurvorming in wanden.
f. Bij brief van 10 september 2013 heeft eiseres gedaagden bericht dat op 24 september 2013 een nadere inspectie zou plaatsvinden en een aanvang met de noodzakelijke werkzaamheden zou worden gemaakt, met de mededeling dat bij gebreke van vrijwillige medewerking een kort geding zal worden aanhangig gemaakt.
g. Gedaagden hebben op 24 september 2013 en ook nadien geen toegang verleend tot het gehuurde.
h. Op 26 mei 2014 heeft [het Stadsdeel] eiseres aangeschreven tot het treffen van de noodzakelijke voorzieningen binnen zes weken op straffe van een dwangsom van € 15.000,- (aanschrijving [nummer]).
gezegd - dat zij een spoedeisend belang heeft bij herstel van de reeds geconstateerde en bij nadere inspectie mogelijk nog te constateren gebreken aan de woning, niet alleen omdat zij daartoe door het Stadsdeel is aangeschreven, maar ook om haar eigendom te behoeden voor verdere achteruitgang. Gedaagden zijn niet bereid gebleken tot vrijwillige en onvoorwaardelijke medewerking, hoewel blijkens de klachten van gedaagden ook zij van mening zijn dat de gebreken ernstig zijn en in ernst toenemen. Eiseres acht zich niet gehouden tot het treffen van voorzieningen aan de woning, met name aan de elektriciteitsinstallatie, die het Bouwbesluit te boven gaan. Zo is het niet noodzakelijk om alle stopcontacten in de gehele woning te aarden. Aangezien gedaagde geen CV wensen, is mechanische ventilatie van de woning niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van open verbrandingstoestellen. Daarom zal voor de toiletruimte en de badkamer een andere voorziening met ventilatoren moeten worden getroffen en eventueel een voorziening naar het dak. Gezien de blijkbaar toegenomen scheurvorming zal ook de fundering (nader) moeten worden onderzocht, om te kunnen beoordelen welke vorm van herstel noodzakelijk is.